Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende (1688)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende
Afbeelding van Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomendeToon afbeelding van titelpagina van Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.11 MB)

ebook (6.73 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende

(1688)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 218]
[p. 218]

V. Een andere soort van Conchenilie, karmosyn gesegt.

DE Heer Georgius Segerus teikend aan in de agtste Aanmerkinge van het eerste jaar der Miscellanea curiosa, dat in Polen rontom de Stad Thorn sekere plant overvloedig groeit, en dat voornamelyk op sandagtige plaatsen. Sekeren artzenibereider, segt hy, heeft dese besien, die anders nedervallen, op een papier vergadert, en in de sonne geset, waar uit levende wormtjes quamen, welke de naam gegeeven wierden van Pools karmosyn: het kruid daar dese beesjes op sitten noemt men Polygonum Polonicum Cocciferum.

Den Heer M.B. à Bernitz maakt mede in het derde jaar van die Aanmerkingen mede gewag daar van, aldus, het syn, segt hy, roode besien,

[pagina 219]
[p. 219]

vol van een purper en bloedig sap, overeenkomstig met de koleur der Wormen, welkers bloed bequaam is om de zyde een schoone purperverwige glans te geven.

Tussen de Besien, Coccus genaamt, de Kermes en de Conchenilie is onderscheid, want de eerste komt van dese plant. De tweede van den boom Ilex, en de derde komt van een Indiaanse Vygeboom uit Peru.

Het Engelse Makkerschap schrijft dat 'er te Bermudas en Nieuw Engeland Besien souden groeijen, diese Redweed noemen: hier uit komen Wormen, die daar na in vliegende beesjes veranderen, die wat grooter syn als de Conchenilie, welke uit de eigenste besie haar voedsel krygen, in welke een koleur is, die de Conchenilie niet behoeft te wyken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken