Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het verlangen (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het verlangen
Afbeelding van Het verlangenToon afbeelding van titelpagina van Het verlangen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.41 MB)

ebook (2.99 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het verlangen

(1921)–J.C. Bloem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 97]
[p. 97]

Allerzielen

 
De najaarsluchten jagen, zwaar en zwart;
 
In mistge wolken waait een kille regen,
 
Een strenge stilte is in mijn ernstig hart,
 
Terwijl ik wandel langs de drasse wegen.
 
 
 
Weer is de dag, dien het herdenken wijdt
 
Aan 't vrome feest van de verscheiden zielen,
 
Dat de gedachten naar de dooden leidt,
 
En aan hun graven ze doet nederknielen.
 
 
 
Wellicht dat in een zuidelijker land
 
De steenen schuil gaan onder weelge verven
 
Van bloemen die, een levende offerand'
 
Van kleur en geur, op 't blinkend marmer sterven.
 
 
 
Daar wordt het leven moeiteloos geleefd,
 
En zacht door den vertrouwden dood besloten,
 
Wiens beeld, als weerschijn op een water, beeft
 
In de geruste zielen der devoten.
 
 
 
Hier biedt zich slechts een late en kaarge bloei
 
Aan de verkleumde handen van de pluikers;
 
Zij winden huiverend een poovren groei
 
Tot schaamle kransen en verschraalde ruikers.
 
 
 
Ons leven gaat in moeite en arrebeid,
 
In lage zorg om 't dagelijksch gewemel,
 
Waar soms een felle vreugd doorhenen splijt,
 
Als 't gele zonlicht door een onweershemel.
 
 
 
Maar, hoe dit zij, wij wenschen anders niet,
 
En zijn niet minder één met onze dooden:
 
Hun zware werk bereidde ons dit gebied,
 
Wij zijn gebonden nog door hun geboden.
 
 
[pagina 98]
[p. 98]
 
Al moge, een oogenblik van zwakte en leed,
 
Ons hunkren streven buiten de enge palen,
 
Het keert weldra weer heemwaarts, want het weet:
 
Wij kunnen nergens ruimer ademhalen.
 
 
 
Wij schijnen loom, naar lichaam en naar geest,
 
Geringe slaven van een gierige aarde;
 
Maar wie bevroedt den droom, die ons geneest,
 
En altijd weer herschept tot hooger waarde?
 
 
 
Zóó heeft het leven hier ons geformeerd:
 
Een wil, verwant aan deze barre hoven,
 
Een hart, dat duldt en eindeloos begeert -
 
De wilde hemel van den droom daarboven.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken