Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzamelde beschouwingen (1950)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzamelde beschouwingen
Afbeelding van Verzamelde beschouwingenToon afbeelding van titelpagina van Verzamelde beschouwingen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.17 MB)

Scans (2.58 MB)

ebook (3.08 MB)

XML (0.48 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzamelde beschouwingen

(1950)–J.C. Bloem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]
Aan de velen, die mij meer dan drie jaren lang gastvrijheid hebben verleend, en in het bijzonder aan C. en H. Bouman-Hofstede Crull en R. en W. Gispen-van de Griend
Amsterdam, Maart 1950
[pagina 6]
[p. 6]

Voorrede

Dit boek is, en na lange aarzeling, grooter geworden dan het aanvankelijk was gedacht.

Het oorspronkelijke plan was, alleen de eerste drie prozastukken te herdrukken. Deze hebben dit gemeen - wat ze tevens van de andere, ten slotte opgenomen beschouwingen onderscheidt -, dat zij meer van algemeenen aard zijn, niet geschreven naar aanleiding van een bepaalde figuur of een bepaald werk.

Het eerste, ‘Over het Verlangen’, is al heel oud. Ook bij de vluchtigste lezing moet men bemerken, dat het een andere wereld is waarin het geschreven kon worden. Heeft de leeftijd, waarop het werd geschreven, ook iets te maken met het uitzicht op wereld en leven, dat erin wordt uitgesproken, en dat langzamerhand steeds meer in zijn tegendeel is verkeerd? Het is ondenkbaar, dat dit niet het geval zou zijn. Maar juist omdat men iets dergelijks nooit meer zou kunnen schrijven, moet men er niets in veranderen; dit zou neerkomen op een vervalsching van het verleden door het heden.

Met veranderingen ben ik trouwens over het geheel genomen zeer spaarzaam geweest. In de eerste plaats - laat ik dit eerlijk bekennen -, omdat ik het een buitengewoon vervelend werkje vind om in die voor het meerendeel oude stukken te gaan zitten peuteren. Maar in de tweede plaats, omdat het mij ook principieel niet juist voorkomt, zooals ik hierboven al aangaf, vroegere ervaringen te gaan zien in het licht van latere. De veranderingen, die ik heb aangebracht, komen dan eigenlijk ook uitsluitend neer op stylistische.

Met één belangrijke uitzondering. En te dien aanzien moet ik wat uitvoeriger zijn.

Mijn beschouwingen zijn alle geschreven, zooals reeds uit de inhoudsopgave kan blijken, naar aanleiding van letterkundige voortbrengselen. Maar in een tijd als de onze, en zeker sinds den eersten wereldoorlog, is het niet mogelijk, en zou het trouwens ook niet wenschelijk zijn, die geheel los te maken van het leven,

[pagina 7]
[p. 7]

zooals dat zich vertoonde aan de besprokenen zoowel als aan den bespreker. Concrete politieke beschouwingen zal men er, opzettelijk, niet in aantreffen, maar incidenteel was het niet mogelijk, opmerkingen geheel te vermijden, die met de samenleving te maken hadden, om het zoo ruim mogelijk te zeggen.

Die samenleving nu was grootendeels die van het entre-deux-guerres 1918-1940. En het dunkt mij nu zeer gewenscht, ja volstrekt noodzakelijk, tot goed verstand van die beschouwingen, te wijzen op de verandering, die na de laatste oorlog in mij zich heeft voltrokken.

Of eigenlijk niet in mij, ten minste niet wat het meest essentieele betreft. De mensch verandert eigenlijk nooit in zijn diepste wezen. Maar wel kunnen de omstandigheden, waaronder hij leeft, voor hem aanleiding zijn, eenigszins anders tegenover de dingen te staan, niet, ik herhaal het, omdat hijzelf, maar omdat die dingen veranderd zijn.

Na afloop van den eersten wereldoorlog kwam er een, in het algemeen volkomen gerechtvaardigde, critiek los op de samenleving, die zich overal democratisch noemde (welke precaire beteekenis men overigens aan dit altijd min of meer vage woord gaf). Die critiek groeide met de toenemende economische malaise, en leidde eindelijk tot het ontstaan van het fascisme in Italië. Het feit, dat dit van meet af aan op de meest oneerlijke wijze door de groote pers in alle landen werd weergegeven en bestreden kon voor de onpartijdigen de voortreffelijke elementen, die het behelsde, niet verdoezelen, en vervulde hen met een nieuwe hoop - die wel de laatste zal zijn geweest. Immers, na eenige glorieuze jaren, zette met de overwinning van het fascisme in Italië meteen het verval ervan in. En toen Duitschland met de caricatuur ervan, het verfoeilijke nazisme, ging meedoen (Duitschland, waarvan men, met omkeering van een bekend gezegde, kan zeggen, dat het alles bezoedelt, wat het aanraakt), toen was het hek van den dam en eindigde de laatste poging, die de wereld had kunnen redden (gesteld dat de wereld ooit te redden is) in een beestachtigheid, waarbij vergeleken de slechtste democratie nog een idylle was.

[pagina 8]
[p. 8]

In het licht nu van den afloop heb ik in sommige stukken enkele passages en uitdrukkingen weggelaten of wat verzacht. Veranderd, ik herhaal het, heb ik niets essentieels, omdat mij dit, zooals ik al heb betoogd, niet juist leek. Maar wie het bovenstaande heeft gelezen, zal dit, dunkt mij, kunnen billijken.

Ten slotte moet ik nog rekenschap afleggen van het opnemen van de stukken zelf, die in dezen bundel zijn opgenomen, behalve van de eerste drie, waarover ik in den aanvang al sprak. Het heeft geen zin, dit van ieder stuk afzonderlijk te doen. Maar ik zou dit willen zeggen: mijn streven is geweest, alleen die boekbesprekingen enz. op te nemen, die een wat ruimere beteekenis hebben dan alleen een critiek op een bepaald boek of bepaalde boeken. Ik denk bijvoorbeeld aan de beschouwingen over rhetoriek, waaraan Verwey en Gerretson ook hebben deelgenomen. Geheel consequent ben ik in dezen natuurlijk ook weer niet geweest. Soms ook heb ik iets opgenomen uitsluitend om het belang van de besproken figuur.

Maar genoeg, het woord is thans aan den lezer.

 

Zwolle, 20 Januari 1950.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken