Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De veldwachter van Laterveer (1870)

Informatie terzijde

Titelpagina van De veldwachter van Laterveer
Afbeelding van De veldwachter van LaterveerToon afbeelding van titelpagina van De veldwachter van Laterveer

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

Scans (2.92 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De veldwachter van Laterveer

(1870)–Rinse Koopmans van Boekeren–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XIII.
Sterker dan de held, die eene stad verovert.

't Was buiten nog niet geheel donker, doch in de kleine woning van vrouw Stakkers zou toch de lamp moeten opgestoken worden, als iemand daar nog de voorwerpen had willen onderscheiden. Men verloor er echter niet veel bij, althans niet diegenen, die slechts voor weelde en pracht een oog hebben, want het huisraad der weduwe was zeer eenvoudig, ja, armoedig te noemen. Zoo donker als het daar in huis was, zoo donker en treurig was het ook in het hart zijner bewoners.

Jan had bij den haard plaats genomen en tuurde met

[pagina 86]
[p. 86]

droevigen blik in het flauw brandende vuur, grootendeels uit heideplaggen, en een enkele glimmende turf bestaande. Zijne moeder zat bij de tafel te breien, en de jongere kinderen aten zwijgend hun snede roggebrood.

‘Och jongen, dat deze slag mij nu ook nog moest treffen!’ zuchtte vrouw Stakkers.

‘Kom moeder,’ zei Jan, ‘ik zal wel weer werk krijgen; we moeten den moed zoo gauw niet opgeven.’

‘Ja, Jan, je hebt goed praten, jongen, maar je bent bij den dokter geweest, en die wil je niet hebben, en de notaris kan je ook niet gebruiken. Och, och, waar moet het heen!’

‘Maar moeder, ik heb er even veel verdriet van, of nog meer dan gij!’

‘Neen Jan, ge gevoelt het niet, jongen, want dan zou je zoo koppig niet wezen.’

‘Koppig moeder? Dát ben ik niet.’

‘Jawel Jan, je bent koppig, want anders zou je reeds lang weer naar den burgemeester gegaan zijn, en de zaak weer bijgelegd hebben. Als je maar ongelijk woudt bekennen.’

‘Maar ik heb geen ongelijk moeder. Ik hoef mij niet te laten slaan. Ik heb ook nog wel mijn gevoel, ik ben geen hond moeder!...’

‘Neen, maar je bent een drifthoofd, een stijfkop; je zult nergens in de wereld terecht komen, en je arme moeder moet er maar onder lijden.’

‘Moeder,’ zei Jan, terwijl hij opstond van zijnen stoel, ‘je weet wel, ik wil voor je werken, dag en nacht, ik wil alles voor je doen.’

[pagina 87]
[p. 87]

‘Neen Jan, je wilt geen smaadheid voor mij dragen.’

‘Hoe meen je moeder?’

‘Ik zeg niet, Jan, dat mevrouw recht had je te slaan, maar ik had gemeend en gehoopt, dat je voor je moeder ook onrecht zoudt willen dulden, en het kruis voor haar zoudt willen dragen.’

‘Dat wil ik ook wel, moeder; maar dit is te erg, - dit kan ik niet dulden!’

De weduwe zuchtte eens, maar antwoordde niets. Wat zou zij ook zeggen? Het ging haren Jan, gelijk het zoo dikwijls den menschen gaat: zij hebben alles voor elkander over, en willen het zwaarste wel dragen, alleen dat kruis niet, dat hun door de omstandigheden wordt opgelegd.

Jan streed inmiddels een zwaren strijd. Al had hij zijner moeder daar straks geen gelijk gegeven, en het doen voorkomen, alsof er geen zweem van twijfel bij hem bestond omtrent het deugdelijke zijner handelingen, toch was haar woord voor hem niet als een luidende schel geweest. Neen, moeders woord was in zijne ziel blijven hechten. De vraag kwam bij hem op, of hij wrel goed gehandeld had, toen hij zijnen dienst had verlaten. Dat hij gevoelig was voor het onrecht, hem aangedaan, neen, daarvoor behoefde hij zich niet te schamen; en dat de slagen in het aangezicht hem gekrenkt hadden, dat mocht hij doen blijken, maar van het een en ander had hij immers op andere wijze getuigenis kunnen geven, dan door dadelijk weg te loopen uit zijn dienst! Want, wel beschouwd, was het mevrouw Schellinga toch ook te vergeven geweest, dat zij zich zelven niet mees-

[pagina 88]
[p. 88]

ter was gebleven, toen zij in den stal getuige was van het tooneel met Stuifhemel, en dat zonder iets te weten van andere tooneelen, die het gedrag van haren knecht verontschuldigden. O ja, hij had groot gelijk, toen hij dien kerel geen antwoord waardig keurde.... of zou hij ook hierin gedwaald hebben? Zou het althans niet voorzichtiger en verstandiger geweest zijn, als hij die hatelijke deuntjes achterwege gehouden had? Hij had immers wel met ja en neen kunnen antwoorden, en had geene vriendelijkheid behoeven te huichelen.

Alle deze gedachten kwamen voor en na bij Jan Stakkers op, en hij trachtte zich telkens te verdedigen, en wist er voor zich zelven wel iets op te antwoorden, maar toch, het geweten kwam spoedig daarna terug met dezelfde beschuldigingen en vragen.

Goed, zei Jan eindelijk bij zich zelven, en al was het nu eens waar, dat ik onverstandig en verkeerd heb gehandeld, - al was dat waar, dan lag de zaak er immers toe. Er is nu toch niets meer aan te doen. Niets? herhaalde de rechter daar binnen op vragenden toon. Neen, ik kan toch niet, na hetgeen er is voorgevallen, opnieuw naar den burgemeester gaan.... En waarom niet? - Maar dat zou hoegenaamd geen houding geven, dat zou zijn: zich zelven weggooien, zich zelven.... Vernederen, vulde zijn beter ik aan; - en waarom zoudt ge u zelven niet mogen vernederen? - Maar het zou mij toch niet baten, - Dat moest ge beproeven. - Maar dan zou mevrouw ook meenen, dat zij mij voortaan als een slaaf kon behandelen. - Dat moet mevrouw dan maar weten, maar gij, doe gij uw plicht. - Maar wat zul-

[pagina 89]
[p. 89]

len de jongens mij uitlachen, en wat zullen de lui hier op het dorp zeggen, als ik nu toch met hangende pootjes achteraan kom! - Dat is de vraag niet, wat de menschen zullen doen. - Maar....

Jan zag op naar zijne moeder. Langs hare bleeke wangen rolde een groote traan. Die traan deed het laatste ‘maar’ besterven op de lippen; die traan besliste den strijd, en deed den jongeling overwinnen.

Hij stond op van zijnen stoel, en zijne hand op moeders schouder leggende, zei hij: ‘Schrei nu niet langer moeder, ik zal naar den burgemeester gaan, ik zal bekenneu, dat ik onrecht heb, ik zal vergeving vragen, en bidden, dat men mij weer als knecht moge aannemen.’

‘O, mijn beste jongen,’ stamelde de weduwe met aandoening, ‘God zegene u, daar gij dit besluit genomen hebt. Wat anderen mogen zeggen, uwe moeder waardeert deze daad, en dankt u nu reeds voor het offer, dat g-ij om harentwille brengt. Ik begrijp, wat het u moet kosten, maar gij begrijpt ook, niet waar? dat zelfverloochening hier noodig is, en dat deze daad u toch ook voldoening zal bezorgen. O, mijn zoon, ga met God! Uwe moeder blijft hier; zij blijft voor u bidden, dat u de woorden mogen gegeven worden, die gij spreken moet; en de Heer, die de harten als waterbeken leidt, zal ook het hart uwer meesteres neigen, dat ze u weer aanneemt.’

‘Ik hoop het, moeder, maar de mogelijkheid bestaat toch, dat mijn verzoek geweigerd wordt; houd u daarop voorbereid.’

‘Ja mijn kind, het is mogelijk, dat ge een afwijzend ant-

[pagina 90]
[p. 90]

woord krijgt; maar laat mij u ernstig op het bart drukken: word nu niet driftig, ook niet, al mochten de burgemeester en zijn vrouw uw verzoek van de de hand wijzen met harde en beleedigende woorden. Blijf bedaard, en zeg liever wat minder, want anders mocht ge weer alles bederven.’

‘Ik beloof u, ik zal alles doen, wat ik kan!’ En hierop omhelsde Jan zijne moeder, en vertrok onder hare hartelijke zegenbeden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken