Ben ik eigenlijk wel links genoeg?
(1974)–Jan Blokker– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 35]
| |
‘Hè?’ ‘Opstaan!’ ‘Hoe laat is 't dan?’ ‘Half negen al.’ ‘Maar het is zaterdag.’ ‘Ja, maar we zouden naar de Vietnamweide.’ ‘De Vietnamweide is de hele dag, en morgen ook nog.’ ‘Maar misschien beginnen ze wel met cabaret, en dat wil ik niet missen. Elsje de Wijn en zo. En Leen Jongewaard.’ ‘Wie?’ ‘Leen Jongewaard. Van King Korn, weet je wel. Heb je dat van de week niet in Het Parool gelezen? Die man is er kapot van. Die staat er echt helemaal achter. Niet politiek, want dat kan hij als artist natuurlijk niet beoordelen, maar emotioneel. Dat daar allerlei mensen onschuldig in de puree zitten.’ ‘Op die Vietnamweide?’ ‘Doe niet zo misselijk. In Vietnam natuurlijk. Adèle Bloemendaal kan ook al niet.’ ‘Is die er tegen?’ ‘Doe niet zo mal, en lees de krant, dan had je kunnen weten dat Adèle Bloemendaal het ook een schandalige toestand vindt. Adèle heeft letterlijk gezegd dat ze absoluut tegen de uitroeiing van dat volk is. Maar ze mag om medische redenen niet optreden van haar dokter.’ ‘Het is trouwens ook pokkeweer. Lekkere natte boel op zo'n weide. Moet ik soms rheumatiek krijgen?’ ‘Kreeg jij maar eens rheumatiek, misschien zou je dan ook eens meer begrip kunnen opbrengen voor het leed dat daar geleden wordt. Sta nou op, want ik wil in ieder geval Rob Hoeke en Supersister horen.’ ‘Nee, ik sta niet op. Ik ben principieel tegen ludieke acties.’ ‘Jij bent nergens principieel tegen, je bent alleen maar te beroerd om uit je luie nest te komen. Daarom bereik jij nooit wat. Jan Wolkers is er wèl!’ ‘Zeker weer in z'n blote kont?’ ‘Hoon jij maar, blijf maar zo lang mogelijk in je bed liggen, blijf jij maar een sjagrijnige Hollandse kankeraar in de Volkskrant. Toevallig komt Bert Haanstra voor zo'n manifestatie wèl z'n bed uit en toevallig is die net gisteren hij bevordering officier in de orde | |
[pagina 36]
| |
van Oranje Nassau geworden. Doe nou niet zo flauw. Je hoéft helemaal niet naar Willem Breuker of naar Henk van Ulsen te luisteren - er is ook schaken en dammen. We komen op die manier nooit meer eens ergens.’ ‘We kunnen vanmiddag toch een kopje thee gaan drinken in het geheel vernieuwde American?’ ‘Reuze leuk hoor, terwijl Harry Mulisch en Hein Donner en alle andere mensen die een beetje interessant zijn in het Amsterdamse Bos zitten. American zit vandaag en morgen vol reactionaire hufters, ik wil naar die weide. Jij bent toch ook tegen die Amerikaanse bombardementen?’ ‘Als ik nou het raam openschuif en ik roep heel hard Nixon Moordenaar - dan hoef ik niet eens m'n bed uit en het effect is veel groter, want al die maffe mensen die hier in de straat wonen hebben die injectie méér nodig dan Leen Jongewaard en Adèle Bloemendaal. En dan zet jij gezellig die LP van Q-65 op en je zet koffie en als de koffie op is doe ik het raam nog een keer open en ik roep: Alle Vuile Rot Amerikanen Onmiddellijk Uit Indo-China. Want dat meen ik, dat weet je.’ ‘Ik word onpasselijk van je. Jij zult niets nalaten om er voor te zorgen dat mijn hele weekend weer verpest wordt. Dat is het enige waar het jou omgaat. Ik wil naar het ballet van Helen Leclerq en jij verzint alleen maar smoezen om het te verhinderen. Het is misschien wel de laatste keer dat we naar zoiets toe kunnen - straks heeft die rotzak van Nixon al z'n troepen teruggetrokken, of die Parijse onderhandelingen schieten ineens op en het is uit. Dáár zit jij op te hopen, hè? Dat het niet meer hoeft. Vuile lafbek. Blijf maar in je bed, hoor. Ik hoop dat je er in stikt. Roep jij maar scheldwoorden uit het raam - dan mag ik lijen dat ze de politie op je afsturen en dat die je in mekaar timmeren. Ik ga wel weer alleen naar het Radioblazersensemble.’ |
|