Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden (1698)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden
Afbeelding van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruidenToon afbeelding van titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.77 MB)

ebook (8.42 MB)

XML (1.11 MB)

tekstbestand






Illustrators

Jan Luyken

Caspar Luyken



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

(1698)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

CCCCCVII. Hoofd-stuk. Ulmus, Olm-boom, Ypen-boom, Herseleer.

DEn Olm is een vry hoogen en dikken boom. De buitenste schors is dik, rouw, oneffen en gespleten: maar die naarder aan het hout leggen, zyn taey en buigsaam. Het hout is hard, vast, bruin ofte geelagtig. De bladen zyn redelyk groot, langer dan breed, wat puntig toeloopende, rontom geschaart, rimpelig, wel door-ribt en donker-groen. En dese krygen somwylen eenige dikke

[pagina 617]
[p. 617]

knobbelen, in welke wormen, popjes en vliegen wassen, siet myn Boek van de Rupsen en Maden. In de Lente komen daar zeer veel geel-groene, platte, breede, dunne blaadjes aan, somtyds rond, en sommige byna als een hertjen, dat is een weinig uitgekeept, daar het na d'aarde toe ziet: sy bestaan uit twee dunne vliesjes, welke tusschen haar beiden in het midden een bruin, sagt en plat zaadjen hebben. Dese blaadjes gelykenen wel na de bellen van de hop: en dese zyn als de bloemtjes met haar zaad. De wortelen zyn dik, getak, en zig langs den rist der aarden uitstrekkende.

De Herseleer is den voorigen seer gelyk: maar heeft harder hout. De bladen zyn mede langer, van onderen gladder en bleeker groen: welke droog zynde niet onaangenaam rieken: ook krygen sy geen knobbelen.

Sy wassen beide in bosschen, langs de wegen, wallen, en cingels, aan de water-kanten, blyvende lang groen. Sy bloeijen en bladen in de Lente: maar het zaad valt haast af. Sy vermenigvuldigen door nieuwe scheuten der wortelen: en selden door haar zaad.

De bladen, van d'eerste voornamelyk, zyn voor de beesten een goed voedsel. Het hout is dienstig om veele dingen van te draeijen, en te verwerken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken