Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het verlangen (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het verlangen
Afbeelding van Het verlangenToon afbeelding van titelpagina van Het verlangen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.41 MB)

ebook (2.99 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het verlangen

(1921)–J.C. Bloem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 75]
[p. 75]

Verzaliging

 
O wereld, eindelooze mooglijkheden,
 
Met welk een duizelende onstuimigheid
 
Heb ik me aan 't hart gestort van uwe steden,
 
Me aan de open vrijheid, uw gebied, gewijd.
 
 
 
Waar mij de verten van uw wegen voerden,
 
Ik heb me in 't schuimen van uw lust gebaad
 
Nooit met den vlakken vreê der onberoerden,
 
Wier droom niet verder dan hun heden gaat.
 
 
 
En altijd bond mij weer een nieuw bekoren:
 
Hier een wit huisje tusschen golvend graan;
 
Ginds een oud stadje om een verweerden toren;
 
Een vliet, waarlangs de trage schepen gaan.
 
 
 
Toch, meest van al heb ik uw zin gewonnen,
 
Niet uit het stille schoon van woon en land,
 
Maar waar de daden van de menschen bronnen,
 
En liefde hart aan hart te zamen brandt.
 
 
 
Dan, nimmer week van mij dit ééne vragen:
 
Waar ligt mijn eindelijk geluk bereid?
 
En de eeuwge droomen togen, en de dagen...
 
Toen vond het mij, opeens en onverbeid.
 
 
 
Opeens. Het leven heeft voor mij verkoren,
 
Het goede leven, dat, gerecht en mild,
 
Eerder noch later dan het is beschoren
 
Het wilde walen onzer droomen stilt.
 
 
 
De zomeravond was al diep gezonken
 
Tusschen de hooge huizen van de stad.
 
De schaduw spon haar teederheid, doorblonken
 
Van tooverige schijnen langs mijn pad.
 
 
[pagina 76]
[p. 76]
 
Ik hoorde stemmen lachen, klanken beven
 
Van lust, die niet eer dan deze aarde dooft.
 
De onsterfelijke volheid van te leven
 
Steeg me als een dronkenschap naar 't duizlend hoofd.
 
 
 
En, waar een steeg haar beek van ruischend duister
 
Doet glijden in den woelgen stroom der straat,
 
Daar doemde in 't spel van schaduwen en luister
 
De glimlach van een blank en teer gelaat.
 
 
 
Toen sloeg de vloed der liefde over mij henen,
 
Kolkte en stuwde zich op, schuimend en steil,
 
Maar viel dan neer tot stilte, licht-doorschenen,
 
En liet mij gloeiend van het nieuwe heil.
 
 
 
Langs donkre huizen en stille gezichten
 
Van menschen, langs het luwen van den nacht,
 
In droomen, gonzende van wordend dichten,
 
Ben ik gegaan tot waar me uw wonder wacht,
 
 
 
Tot waar uw weldaden zich mijwaarts neigen,
 
Leven, o hartslag van dit kort bestaan!
 
Willig verwonnen, onverbreekbaar eigen,
 
Hang ik de slippen van uw waden aan.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken