Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden (1698)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden
Afbeelding van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruidenToon afbeelding van titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.77 MB)

ebook (8.42 MB)

XML (1.11 MB)

tekstbestand






Illustrators

Jan Luyken

Caspar Luyken



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

(1698)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 477]
[p. 477]

CCCXCII. Hoofd-stuk. Portulaca, Porcelein.

DE groote ofte tamme Porcelein heeft dikke, lyvige, ronde, groene, en somtyds bruin-roode, blinkende en als doorschynige steelen, die veeltyds regt op wassen, en mede eenigsins ter aarden neder gebogen zyn; zyn somtyds een spanne ofte anderhalf hoog, verdeelende zig in verscheide zyd-takken. De bladen zyn lang-rond, dik, breedagtig, glad en groen, of geel-groen, maar van onderen wat bleeker. De bloemtjes zyn seer klein en bleik-geel, welke tusschen de bladen voortkomen, waar na kleine, vast gesloote, dikke, groene knopjes, van groote byna als hennep-zaad, waar in klein en swart zaad koomt te volgen. De wortel is dun, en veselagtig.

De kleine ofte wilde is de tamme ganschelyk gelyk, alleen dat deselve veel kleinder is en langs d'aarde meerder kruipt.

De tamme vind men in de moes-hoven: maar de wilde groeit in de bouw-landen, en by de tuinen. Men zaaid se in de voortyd, en bloeijen dan de geheele Somer door.

De tamme werd alleen gebruikt: sy bestaat uit een lymig en siltig sap; dog de wilde is brakker van smaak. Het kooksel van de bladen is dienstig voor dorstige monden in de heete koorsen, brandige pis, heete scheurbuik enz. Het sap doet de sprouw versagten. Hier van maakt men een water, syroop, enz. maar het sap ofte kooksel is best. In de keuken werd die met suuring gestooft, voor opdragtige en hitsige menschen. Sy werd mede over salade gebruikt. Van buiten mag men die op de pynelyke ambeyen leg-

[pagina 478]
[p. 478]

gen; en het sap geneest de kloven der teepels, en dient tegens d'ontstekinge der oogen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken