Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Leven in het verleden. Verzamelde aforismen (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van Leven in het verleden. Verzamelde aforismen
Afbeelding van Leven in het verleden. Verzamelde aforismenToon afbeelding van titelpagina van Leven in het verleden. Verzamelde aforismen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.64 MB)

Scans (2.86 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Editeur

H.T.M. van Vliet



Genre

proza

Subgenre

aforismen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Leven in het verleden. Verzamelde aforismen

(1996)–J.C. Bloem–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 166]
[p. 166]

Aantekeningen

I
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 1.
D: Aphorismen, p. [5].
VARIANTEN
1. verkeerd. < verkeerd?
2. wat, < wat
II
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 1.
D: Aphorismen, p. [6].
VARIANTEN
1. realisten, en zelfs: < realisten of
2. eeuwen bezig, < eeuwen lang bezig
3. eersten. < eersten. Maar zonder denkbeelden geen daden, dat is hun eenige verontschuldiging.
III
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 1.
D: Aphorismen, p. [7].
CORRECTIE
1. Byzantium,/Byzantium
VARIANTEN
2. middeleeuwen - dichterbij aan < middeleeuwen, dichterbij nog aan
3. om niet te zeggen < zoo niet
4. daalt < daalt,
5. verhindert. < verhindert. Maar is dit alles misschien noodig omdat de wereld zelf ook aan het ondergaan is door het toekomstige gebrek aan de voor het leven er-op volstrekt noodige grondstoffen? Zou de ondergang van de beschaving soms samenvallen met den ondergang van den mensch?
[pagina 167]
[p. 167]
IV
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 1.
D: Aphorismen, p. [8]-[9].
CORRECTIE
1. vervoering/vervoeringen
VARIANTEN
2. leed < leed,
3. dood - dat < dood, dit
4. gevoelens, < gevoelens
5. wereld, < wereld
6. om < over
7. zin, te wenschen, < zin te wenschen
8. dàn < dan
9. aanvaardt, < aanvaardt
10. doen, < doen
11. het vereischt < vereischt
12. zijn < diens
13. uit < van
14. Maar < En
15. eeuwig < eeuwig als een storm-avondrood
16. iets, < iets
V
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 2.
D: Aphorismen, p. [10].
VARIANT
1. Een van de meest juiste uitspraken, die ik ken. < Mijn noodlot in a nutshell.
Het citaat van Dostojewski is ontleend aan diens Aantekeningen uit het dodenhuis. (Vgl. F.M. Dostojewski, Verzamelde werken. Dl. III. Amsterdam, 1957, p. 24.)
VI
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 2.
D: Aphorismen, p. [II].
VII
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 2.
[pagina 168]
[p. 168]
D: Aphorismen, p. [12].
CORRECTIE
1. is/is.
VARIANTEN
2. onjuist, < onjuist
3. vaak < veel
4. doet), < doet)
5. in de kunst is < is
VIII
T: Standpunte 3 (1948), nr. 5 (augustus), p. 2.
D: Aphorismen, p. [13].
VARIANTEN
1. ter < als
2. is. Maar welk een verlies! < is.
IX
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 2.
D: Aphorismen, p. [14].
X
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 2.
D: Aphorismen, p. [15].
XI
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 2.
D: Aphorismen, p. [16].
XII
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 2.
D: Aphorismen, p. [17].
VARIANT
1. minder of anderen aan het bewind < minderen of anderen, aan de regeering
XIII
T: Standpunte (1948), nr. 3 (augustus), p. 2.
D: Aphorismen, p. [18].
[pagina 169]
[p. 169]
VARIANTEN
1. gepaard < gepaard gaande
2. dien < den
XIV
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 2.
D: Aphorismen, p. [19].
VARIANT
1. dat < dit
XV
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 3.
D: Aphorismen, p. [20].
VARIANTEN
1. siècle', < siècle'
2. savoir, < savoir
3. savoir, < savoir
De ‘stupide 19ième siècle’ is een uitspraak van Balzac (‘Lettre à l'Étrangère’ 15 november 1838), door Léon Daudet als titel gebruikt voor een van zijn beroemdste essays (Le stupide XIXe siècle, 1922). Bloem had grote bewondering voor de polemist Daudet. (Vgl. Het onzegbare geheim, p. 173.) Het bekende gezegde ‘tout savoir, c'est tout pardonner’ wordt wel in verband gebracht met een passage in de roman Corinne van Madame de Staël.
XVI
T: Standpunte 3(1948), nr. 3 (augustus), p. 3.
D: Aphorismen, p. [21].
VARIANTEN
1. E.A. Poe < Poe
2. zeker geen < geen
3. kant, die mij < kant die
Antoine-Joseph Wiertz (1806-1865) was een Belgische schilder van onder andere morbide en erotische voorstellingen naar de negentiende-eeuwse zwartromantische traditie waartoe ook vele verhalen van Poe behoren.
[pagina 170]
[p. 170]
XVII
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 3.
D: Aphorismen, p. [22].
XVIII
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 3.
D: Aphorismen, p. [23].
VARIANT
1. dat dit zoo is < dàt de democratie verkieselijk is
XIX
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 3.
D: Aphorismen, p. [24].
XX
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 3.
D: Aphorismen, p. [25].
VARIANT
1. nooit meer < nooit
XXI
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 3.
D: Aphorismen, p. [26].
VARIANT
1. doen < willen doen
XXII
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 3.
D: Aphorismen, p. [27].
VARIANTEN
1. mensch, < mensch (
2. onderscheidt, < onderscheidt)
3. Men [...] nu? < Men lacht om de lofdichten op de aanzienlijken in de vroegere eeuwen. Maar is er iets verachtelijkers dan de adepten van Hitler en Stalin? De goedpraters van iedere zonde tegen den geest (het lichaam nog daargelaten).
[pagina 171]
[p. 171]
XXIII
T: Standpunte (1948), nr. 3 (augustus), p. 4.
D: Aphorismen, p. [28].
VARIANTEN
1. beminde levenden < levenden
2. plegen [...] plegen. < plegen. Als ik één seconde van den dag niet aan W. [= Wim, de zoon van Bloem] denk, pleeg ik verraad tegenover hem. Maar het is voor een mensch niet mogelijk, dit verraad niet te plegen.
De uitspraak van Koestler luidt: ‘For to go on living is already a betrayal, a breach of solidarity towards the dead.’ (Arthur Koestler, Thieves in the night. Chronicle of an experiment. London, Macmillan & Co. ltd, 1946, p. 270; vgl.Fokke Sierksma, ‘Poëzie als ernst’. In: Commentaar op Achterberg. Opstellen van jonge schrijvers over de poëzie van Gerrit Achterberg.Verzameld doorFokke Sierksma. 's-Gravenhage, D.A. Daamen's Uitgeversmaatschappij N.V., 1948, p. 190.)
XXIV
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 4.
D: Aphorismen, p. [29].
VARIANT
1. Men [...] heeft. < Men leert pas uit de ondervinding als men er niets meer aan heeft.
XXV
D: Aphorismen, p. [30].
XXVI
D: Aphorismen, p. [31].
XXVII
D: Aphorismen, p. [32].
Met de verwijzing naar Shelley doelt Bloem waarschijnlijk op diens gedicht ‘Epipsychidion’. Zie hierna bij nr. XLVIII.
XXVIII
D: Aphorismen, p. [33].
[pagina 172]
[p. 172]
XXIX
D: Aphorismen, p. [34].
CORRECTIE
1. Das/das
Het citaat is ontleend aan: Richard Dehmel, Zwei Menschen. Roman in Romanzen. (Gesammelte Werke. Fünfter Band. Berlin, S. Fischer Verlag, 1908, p. 165.)
XXX
D: Aphorismen, p. [35].
Het citaat is ontleend aan: Graham Greene, The heart of the matter. London etc., William Heinemann, [1948]. p. 125.
XXXI
D: Aphorismen, p. [36].
XXXII
D: Aphorismen, p. [37].
CORRECTIE
1. kuischheid/kuisheid
XXXIII
D: Aphorismen, p. [38].
XXXIV
D: Aphorismen, p. [39].
XXXV
D: Aphorismen, p. [40].
XXXVI
D: Aphorismen, p. [41].
‘Modern love’ is een reeks van vijftig ‘sonnetten’ die geen veertien maar zestien regels tellen, gepubliceerd in de bundel Modern love, and poems of the English roadside, with poems and ballads (1862) van George Meredith.
[pagina 173]
[p. 173]
XXXVII
D: Aphorismen, p. [42].
XXXVIII
D: Aphorismen, p. [43].
‘Credo quia absurdum’: ‘Ik geloof het omdat het dwaas is’. De uitspraak wordt toegeschreven aan Tertullianus, hoewel hij de woorden nooit heeft gebruikt. (Vgl. Tertullianus, De carne Christi5,25.) Bloems variant betekent: ‘Ik geloof het omdat ik dwaas ben’.
XXXIX
D: Aphorismen, p. [44].
XL
D: Aphorismen, p. [45].
XLI
D: Aphorismen, p. [46].
‘Magna voluisse sat est’: ‘Het is voldoende grote dingen gewild te hebben’; variatie op ‘In magnis et voluisse sat est’ (Propertius, Elegiae 11,10,6).
XLII
D: Aphorismen, p. [47].
De Belgische dichter Émile Verhaeren (1855-1916) was in zijn tijd, vooral na de publicatie van La multiple splendeur(1906), een beroemde dichter die in geheel Europa werd geëerd. In 1911 prees Bloem hem in De beweging als ‘een groot dichter’. (Vgl. Het onzegbare geheim, p. 261-270.)
XLIII
D: Aphorismen, p. [48].
XLIV
D: Aphorismen, p. [49].
[pagina 174]
[p. 174]
XLV
D: Aphorismen, p. [50].
XLVI
D: Aphorismen, p. [51].
Vgl. nr. CXV.
XLVII
D: Aphorismen, p. [52].
XLVIII
D: Aphorismen, p. [53].
Met het begrip ‘le plaisir’ bedoelt Bloem het ‘op ongecompliceerde wijze en niet gehinderd door ethische of andere scrupules genieten van sexulatiteit en van andere gevoelens’ (‘l'abandon pur et simple à la sensation’; vgl. Robert Mauzi, L'idée du bonheur dans la littérature et la pensée françaises au XVIIIe siècle. Paris, 1960. p. 387-431; het citaat op p. 397.)
‘epipsychidionisten’: nieuwvorming, geïnspireerd op het gedicht ‘Epipsychidion’ (1821) van Shelley. Hierin heeft Shelley zijn visie op de liefde en schoonheid verwoord. Hij ging uit van de abstracte idee of het ideaal Schoonheid. Elke vrouw vertegenwoordigt een deel van het ideaal. Door zich in de liefde tot één vrouw te beperken, leert de man slechts één deel of aspect van de Schoonheid kennen. In de liefde voor telkens een andere vrouw ontmoet men elke keer nieuwe aspecten van het ideaal en benadert men zo de Schoonheid steeds dichter. Vandaar dat Shelley's gedicht wel wordt beschouwd als een pleidooi voor de vrije liefde.
D.H. Lawrence (1885-1930) was een van Bloems uitgesproken antipathieën in de Engelse literatuur. Diens beroemde roman Lady Chatterley's lover vond Bloem een ‘zot en stomvervelend boek’. (Vgl. Het onzegbare geheim,p. 860.)
XLIX
D: Aphorismen, p. [54].
[pagina 175]
[p. 175]
L
D: Aphorismen, p. [55].
LI
D: Aphorismen, p. [56].
LII
D: Aphorismen, p. [57].
LIII
D: Aphorismen, p. [58].
LIV
D: Aphorismen, p. [59].
LV
D: Aphorismen, p. [60].
LVI
D: Aphorismen, p. [61].
LVII
D: Aphorismen, p. [62].
‘sponzendoos’: metalen of glazen doosje met een vochtig sponsje dat kinderen vroeger mee naar school namen om hun lei schoon te vegen.
LVIII
D: Aphorismen, p. [63].
LIX
D: Aphorismen, p. [64].
LX
D: Aphorismen, p. [65].
‘The English mailcoach’ van Thomas de Quincey, door Albert Verweyin november-december 1896 in het Nederlands vertaald, bestaat uit drie delen. Het tweede deel gaat over de
[pagina 176]
[p. 176]
‘plotselinge dood’, door sommigen als een zegen beschouwd, door anderen, met name de christelijke kerk, als de ergste vloek die de mens kan overkomen, omdat de ongelukkige geen gelegenheid heeft zich op zijn einde voor te bereiden. Als voorbeeld haalt De Quincey een voorval aan dat hem is overkomen toen hij een tocht maakte op de postwagen van de Manchester-Glasgowpost. Onderweg weet De Quincey een frontale botsing van de postwagen met een jong paartje in een sjees ternauwernood te voorkomen door vanaf de bok de jongeman van het tegemoet komende rijtuig waarschuwend toe te schreeuwen.
De Engelse auteur Anthony Trollope (1815) werd op 3 november 1882 getroffen door een beroerte, terwijl Edith Tilley hem de roman Vice versa van F. Anstey voorlas. Trollope stierf op 6 december zonder de afloop van Vice versa te kennen.
LXI
D: Aphorismen, p. [66].
Het citaat ‘seul roman qu'on peut tirer de soi-même’ niet gevonden. De romanThe way of all flesh van Samuel Butler (1835-1902) verscheen postuum in 1903. Het Victoriaanse Engeland wordt erin gehekeld en geïroniseerd. In zijnThe authoress of the Odyssee (1897) probeerde hij te bewijzen dat de Odysseedoor een vrouw is geschreven. ZijnNote-bookswerden ook pas na zijn dood in verschillende delen uitgegeven. Bloem vergelijkt ze met de postume uitgaven van The notebooksvan Henry James (ed. F. O. Matthiessen and Kenneth B. Murdock, New York, 1947) en van Journal inédit 1887-1910 van Jules Renard (Paris, 1925-1927).
LXII
D: Aphorismen, p. [67].
CORRECTIE
1. liggende, gedachte/liggende gedachte,
LXIII
D: Aphorismen, p. [68].
[pagina 177]
[p. 177]
LXIV
D: Aphorismen, p. [69].
LXV
D: Aphorismen, p. [70].
LXVI
D: Aphorismen, p. [71].
LXVII
D: Aphorismen, p. [72].
LXVIII
D: Aphorismen, p. [73].
LXIX
D: Aphorismen, p. [74].
LXX
D: Aphorismen, p. [75].
LXXI
D: Aphorismen, p. [76].
‘La mort et le bûcheron’ is een fabel van La Fontaine: een arme houthakker bezwijkt onder de last van een bos hout. Hij overdenkt zijn miserabele leven en roept de Dood, die onmiddellijk verschijnt. Op diens vraag wat hij moet doen, antwoordt de houthakker: mij helpen de last weer op te nemen. De les van de fabel is dan:
 
Plûtot souffrir que mourir,
 
C'est la devise des hommes.
LXXII
D: Aphorismen, p. [77].
LXXIII
D: Aphorismen, p. [78].
[pagina 178]
[p. 178]
LXXIV
D: Aphorismen, p. [79].
Jacques de Kadt (1897-1988) was aanvankelijk actief in de communistische beweging, maar trad na de oorlog toe tot de PvdA. Hij was jarenlang als buitenlandspecialist voor de partij lid van de Tweede Kamer. Hij stond bekend om zijn anti-Russische houding, maar hij had ook forse kritiek op behoudende en reactionaire krachten in het Westen. In 1947 publiceerde hij een bundel essays onder de titel Verdediging van het Westen.
LXXV
D: Aphorismen, p. [80].
LXXVI
D: Aphorismen, p. [81].
De Franse maarschalk Philippe Pétain was een held uit de Eerste Wereldoorlog. Na de wapenstilstand van juni 1940 leidde hij de regering van het onbezette deel van Frankrijk, de zogenaamde Republiek van Vichy. Door zijn collaboratie met de Duitsers compromitteerde hij zich zodanig dat hij na de oorlog ter dood werd veroordeeld. Het vonnis werd gewijzigd in levenslang en in 1951 om gezondheidsredenen omgezet in een internering in een ziekenhuis.
Willem Mengelberg (1871-1951) werd in 1895 benoemd tot dirigent van het Concertgebouworkest. Onder zijn leiding verwierf het orkest zich internationale faam. Vermaard waren Mengelbergs uitvoeringen van de muziek van eigentijdse componisten, met name van Mahler. In verband met zijn welwillende houding tegenover de Duitse bezetter - Mengelberg dirigeerde in de oorlog ook Duitse orkesten - werd hem in 1945 een dirigeerverbod opgelegd, eerst voor het leven, later beperkt tot zes jaar.
LXXVII
D: Aphorismen, p. [82].
[pagina 179]
[p. 179]
LXXVIII
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 2.
LXXIX
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 2.
LXXX
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 2.
Samson Agonistes is een tragedie naar klassiek voorbeeld uit 1671 van John Milton (1608-1674) over de bijbelse figuurSamson.
LXXXI
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 3.
LXXXII
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 3.
LXXXIII
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 3.
LXXXIV
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 4.
LXXXV
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 4.
LXXXVI
T: Standpunte 3 (1948), nr. 3 (augustus), p. 4.
CORRECTIE
1. verbeelde?/verbeeldde?
LXXXVII
M: Werkschrift bl. 15r; gedateerd: 20.6.1954.
VARIANT
1. Wat [...] zelf? < Wat is het vreeselijkste sterven vergeleken bij de dood zelf?
[pagina 180]
[p. 180]
LXXXVIII
M: Werkschrift bl. 15r; gedateerd: 19.12.1955.
Het citaat is de slotzin van Shelley's essay A defence of poetry (1821).
LXXXIX
M: Werkschrift bl. 15r; gedateerd: 19.12.1955.
LXL
M: Werkschrift bl. 15r; gedateerd: 21.1.1956.
CORRECTIE
1. Iedere/Ieder
LXLI
M: Werkschrift bl. 15r; gedateerd: 2.2.1956.
VARIANTEN
1. ‘idealen’ < wenschen
2. ook < zelfs
3. daarin < erin
Bloem heeft ‘daarin’ vervangen door ‘in deze’, maar het daaropvolgende woord is in de kopie weggevallen; er was geen andere mogelijkheid dan de geschrapte lezing ‘daarin’ te herstellen.
LXLII
M: Werkschrift bl. 16r; gedateerd: 10.10.1956.
LXLIII
M: Werkschrift bl. 16r; gedateerd: 13.10.1956.
LXLIV
M: Werkschrift bl. 16r; gedateerd: 14.10.1956.
‘La perduta gente’: ‘de verloren mensen’. (Dante, La divina commedia. Inferno III.3.)
LXLV
M: Werkschrift bl. 16r; gedateerd: 25.11.1956.
Bloem schrapte dit aforisme, maar maakte later de schrapping weer ongedaan.
[pagina 181]
[p. 181]
LXLVI
M: Werkschrift bl. 16r; gedateerd: 25.11.1956.
Bloem schrapte dit aforisme, maar maakte later de schrapping weer ongedaan.
LXLVII
M: Werkschrift bl. 16r; gedateerd: Ommen 25.6.1960.
VARIANT
1. Geen [...] waard. < Het leven is de dood niet waard.
LXLVIII
M: Werkschrift bl. 16r; gedateerd: K[alenberg] juni 1960.
LXLIX
M: Werkschrift bl. 16r; gedateerd: Kalenberg 8.7.1960.
C
M: Werkschrift bl. 17r; gedateerd: 11.7.1960.
CI
M: Werkschrift bl. 17r; gedateerd: 11.7.1960.
CII
M: Werkschrift bl. 17r; gedateerd: 11.7.1960.
VARIANT
1. Ook z.g. onsterfelijke meesterwerken < Ook meesterwerken
CIII
M: Werkschrift bl. 17r; gedateerd: 15.7.1960.
VARIANT
1. ergerlijker < erger
CIV
M: Werkschrift bl. 17r; gedateerd: 23.7.1960.
CV
M: Werkschrift bl. 17r; gedateerd: 28.7.1960.
[pagina 182]
[p. 182]
CVI
M: Werkschrift bl. 17r; gedateerd: 28.7.1960.
VARIANT
1. zijn < komen
‘L'exactitude est la politesse des rois’: uitspraak van Louis XVIII (Vgl. Jacques Lafitte,Souvenirs dl. 1, p. 150.)
CVII
M: Werkschrift bl. 17r; gedateerd: 18.9.1960.
CVIII
M: Werkschrift bl. 17r; gedateerd: 30.11.1960.
Deze variante lezing van nr. CVII heeft Bloem niet opnieuw voluit geschreven. Op 30 november nummerde hij het laatste gedeelte van CVII en noteerde in de marge: ‘Ook 3 2 1.’
CIX
M: Werkschrift bl. 17r; gedateerd: 29.9.1960.
CX
M: Werkschrift bl. 17r en 16v; gedateerd: 15.10.1960/K[alenberg] 2.11.61.
De eerste zin dateert uit 1960, de rest werd in 1961, met een verwijsteken, op de tegenoverliggende linkerpagina toegevoegd.
CORRECTIES
1. vulgair/vulgair vulgair
2. volmaaktste/volmaakste
CXI
M: Werkschrift bl. 17r; gedateerd: 23.10.1960.
VARIANT
1. eigenlijk een vorm van oneerlijkheid. < au fond iets verwerpelijks.
CXII
M: Werkschrift bl. 17r; gedateerd: Ommen 7.2.1961.
[pagina 183]
[p. 183]
VARIANT
1. De meest sympathieke menschen [...] zijn < Het beste soort menschen [...] is
CXIII
M: Werkschrift bl. 18r; gedateerd: K[alenberg] 18.4.1961.
CXIV
M: Werkschrift bl. 18r; gedateerd: K[alenberg] 22.4.1961.
CXV
M: Werkschrift bl. 18r; gedateerd: K[alenberg] 22.4.1961.
Vgl. nr. XLVI.
CXVI
M: Werkschrift bl. 18r; gedateerd: K[alenberg] 22.4.1961.
CXVII
M: Werkschrift bl. 18r; gedateerd: A[msterdam] 28.4.1961.
CXVIII
M: Werkschrift bl. 18r; gedateerd: K[alenberg] 29.4.1961.
CXIX
M: Werkschrift bl. 18r; gedateerd: K[alenberg] 29.4.1961.
VARIANT
1. dikwijls < meestal
CXX
M: Werkschrift bl. 18r; gedateerd: K[alenberg] 25.10.1961.
[pagina 184]
[p. 184]
VARIANT
1. met < aan
CXXI
M: Werkschrift bl. 18r; gedateerd: K[alenberg] 2.11.1961.
Bloem voegde tussen haakjes de aantekening toe: ‘hoort bij “Democratie” enz.’ Vgl. nr. CXV.
CXXII
M: Werkschrift bl. 18r; gedateerd: K[alenberg] 15.1.1962.
CXXIII
M: Werkschrift bl. 18r; gedateerd: K[alenberg] 25.1.1962.
VARIANT
1. zal zien < heeft gezien
CXXIV
M: Werkschrift bl. 19r; gedateerd: K[alenberg] 10.2.1962.
CXXV
M: Werkschrift bl. 19r; gedateerd: K[alenberg] 12.2.1962.
CXXVI
M: Werkschrift bl. 19r; gedateerd: K[alenberg] 18.2.1962.
CXXVII
M: Werkschrift bl. 19r; gedateerd: A[msterdam] 25.2.1962.
CXXVIII
M: Werkschrift bl. 19r; gedateerd: K[alenberg] 26.2.1962.
[pagina 185]
[p. 185]
CORRECTIE
1. essentieel/essentiëel
VARIANT
2. ofschoon < hoewel
CXXIX
M: Werkschrift bl. 19r-18v; gedateerd: B[ergen] l7.4.1962/K[alenberg] 4.11.1962.
Aanvankelijk eindigde dit aforisme met ‘Ouida in.’ In november 1962 veranderde Bloem de punt in een komma en voegde hij het tweede gedeelte van de zin en de verwijzing naar Chesterton en Douglas toe.
De roman Eline Vere verscheen in maart 1889; Louis Couperus was toen vijfentwintig jaar. Ouida was het pseudoniem van de Engelse schrijfster Marie Louise de la Ramée (1839-1908). Zij werd zeer bekend met haar romantische romans die in de hoge kringen speelden. Couperus las die romans toen hij vijftien was en heeft later verschillende malen getuigd van zijn grote bewondering voor Ouida. Norman Douglas schreef met respect en bewondering over haar in zijn essay ‘Viareggio, May’, opgenomen in de bundel Alone (London, 1921). Chesterton noemde haar in zijn boek The Victorian age in literature (London, Williams and Norgate, [1913]. p. 116-118). Vgl.Het onzegbare geheim, p. 882-884.
CXXX
M: Werkschrift bl. 19r; gedateerd: K[alenberg] 9.5.1962.
CXXXI
M: Werkschrift bl. 19r; gedateerd: K[alenberg] 26.5.1962.
CXXXII
M: Werkschrift bl. 19r; gedateerd: K[alenberg] 4.11.1962.
Het eerste citaat is ontleend aan: Racine,PhèdreI,1,36; het tweede aan: Shakespeare,OthelloIII,3,456. (Vgl. Het onzegbare geheim, p. 765, 869.)
[pagina 186]
[p. 186]
CXXXIII
M: Werkschrift bl. 20r; gedateerd: K[alenberg] 3.12.1962.
CXXXIV
M: Werkschrift bl. 20r; gedateerd: K[alenberg] 3.12.1962.
CORRECTIE
1. Hofmannsthal/Hofmannstal.
De titel(?) ‘Four major poets emerged’ niet teruggevonden; misschien was het de titel van een bloemlezing of van een artikel.
CXXXV
M: Werkschrift bl. 20r; gedateerd: K[alenberg] 3.12.1962.
Waarschijnlijk bedoelt Bloem: William Shakespeare,Poems.London, Nonesuch Press, 1953. The New Nonesuch Shakespeare.
CXXXVI
M: Werkschrift 20r; gedateerd: K[alenberg] 3.12.1962.
CXXXVII
M: Werkschrift 20r-21r; gedateerd: K[alenberg] 4.12.1962.
CXXXVIII
M: Werkschrift 21r; gedateerd: K[alenberg] 7.12.1962.
CXXXIX
M: Werkschrift 21r; gedateerd: K[alenberg] 7.12.1962.
CXL
M: Werkschrift 21r; gedateerd: K[alenberg] 10.12.1962.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken