Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden (1698)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden
Afbeelding van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruidenToon afbeelding van titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.77 MB)

ebook (8.42 MB)

XML (1.11 MB)

tekstbestand






Illustrators

Jan Luyken

Caspar Luyken



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

(1698)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 595]
[p. 595]

CCCCXC. Hoofd-stuk. Tussilago, Farfara, Ungula Caballina, Hoest-kruid, Hoef-blad.

UIt een witte, dunne, verdeelde, herwaarts en derwaarts kruipende wortel, komen in de Lente sonder de bladen verscheide steeltjes, die op haar top een eenige geele bloem hebben: dese zyn gemeenlyk een halve spanne hoog, beset, gelyk als met kleene, lange blaadjes: de bloemtjes bestaan uit een menigte kleine bleek-geele draadjes, zynde digt by een geschikt, gelyk als een kleine Paarde-bloem, en dese werden van een groen, gebladert kokertjen omhelst. Dese bloem verandert eindelyk in een witte dons, die haast verwaaid werd. Na het afvallen der bloem komen eerst de bladen, komende seven ofte agt by malkanderen, sonder struik: hebbende yder een redelyk lange steel. De bladen zyn byna rond, dog in agt of tien tippen gedeelt, en daar benevens min ofte meer geschaart, van onderen met een witte dons bekleed, maar van boven geel-groen. En dese vergaan weder tegens den Winter.

Men vindse in 't land veel in de koorn-landen, en langs der selver wegen: en by de loopende wateren.

De bladen en wortelen zyn alleen in 't gebruik, zynde versagtende en rypende: en daarom werden sy in alle borst-ziekten gebruikt: als in hoest, engborstigheid, etter-blaas der long, enz. Hier van maakt men syropen, conserven, enz. maar best is het dat men de bladen kookt en dat selvige drinkt. Uiterlyk kan men die gebruiken in de plaats van keesjes-bladen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken