Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Parijsche verzen (1923)

Informatie terzijde

Titelpagina van Parijsche verzen
Afbeelding van Parijsche verzenToon afbeelding van titelpagina van Parijsche verzen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.38 MB)

Scans (2.62 MB)

ebook (2.85 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Parijsche verzen

(1923)–Dop Bles–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 106]
[p. 106]

Ik zie, ik zie.

 
‘Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet!’
 
't Is van een spel het heele lied:
 
‘Wat zie je dan,
 
wat zie je dan?’
 
 
 
Donker is mijn kamer,
 
mijn kamer is mijn hart,
 
mijn hart, dat is een hamer,
 
- donker is mijn kamer -
 
mijn kamer is zoo zwart!
 
 
 
Ik ben alleen
 
alleen,
 
ik ben alleen gebleven;
 
vrienden gingen van mij heen
 
hun lach bleef hangen als geween....
 
Ik heb hen niet verdreven!
 
 
 
O het donker, o het zwart,
 
van mijn kamer, van mijn hart,
 
(mijn hart, dat is een hamer!)
 
langs mijn bed en op de spreien,
 
gaan de witte handen glij'en,
 
witte handen, van een vrouw,
 
vrouw, die ik vergeten wou....
[pagina 107]
[p. 107]
 
O het donker, o het zwart,
 
van mijn kamer, van mijn hart!
 
 
 
Ik zie oogen op de muren,
 
het zijn koortsen, het zijn vuren,
 
ik zie blonde vrouwenharen,
 
sulfrend langs de muren waren,
 
blonde haren van een vrouw,
 
vrouw, die ik vergeten wou....
 
 
 
O het donker, o het zwart
 
van mijn kamer, van mijn hart!
 
 
 
'k Zie een roode vrouwenmond,
 
ik zie tanden
 
op de wanden,
 
wit ivoor, dat rood verwondt!
 
Alle droomen van geluk,
 
bijten, breken tanden stuk,
 
tanden klapprend in de nacht
 
in een rooden mond die lacht!
 
 
 
O het donker, diepe zwart
 
van mijn kamer, van mijn hart!
 
 
 
Ik wil roepen, ik wil spreken,
 
lichten, lichten nu ontsteken,
 
'k wil der droomen dwaze logen
 
niet aanstaren met mijn oogen;
[pagina 108]
[p. 108]
 
ik geloof niet in die macht!....
 
O, die mond, die eeuwig lacht,
 
o, die moeë handgebaren,
 
die te doelloos om mij waren,
 
o, die oogen, die nog weten,
 
wat ik nimmer kan vergeten!
 
Blijft die mond dan altijd rood!
 
gaat dan nimmer, nimmer dood?....
 
 
 
Neen, ik wil niet met je spreken,
 
met de nacht zal je verbleeken,
 
dat je nu voor goed verging,
 
met de klamme schemering!
 
 
 
'k Zie, ik zie wat niemand ziet....
 
(niemand weet, dat ik verstiet).
 
O, dat hart, dat niet meer dan
 
't dwaas refrein herhalen kan:
 
‘Wat zie, je dan,
 
wat zie, je dan?’

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken