149 Over de vrees voor het Laatste Oordeel en hoe de kwaden naar de hel verwezen zullen worden
Er zal grote vrees heersen om voor het toornige aangezicht van de Rechter te verschijnen. Wanneer Hij oordeelt, zullen de engelen beven. Maria, zijn Moeder, de heiligen en Johannes de Doper zullen bang zijn, terwijl ze toch nimmer een zonde hebben begaan. Hoe juist is het dan niet dat wij, arme zondaars, bang zijn, omdat we ons hele leven vrijwel geen dag zonder zonde zijn geweest.
De engelen zullen de goeden en de kwaden van elkaar scheiden. De goeden zullen terstond aan de rechterkant van Onze Heer plaatsnemen, en de slechten aan de linker. Vervolgens zal Onze Heer degenen toespreken die aan zijn linkerkant staan, met woorden als dubbelzijdig snijdende zwaarden:
- ‘Ik was hongerig, maar jullie gaven Me niet te eten. Ik had dorst, maar jullie gaven Me niet te drinken. Toen Ik naakt was, kleedden jullie Me niet. In de kerker hebben jullie Me niet opgezocht. Toen Ik ziek was, hebben jullie niet naar mijn gezondheid geïnformeerd. Ellendelingen, ga onmiddellijk naar het eeuwige vuur: jullie zullen altijd in handen van de duivels blijven.’
Het vonnis dat de Rechter zal vellen, zal zwaar zijn. Nie-
Auteursrechtelijk beschermd