Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Iwein van Aelst (1128); Het blijspel van Mevrouw de Caumartin (1842)

Informatie terzijde

Titelpagina van Iwein van Aelst (1128); Het blijspel van Mevrouw de Caumartin
Afbeelding van Iwein van Aelst (1128); Het blijspel van Mevrouw de CaumartinToon afbeelding van titelpagina van Iwein van Aelst (1128); Het blijspel van Mevrouw de Caumartin

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.55 MB)

ebook (2.77 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Iwein van Aelst (1128); Het blijspel van Mevrouw de Caumartin

(1842)–Ph. Blommaert, A.L.G. Bosboom-Toussaint–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[pagina 60]
[p. 60]

IX.

Des anderen daegs had de markiezin een lang en geheim gesprek met de barones d'Autaine en den voornamen heer, dien Zéphirine beheerschte. Iets later kwamen ook de baron de Breteuil en de geneesheer der markiezin. Andere bezoeken werden niet ontvangen. Tegen den middag werd het ruchtbaer dat de markiezin een togtje naer het land voorhad, en dat de barones d'Autaine en Mynheer De.... de invitatie-kaertjes uitdeelden. Ieder wilde daer by zyn; men begreep dat het tooneel van den avond zoude ontraedseld worden, en elk wilde het einde zien.

De élégante wereld stroomde dus toe op het bepaelde uer van den togt.

[pagina 61]
[p. 61]

Oogverblindend schitterde het ryke vernis der rytuigen en het pleet en zilver der assen, en het glanzige haer der moedige paerden, en de blinkende zyde der vrouwen-kleedingen, en hare heldere oogen en hare zuivere edelgesteenten in de krachtige July-zon. Het scheen een jubelfeest der menschen, waerby de natuer juichte. De berline der markiezin, meer comfortable dan de draegstoel van eenen abbé uit de 17de eeuw, opende den trein. Haer geneesheer, de baron de Breteuil en de voorname heer waren by haer. Dan volgde Zéphirine's lichte bevallige calèche, met de pracht harer livereijen en paerden. En de arme man, die eens met eenen zoo somberen blik naer dien aenmatigenden glans had opgezien, zat tegenover haer. Slechts teekenden nu zyne trekken meer onrust, en pynlyker was zyn grimlach, en dieper boog zich zyn hoofd. Hy gevoelde zich minder rein. Hy had minder trots. Hy dacht na over de zonderlinge lotswending, die hem in dit zelfde rytuig geplaetst had, waervan vroeger de koetsier met zoo veel verachting op hem had nedergezien. Het ergerde hem, dat hy niet onbezoedeld was gebleven van de smetten der maetschappy. Hy had der lengen en het bedrog de hand geleend. Voortaen mogt hy het hoofd niet meer opheffen tegen de ondeugd, wier medepligtige hy geworden scheen. Eene enkele gedachte hield hem nog staende. Deze toegevendheid was de laetste, welke

[pagina 62]
[p. 62]

van hem zou gevergd worden. Voortaen zonde hy weder zich zelven behooren, al moest hy ook dat gansche kaertenhuis van die gedroomde fortuin in duigen schoppen, om met zyne gade van lagen handenarbeid te leven.

Zoodanige overwegingen maekten hem juist niet spraekzaem. De barones moest zich dus te vreden houden met Henri's aerdigheden over hetgeen hy hunne pelgrimaedje naer het Eldorado noemde, waervan Mevrouw de Caumartin de Columbus zyn zoude. Het was toch geen onbekend oord, waerheen zy hen voerde. Ieder kende haer bekoorlyk landhuis in de nabyheid van Saint-Cloud, dat zy nimmer bewoonde, en toen men eene wit gepleisterde façade heenschynen zag door het donker geboomte, was De l'Hôpital misschien de eenige die niet wist, dat men het doel naderde. Men reed de zacht opwaerts hellende laen in. Talryke bedienden liepen toe, en maekten zich meester van de rytuigen, die men verliet. Mevrouw de Caumartin, door Mynheer De.... ondersteund, ging hare gasten voor, naer een breed terras, waer men, op het zachte grastapyt, byna iedere bloemsoort der vier werelddeelen, in sierlyke vazen, vertegenwoordigd zag. Zéphirine nam den arm van Julius. De anderen volgden. By het eerste gedruisch der aenkomenden had zich de breede glazen deur der koele vestibule geopend, en eene jonge vrouw vertoonde zich op den dorpel als vriendelyke godesse der

[pagina 63]
[p. 63]

herbergzaemheid. Op éénmael klonk er een snelle uitroep: Julius rukt zich los van Zéphirine, en ylde toe op die jeugdige vrouw, en zonk in de armen zyner Loïse!

- ‘Daer is weder myn spelbreker, sprak Mevrouw de Caumartin: hy kan niet eens wachten tot ik hem voorstel. En nu, myne dames! gy had misschien een landelyk feest verwacht; vergeeft het my, zoo ik u niets anders schenk dan het laetste bedryf van een blyspel. Men had Mynheer De l'Hôpital zyne gade ontschaekt, opdat hy zich vryer in onzen kring zoude kunnen bewegen. De toovergodin van zyn leven geeft hem haer thans in een bloemenpaleis terug. Het is zeker dat hy veel heeft gemord, en van zyne onderwerping zaegt gy een staeltje in myn salon; ook zoude de beproeving nog niet geëindigd zyn, zoo niet de barones d'Autaine en Mynheer De.... myne tooverroede gezegend hadden.

- Om u dit duidelyk te maken (dus wendde zich Mynheer De.... tot Julius, die, met zyne Loïse aen de hand, byna niet luisterde), neem ik de vryheid, van my zelven te spreken. Voor eenige dagen werd ik benoemd tot gezant aen het B....sche Hof; men liet my de keuze van eenen eersten secretaris. Reeds lang hoorde ik overal uwe verdienste roemen, en de barones betreurde het byzonder, dat uwe talenten ongebruikt bleven. Natuerlyk viel myne eerste gedachte op u; dan, er was eene zwarigheid: gy waert niet gehuwd, en by

[pagina 64]
[p. 64]

de stemming van het Hof, waerheen wy vertrekken, voegt beter een gevestigd man, dan een jonge salonheld. Toen had de barones de goedheid my in te lichten, en ik twyfel niet, Mynheer! of gy zult de plaets willen innemen, die u toekomt.’

Julius stond als verplet onder de overmaet van zyn geluk. Twee groote tranen in zyn oog maekten zyne stomme buiging en zyne stamelende woorden goed; zyne Loïse zonk voor hem aen de voeten van den gezant, aen die van Zéphirine, en in de armen van Mevrouw de Caumartin. - ‘Ik breng u meer gasten dan ik u beloofd had, zeide haer deze; maer ik weet dat er welkome onder zyn.’

Wy kunnen niet meer iederen uitroep, iedere verwondering, iedere dankbaerheid afmalen. Julius, aen de voeten van Mevrouw de Caumartin, vergeefs zoekende naer woorden van dank; Julius in de armen zyner blinde moeder, door den baron en Mina voortgeleidt; de groepen van toejuichende gasten, de hooge blos op de wangen derdeugdzame vrouwen, de blinkende traen in het oog der lieve meisjes; de welwillende grimlach op het gelaet der mannen; ziedaer de hoofdtrekken van een tooneel, dat verder werd afgespeeld in de ruime gezelschapszael; en dan dat edele woord van den baron, die Henri toevoegde, nadat hy gezegd had: - ‘Als ik nu terug denk aen het Bois de Bologne, dan heeft toch de

[pagina 65]
[p. 65]

luim eener schoone vrouw dat alles gedaen. - De luim eener vrouw! jongeling! misken dan toch niet altyd de hand der Voorzienigheid!’

En by het terugkeeren naer Parys zeide een der gasten: ‘Als de markiezin van haren divan opryst, dan is het om wel te doen;’ en een ander voegde er by: ‘Men vermaekt zich niet zoo in het Théâtre-Français als by de blyspelen van Mevrouw de Caumartin! - ‘Was dáér voor De l'Hôpital slechts een baron de Breteuil! zuchtte de geneesheer.’

En die korte woorden verschoonen den lezer van myne toepassingen: hy vinde die zelf uit, en make zelf zyne besluiten op; zoo het mogelyk konde zyn, dater in myne flauwe schetsen iets gevonden werd, dat anderen te denken gaf.

 

einde.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken