Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De verrijzenis (1920)

Informatie terzijde

Titelpagina van De verrijzenis
Afbeelding van De verrijzenisToon afbeelding van titelpagina van De verrijzenis

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.48 MB)

Scans (4.69 MB)

ebook (3.09 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De verrijzenis

(1920)–Daan Boens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 39]
[p. 39]

II. Als de strijd voorbij zal zijn.

[pagina 41]
[p. 41]

Als de strijd voorbij zal zijn

 
Mijn zoon, die niet geboren zijt, maar komen moet,
 
wanneer het menschen-bloed en 't lijden zijn vergeten,
 
wanneer de dagen en de nachten uit-gewoed,
 
tot vrede-bloesem groeien in een vrij geweten,
 
dan breng ik u dit beeld, dat zag mijn zware jeugd,
 
dat mij het hart der dingen op de wereld leerde,
 
zoodat 't u zegge wat ik gaf aan hoop en vreugd,
 
te leven in een tijd, waar mensch den mensch regeerde.
 
 
 
Mijn zoon, gij ziet hier mannen, machtig zingend,
 
door velden en door stugge steden gaan,
 
- muziek vooraan, maakt hunne stappen dringend -
 
tot moord werd een geslacht met wapenen belaên.
 
 
 
Plots, zie die mannen in het vuur geworpen! -
 
die zelfde menschen, met het bleek gelaat,
 
versmachten in de vlammen, in de dorpen,
 
of steden, rood van dood, van vrees, van haat...
 
 
 
En de aarde dreunt. De luide stemmen huilen,
 
zoo winden gieren tusschen rotsen heen;
 
het brons, in de akkers, slaat verworpen kuilen,
 
- uit ieder menschen-lijf het hart verdween.
 
 
[pagina 42]
[p. 42]
 
Het vuur, met breed en woest lawaaien,
 
woelt om die menschen en de streke rond,
 
en nadert, kringt om hen - de vlammen draaien
 
de lijven, rookend, in den bloed'gen grond.
 
 
 
Dus gaat de strijd, - wijl gindsch, ter stede, een wezen,
 
- mijn zoon, is 't nog een mensch? - getreden komt,
 
een schaduw volgt, en weer volgt deze,
 
en velen volgen, met den rug gekromd,
 
en andren wien de beenen slepend hangen,
 
de handen steunen ze op een houten kruk; -
 
en verdren nog met groen-verbleekte wangen,
 
met arm en schouders of 't gezicht aan stuk.
 
Ook reeksen zwenken met de vingers open
 
en bevend tastend, zonder stap-gerucht,
 
de blinden! - en ze volgen, zonder hope,
 
't gezicht dat niet meer zien kan, in de lucht.
 
 
 
Die groote massa lieden gaan zoo stille,
 
in al hun groote en onverdiende leed,
 
dat men de harten kloppen hoort, - en kille
 
de oneindigheid op de aarde wegen weet.
 
 
 
Zie voort, mijn brave jongen, sluit niet de oogen,
 
noch druk met vingeren uwe ooren dicht, -
 
Het mensch-gezicht droeg nooit een logen!
 
Wat diepst verscholen bleef, zich vóór u richt!
 
 
[pagina 43]
[p. 43]
 
Een lange stoet van zwarte, grove kisten
 
verschijnt, - onmeetlijk en onzegbaar lang. -
 
't Zijn al de dooden, alle de gemisten,
 
al de geliefden, die in gulden avond-gang,
 
het huis verlieten, en nooit wederkeerden,
 
al die gekuste jongens, schoon en blond,
 
die sneefden - hoor, de dragers met verweerde,
 
vermolmde wezens schrijden langs den grond,
 
geruchtloos - wijl de kisten, zwaar en ruwe,
 
hen op de schouders drukken... Zie, o zie,
 
die zee van kisten immer verder stuwen,
 
die zee van dooden-kisten, zie toch, zie,
 
die veertien maal miljoenen dooden-kisten!
 
 
 
Mijn zoon, die niet geboren zijt, maar komen moet,
 
wanneer het menschen-bloed en het lijden zijn vergeten,
 
wanneer de dagen en de nachten uitgewoed,
 
tot vrede-bloesem groeien in een vrij geweten,
 
 
 
zal dan, dit beeld, dat zag mijn zware jeugd,
 
u zeggen wat, aan plicht, het zeggen wil?

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken