Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende. Door eigen ondervindinge by een gebragt. Deel 3 (ca. 1695)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende. Door eigen ondervindinge by een gebragt. Deel 3
Afbeelding van Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende. Door eigen ondervindinge by een gebragt. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende. Door eigen ondervindinge by een gebragt. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.52 MB)

Scans (105.62 MB)

ebook (9.87 MB)

XML (0.03 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende. Door eigen ondervindinge by een gebragt. Deel 3

(ca. 1695)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio 15r]
[fol. 15r]

van de pauw-oog uil, met syn tonnetien en worm.

[doorgehaald: elfde ondervinding.]

wanneer ik buiten de uiterse poort was, om my wat te vertreden, graafde ik met Monsieur schynvoet, (een groot

[Folio 16r]
[fol. 16r]

[doorgehaald:19/] 2) kender van alle dese gedierties) soo gingen wy aan het graven onder de wilge boomen, alwaar wy ontrent een hand diep onder d'aarde verscheide swarte paapies vonden, die vry groot waren: merkt dat het in 't jaar van 1686 in februario een seer slappe winter was, en dat in strenge winters dese paapies vry dieper in de aarde sitten: het schynt dat het aanstaande saysoen, dese en andere gedierties meer, bekent is.

merkt aan dat men alle paapies en wormen meest vind digt aan de boomen, heiningen oft schutsel, niet om datse souden weten, dat aldaar d'aarde minst betreden word, maar om dat hare rypen langs de schuttingen, heiningen oft boomen nederklimmende, om sig tegens d'aanstaande koude in d'aarde te verbergen, sig in d' [doorgehaald: eerste] aarde diese [doorgehaald: vinden] eerst vinden verbergen.

dese paapies waren vry groot, en seer swart van koleur, even als ofse in den rouw waren: wy vonden der negen, die ik alle in een glas met aarde deede, en tot hare hervor-

[Folio 17r]
[fol. 17r]

3) minge.

in de bloeymaand, syn der verscheidene, d'een na d'ander uit gekomen, dog alle met onvolmaakte vleugels. Den Heer Swammerdam merkt aan datse alle wyfies syn, die onvolmaakte vleugels hebben, maar evenwel heb ik het tegendeel bevonden waar te syn: want het gebeurde den 22 der selve maand, dat er [doorgehaald: twee of] dry op eenen avond uit quamen (ik merk dat alle nagt-uilties des avonds uit komen en ook des avonds beginnen te spelen) waar van der twee staart aan staart speelden: dese bleven in dat fatsoen van den eenen avond tot den anderen. waar van het wyfien des anderen daags [doorgehaald:; een menigte] by de sestig groene eijeren lei.

Goedaart klaagt in syn laatste deel, de veertiende bev[ind]inge aan de letter O, dat hy dese paapies noit met volkomene vleugels heeft konnen krygen, maar altyd in een gekrompen en als versengt. ik heb evenwel de agste van de negen, volkomen uit gekregen den sesden van wiemaand. d' oorsaak deser onvolkomentheid schryf ik toe de schuddinge en beweginge, die dese paapies lyden

[Folio 18r]
[fol. 18r]

4) wanneer mense in een doos van buiten in de stad brengt, en dat daar door de tengere deelties die nog niet gestolt syn ligtelyk afgebroken werden, het welk soo niet geschied, wanneerse stil in de aarde blyven leggen, en van selve uitgebroet worden. en dewyl, als gesegt is, dat de stellinge, van dat de wyfies onvolmaakte vleugels souden hebben, anders te wesen bewesen is, soo dient hier nog by dat dese volmaakte sestig eijeren heeft geleid.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken