Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden (1698)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden
Afbeelding van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruidenToon afbeelding van titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.77 MB)

ebook (8.42 MB)

XML (1.11 MB)

tekstbestand






Illustrators

Jan Luyken

Caspar Luyken



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

(1698)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 573]
[p. 573]

CCCCLXX. Hoofd-stuk. Thalietrum, Thalictrum, Water-ruit, Poel-ruit.

D'Eerste, of groote, wast twee ofte dry voeten hoog. De struik is gestreept, en als kantig, hol, geknoopt, groen en somtyds uit den rooden purper, verdeelende zig boven in verscheide takjes. De bladeren zyn groot, in veel breede, langagtige blaadjes verspreid, die ten minsten wederom in twee ofte dry sneedjes gekerft zyn: de koleur is uit den blauwen donker-groen, maar van onderen ligter-groen, ofte bleiker. Op de toppen der takjes komen heele trossen met kleine witte bloemtjes, die veele mosagtige draadjes hebben. Het zaad dat daar na volgt, is klein en rond, besloten in kleine, drykantige zaad-beursjes. De wortel is dun, herwaarts en derwaarts door d'aarde kruipende, waar uit weder nieuwe planten schieten, zynde krom, slim, en geel van koleur.

De tweede heeft kleinder bladen, en veel donkerder van koleur, en de struik is rond en niet gestreept.

De derde heeft hooger en dikker struiken, die gemeenelyk uit den rooden purperagtig zyn: de bladen zyn grooter, breeder en uit den blauwen groen. De bloemtjes hebben geele draadjes: dit gewas is swaarder van reuk als de vorige soorten.

De vierde is van bloem bleek-purper, als de swarte Vioolen byna, maar heeft nogtans geele draadjes en nopjes.

De kleine ofte vyfde, heeft kleine, tengere struikjes, van selden een voet hoog. De blaadjes zyn klein; de bloemtjes niet tros-wys digte by een, met

[pagina 574]
[p. 574]

bleek-geele draadjes. De wortel is dun, veselig, swartagtig en hard. Dit gewas heeft een sware reuk.

De groote en kleine werden wel in 't wild gevonden langs de water-kanten, tusschen het riet in: maar dese wassen met d'andere vreemde in de bloem-hoven, om hare cierlyke bloemtjes. Sy bloeijen in het laatste van Lente. De wortel blyft alleen des winters over.

De bladen moeten uit eenige kittelende en beweeglyke deeltjes bestaan, alsoo men schryft dat sy den buik week maken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken