Lekenspiegel

92 Het credo in het Nederlands

Ik geloof in God de Vader, de Almachtige Die hemel en aarde schiep, en in Jezus Christus, zijn Zoon, Onze enige Heer Die door de Heilige Geest verwekt is, Die geboren is uit de Maagd Maria, Die gemarteld is door booswichten, Die ten tijde van Pontius Pilatus gekruisigd, gestorven en begraven is, Die naar de hel is neergedaald, Die op de derde dag verrezen is en Die opgestegen is ten hemel en aan de rechterhand van zijn Vader zit, vanwaar Hij zal wederkomen om te oordelen over levenden en doden. Ik geloof ook in de Heilige Geest, in de wetten van de Heilige Kerk en in het christelijk geloof. Ik geloof in de gemeenschap der heiligen, de kwijtschelding van zonden, de verrijzenis van het lichaam en het eeuwige leven. Amen.

Hier hebt u bij elkaar de twaalf punten waar ons geloof op gebaseerd is en die iedereen moet geloven, als hij hierboven in de hemel wil komen. Wie hier ook maar enigszins aan twijfelt, zal niet behouden blijven. Naar men leest, hebben de apostelen het credo samengesteld.aant.

Het is waar: de woorden staan hierboven niet in dezelfde volgorde als in het Latijn omwille van het rijm. Dat is dus noodgedwongen geschied, maar de diepere zin van het credo staat er

[p. 105]

volledig. Dat weet ik heel zeker, denk ik.

Veel mensen zijn eropuit anderen de les te lezen: zij zien de splinter in andermans oog, terwijl ze de balk in hun eigen oog niet waarnemen. Daarom moeten we de wijzen beschermen tegen vitters.

Samenvatting 93-98

In hoofdstuk 93 somt Jan van Boendale 31 opvolgersaant. van Petrus op, vanaf Linus (±66-±78) tot en met Melchiades (2 juli 311-10 januari 314). Bij elke paus vermeldt hij enkele wetenswaardigheden, vooral welke gebeden ze geschreven en aan de mis toegevoegd hebben.

Daarna volgt het verhaal over de bekering van keizer Constantijn de Grote en die van diens moeder Helena (94,95). Daarna wordt verhaald hoe het Heilige Kruis werd teruggevonden door Helena. (96)

De volgende twee hoofdstukken (97,98) bevatten wederom een pausenlijst, vanaf Silvester i [314-335] tot en met Leo iii [795-816]. De laatste heeft Karel de Grote in Rome tot keizer gekroond, zodat er weer twee keizers waren: een in Constantinopel en een in Rome. Bij elk van deze pausen vertelt Boendale enkele significante historische details. Merkwaardigerwijs plaatst hij, net als zijn bron, de regering van koning Arthur tijdens het pontificaat van Hilarius [461-468], maar de verwekking en geboorte van Merlijn onder diens opvolger, Simplicius [1468-483].