Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne (1663)

Informatie terzijde

Titelpagina van Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne
Afbeelding van Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan CelestyneToon afbeelding van titelpagina van Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.39 MB)

Scans (8.95 MB)

XML (0.45 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne

(1663)–Joan Blasius–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 27]
[p. 27]

XVIII. Kusje.
Hy vervloekt syn Tanden, waar meede hy haar Borsjes onder het kussen gequest hadde.

 
VErvloekte Tand, ontaarde, wreede,
 
Durft, gy, ô galoos schellemstuk!
 
De purpre tepels van mijn tweede
 
En weder helft, door Lipjes- druk
 
Met felle beeten soo beseeren?
 
Die Borsjes, die vrow Venus wicht
 
En Venus felf houd hoog in eeren,
 
En haar ten prijs Autaaren sticht?
 
Ellendige, kunt gy niet denkken
 
Hoe groot een Godheyd gy verstoort?
 
Poog niet mijn Celestyn te krenkken.
 
Gy krenkt Cypres, en al wat hoort
 
Ter liefd', als Jok en boerterijen.
 
De Charis Susters hoont gy al,
 
Wilt my van sulk een faal bevrijen
 
Daar ik onnoosel toe verval.
 
Ey, wilt my met geen gramschap dreygen:
 
Ik roep tot tuyg uw lichtend licht
 
Dat ik meer min, als dit mijn eygen,
 
Ik roep tot tuyg Diones wicht,
 
Ik roep tot tuyg uw Godlijkheeden,
 
(Want grooter Godheyd ken ik niet)
 
Dat sulk een wond aan sulke leeden
 
Met wrev'le voordacht niet geschiet.
[pagina 28]
[p. 28]
 
Maar doen de glans van uwe Borsjes
 
Soo heerlijk in mijn oogen scheen,
 
En ik soo graag die lekkre schorsjes
 
Wou kussen na veel min gebeen,
 
Heeft al mijn brant van heete minne
 
En lieve Liefd te seer gedrukt.
 
O gruw'lijk feyt! ô stout beginne!
 
Mijn leeven willig nederbukt
 
Om duysend straffen te verdraagen,
 
En duysend dooden uyt te staan,
 
Indien mijn dood door swaare plaagen
 
Van 't godloos feyt my kan ontslaan.
 
Vergram dan niet: uw schoone schoonheyd
 
Mijn Celestyn, soo onverwacht.
 
Die op uw Boesem rijk ten toon leyt,
 
Heeft my tot sulk een feyt gebracht.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken