Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kortbondige spreuken wegens de ziektens (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kortbondige spreuken wegens de ziektens
Afbeelding van Kortbondige spreuken wegens de ziektensToon afbeelding van titelpagina van Kortbondige spreuken wegens de ziektens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.82 MB)

Scans (55.61 MB)

XML (0.76 MB)

tekstbestand






Editeur

G.A. Lindeboom

Vertaler

Cornelis Love



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kortbondige spreuken wegens de ziektens

(1979)–Herman Boerhaave–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Ga naar voetnoot(c)De beroerdheid.

1007. Een zeer groote snelheid, dikmaals verknogt met de ontsteking, vruchtbaarheid van veelen qualen daar van af-

[pagina 202]
[p. 202]

bangende, eischt, dat men in order van de beroerdheid handele.

1008. Welk men zegt 'er te zyn, als schielyk de werking van de vyf uitwendige zinnen, ook van de inwendigen, en alle willige bewegingen, afgeschaft werden, meest overig zynde een barde pols, en moeyelyke adem, die groot en snorkende is, te gelyk met 't beeld van een diepe, en geduurige slaap.

1009. Zeer nauwkeurig, en zeer meenigvuldig heeft de opmerking geleerd, dat deze ziekte gebeurt, zo veel die oorzaaken waren voorgegaan, welke zoude kunnen beletten geheel, of veel, de uitvloed van 't geestige breinachtige vocht in de werktuigen der zinnen, en willige bewegingen, en weder de hervloed dezer van die werktuigen zelfs in de gemeene zitplaats; overig zynde ondertusschen van 't breinachtige vocht in 't hert, en natuurlyke werktuigen van de ademing, met een zekere gang, en wedergang, die tot deze bedieningen te ondersteunen eenigzins genoegzaam zoude zyn.

1010. Welk oorzaaken allen gemeld van aanmerkers in eenige zoorten kunnen gebracht werden tot gemak van de oeffening, of practyk.

1.Een natuurlyk maakzel van 't Lichaam, een groot hoofd; een korts hals, en dikmaals maar uit zes wervelbeenen t'zaamengesteld; een Lichaam zeer dik en vet, een bloedryke gesteldheid, een slymige veel te boven gaande quade slappigheid.
2.Al welke 't bloed, 't water, de stof der geesten zodanig veranderen, dat die niet kunnen vry gaan door de slagaderen van 't brein, maar blyven ongebonden hangen; zodanig zyn dikmaals.
α.VeelvoetigeGa naar voetnoot(a) t'zamengroeyingen inGa naar voetnoot(b) slaap, en wervels slagaderen, of eerst ontrent 't hart, of gemaakt binnen 't bekkeneel; welke door harts klopping, ongelyke pols, omdraying, swymelingh, meenigvuldiger, en na vermeerderde beweging en hette, aanwassende, zich openbaren.
[pagina 203]
[p. 203]
β.Een ontstekende verdikking van 't bloed; welk leeren een scherpe geduurige koorts, razerny, zwaare hoofdpyn, ontstooken, lang voorafgegaan; dan allen tekenen, welke voorkomen van 't bloed, welk belet zynde te gaan door de vaten van 't brein, met zo veel grooter menigte, en indrang door de andere takken van de Slaapslagader valt, waar van de roodheid, opzwelling, ontsteeking der oogen, met uitstorting van tranen, van aangezigt en hals.
γ.Een dikke, lymagtige, onbekwaam slymige natuur des gantsche bloeds, waar van oude, sinkingagtige, koude, vogtige, bleeke,Ga naar voetnoot(a) witte slymzuchtige deze ziekte zeer gemeen is; waarom ook voorzien werd, eer by aanstaande is voor zyn aankomst, in die, door ledigheden, doffigheden, slaapzucht, luiheid tegen allerley bewegingen, een stemme flauwer als na gewoonte, bevingen, ronkingen, Ga naar voetnoot(b)nacht lasten, bleeke, opgeblazen, vochtige, duistere oogen, braking vol van slym, suizelingen, op de minste beweging, een heigende ademing, met toegedrukte neusbeentjes, alle oorzaaken, waar van 't onbekwaam lymig werd, by een gehoopt. (69-75.)
3.Al welke de slagaderen zelfs, ende zenuwagtige vaten van 't brein zo t'zamendrukken, dat 't bloed, ende geesten, niet konnen doorvloeyen.
α.De bloedrykheid, een vervullende kwade gesteldheid, een zeer heete gematigheid, hier door onderhevig aan dit kwaad; meest indien de beweging, en groote warmte de snelheid hebben vermeerdert; hier door pleeg 't deze aan te komen van een zeer overvloedige spys, drank, scherpe en zeer bewegende Medicynen, als daar zyn hardsterkende, vlugge, braakmiddelen enz. ontblootende van warmte en beweging, groote inspanning van de geest, dagelyks, dikmaals herhaald.
β.Allerley opswellingen binnen de herssenpan geboren, ontstooken, verzweeringen, weyachtige, slymachtige, spekkige, knoestige, beenige, of drukkende de slag-
[pagina 204]
[p. 204]
aders, of de t'zaamenkomst der aderen ontrentd eGa naar voetnoot(a)herssenpers bak, of de mergagtige beginzelen der zenuwen t'zamendrukkende, of 't herssenmerg zelfs.
γ.Een al te sterke vlugheid van 't bloed tot 't hoofd bepaald, terwyl door de benedenste slagaderlyke vaten de weg belet door allerley oorzaaken uit oneindigen.
δ.Welke buiten 't bekkeneel de aderen, 't bloed van 't brein wederbrengende, weder t'zamendrukken door allerley oorzaak.
ε.Uitgeworpen bloedige, etterige, bloedwaterige, waterige vogten boven 't harde en dunne herssenvlies uit wendig t'zamendrukkende.
4.Allen, welke slagaderlyke, aderlyke, waterige, vaten van 't brein inwendig, ontrent de holligheden zo losmaken, dat de uitgaande byeengevoerde vocht door zyn t'zamendrukklng de gewelf de oorsprongen van de breinzenuwen beledigd. Zodanig zyn scherpe wey in waterzuchtigen, witslymigen; 't bloed in bloedryken. swartgallige scherpigheid in droefgeestigen, scheurbuikigen, podagreusen; welke gemeene oorzaak binnen 't veertig en zestigste jaar van ouderdom werkende; welk alle verbergende, door zyn oorzaaken bewegende opgewekt, dikmaals deze ziekte voortbrengen. Derhalven de voorbodens van deze uit de natuur van de stof eerstgebooren, en de gekende oorzaken opwekkende, moeten genomen werden Meeft beschadigen deze grote hertstochten, en zeer ingespannen oeffening.
5.Hier toe werden gebracht zommige venynen, welke nochtans, of uit kracht van deze laaste oorzaaken (N. 2. 3. 4.) werken, die liever de longen eerst als 't brein beschadigen.

1011. Deze oorzaaken (1010.) heest geleerd de ontleedende inschouwing der Lyken door beroertens uitgebluscht, en de verhalende aanmerking van die, welk zelfs in de genezing dezer ziektens konnen aangemerkt werden; maar de overdenking schikt licht die in de ge-

[pagina 205]
[p. 205]

zegde (1010.) verdeelingen, als zeer bekwaam tot genezing.

1012. Uit dezelve blykt, dat van verscheiden en wel tegenstelde oorzaaken deze ziekte voortgebracht werd, en aldus wel verdeeld word in een bloedige en slymige; maar met geen volmaakte verdeling, nadien die ook weyagtig, en zwartgallig, en slymproppig zy, ook anders.

1013. Doch de plaats aangedaan in een uitgezonderde beroerdheid is de geheele gevoelplaats gemeen, doch in Ga naar voetnoot(a)een bastert beroerte is eenig deel van die voor anderen, de overige eenigzins, maar echter minder gedrukt. 'T agterbrein, als meest in 't begin beledigd.

1014. Waar uit blykt, waarom de pols en ademhaling geoeffend werden, de zinnen ondertusschen, en willige bewegingen, weggenomen zynde? Ja waarom dikmaals de pols en ademing wasschen na mate, dat de zinnen en bewegingen meer afnemen, als ontrent de dood?

1015. Derhalven de grootheid van de beroerte werd aangemerkt, na de ouderdom, gematigheid, en maakzel van de ziekte; dan door heftigheid der toevallen, en byzonder een volstrekte vernietiging van de zinnen, en bewegingen; een sterke aassem met een diepe ronking; speekzel ontrent de mond overvloedig, en lymagtig, een zacht zweet, en droppelgewys hangende; klam kout; uit een zwakke oorsprong eerst een bastaard beroerte voorafgegaan, of uit een oorspronk, een zwaare Ga naar voetnoot(b)vallende ziekte vooraf geweest zynde, of uit een bekende heviger oorzaak.

1016. De ligtheid en geneeslykheid van 't kwaad daaren tegen werd beslooten uit de ligtheid der toevallen, afwezendheid van de gezegdens. (1015.)

1017. Een zachte beroerte werd ontbonden, daar boven komende veel zweet, gelykmatig, douwagtig, warm, opgeheven; veel dik water, groote ambeyen, lang vloeyende; de Maanstonden hersteld zynde; afgang, groote koorts.

1018. Een weinig zwaarder, de oorzaak overwonnen zynde, pleeg te veranderen Ga naar voetnoot(c) in een lammigheid van

[pagina 206]
[p. 206]

eenig spierachtig deel; van de geheele eene zyde; waar van Ga naar voetnoot(a) een halve Lammigheid, of van alle deelen onder de nek gelegen, waar van 't Ga naar voetnoot(b) een geheele Lammigheid gezegd werd; welk zelden genezen werd, en altyd nalaat quetzingen van geheugen, oordeel, bewegingen; waar van ze slaperig, bot, bevend, suyselend, kleinmoedig plegen te blyven.

1019. Een uitgezonderde beroerte, (1015.) 't agterbrein toegedrukt zynde, de vochten bedurven zynde, de oorzaak in 't agterbrein voortgezet, word schielyk in de dood geeyndigd, zelden voor de zevende dag uitloopende.

1020 Een toekomende beroerte werd voorzien.

1.Uit de bekende natuurlyke gesteldheid. (1010. N. 1)
2.Een ziekelyke bekende stof, alsGa naar voetnoot(c) een voorgaande oorzaak. (1010. N. 2 3.)
3.Voorttrekkenden.Ga naar voetnoot(d)
4.Eerste uitwerkingen van 't begonnen quaad, als daar zyn beving; wankeling; zuiseling; omdrayingGa naar voetnoot(e); dofheid; slaaperigheid; een wankelend geheugen; ruizing der ooren; opblazing van de bovenste; ademhaling dieper als na gewoonte, met toegedrukte neuzen; nachtdrukkingen.

1021. De tegenwoordige kend men licht, indien maar onder verscheide graden van de zelve die onderscheiden word.

1022. Geen algemeene genezing van dit kwaad kan gegeven werden: want 't behoord, dat na verscheidentheid van de oorzaak (1010.) de wyzen van die toe te passen, en aangedane plaats, geheel verscheiden zy; en dat 't word aangewend, eer 't kwaad groot geworden is.

1023. Derhalven indien uit een taye, onbekwaame koude oorzaak (1010 N. 1. L. γ.) voortgekomen, voorzien werd door tekenen aldaar gesteld, ten eersten moet men trachten.

[pagina 207]
[p. 207]
1.Dat de drukking van 't lymachtig van 't hoofd werd afgekeert.
2.De taye vochtigheid in 't brein, en 't gantsche Lichaam verdund werd.

1024. De drukking van de vaten in 't brein wer vermindert.

1.Door afleiding tot andere en tegenstelde plaatzen.
2.Algemeene ontlastingen.

1025 Dampingh, stoving, badstove, zuyging, aantrekkende, roodmakend, bleintrekkend, brandmiddel, fontanel,Ga naar voetnoot(a) een setonGa naar voetnoot(b) wryving, een net bepaald verband gelegd op de grooter aderen, voeten, schenkels, dyen, met 't eerste oogmerk te bereiken (1025. N. 1.) zo zyn die krachtig. Spoelingen, gorgelingen kauwmiddelen,Ga naar voetnoot(c) de quyl bewegende, Ga naar voetnoot(d)slym zuiverende middelen, gelegd op mond, keel, neus, dienen tot 't zelfde.

1026 Braakmiddelen, sterk zuiverende, zekerlyk bepaald; scarificering, doorsteeking der aderen voldoen aan 't twede oogmerk (1024. N. 2.); hoewel iets onzeker altyd met zich voeren.

1027. Maar de taye vochtigheid, word door voorafgezondene (1024-1026.) bepalende gemeene geneesmiddelen tegen de lymigheid beschreven (75.) ontbonden, met voorzichtigheid die aan te wenden, in alle form te leggen; onder allenop 't hoofd blynen getrokken door Ga naar voetnoot(e)Spaansche vliegen zyn dienstig, en diergelyke bloedeloze diertjes langzaam gebruikt.

1028. Indien van dezelve oorzaaken (1023.) de beroerte gekomen is, word zelden genezen; indien de krachten toelaten, men moet dezelve beproeven, (1013-1028) allen op neus, mond, hoofd te leggen, welke de zinnen zoude konnen opwekken; allerley zeer scherpe prikkelen moet men gebruiken; de buik met een scherpe klisteer los maken.

1029. Nochtans in 't gebruik dezer allen (1028.) word 't kwaad dikmaals vermeerdert, de stof meerder be-

[pagina 208]
[p. 208]

wogen, en ongebonden, door allen prikkelende: echter met deszelfs krachten daar op weg te nemen door ontlastende. Hier door moet men in de ontbinding te helpen, altyd de ontlasting, en aftrekking bevlytigen, zo veel de zaak leiden kan: daar van de regel; de aderlating, indien hy niet helpt, dood.

1030. Maar indien door zyn tekenen (1010. N. 2. l. β. N. 3. l. α. l. b.) een voorkomende beroerte voorzien werd, zo moet men aanstonds zyn toevlucht nemen tot die, welke zeer snellelyk zoude konnen verydelen, ontbinden, afwenden.

1.Derhalven laat een ruime, schielyke aderlating, en wel uit de kropaderen; welk na bevinding van zaaken herhaald werde: want na deze, indien de ziekte is van een gezondmakende staat, aanstonds pleeg verlichting te komen.
2.Dan laat een tegenvuurig zuiverende in groote meenigte gegeven werden, eenige reizen herhaald, op dat 'er byna een geduurige loop verwekt werde, maar indien de zuiverende middelen niet schielyk genoeg werken, zo laten ze bepaald werden door een genoegzaam scherp klysteer.
3.Daar na in de gantsche afloop van de ziekte, moeten verkoelende, verdwynende, verdunnende, tot 't wateren leidende, uitgelangd werden.
4.Geduurig gelyk sterk aftrekkende laaten 'er die bygedaan werden, tot dat 't kwaad overwonnen is.
5.De lichtste spys en drank laat gebruikt werden.
6.Men moet zich ten hoogsten wagten van alle sterk prikkelende medicyn, bewegende, warm makende; van uitwendige warmte; van 't neerleggen in 't bed, meest afhellende, en op de Rug.

1031. Maar indien die zelve (1030.) nu geworden is, zo zal 'er nauwlyks eenige hoop overig zyn; en die leen in de oeffening derzelver. (1030)

1032. Doch welk van buitenvatige vochten tusschen de berssenpan ende vliezen, tusschen de vliefen zelfs, van een gekneufte, gebroken en veretterde wond voorkomt, is verhandeld in de wonden van't hoofd (267.268.278 297.) waar van die te eisichen.

[pagina 209]
[p. 209]

1033. Welke van de nu uitgestorte vochten in de inwendigere holligheden des breins nu is voortgekomen, (1010. N. 4.) door zyn tekenen aldaar gegeven, gekend, vereischt nauwlyks een geneesmiddel, als meest een zekere dood 'er schielyk by zy; indien iets te beproeven is, dat al moet men hopen.

1.Van de wederinslorping van 't uitgestorte in de aderen wederom (279. 280.)
2.Van de verbetering van de bovenheerschende scherpigheid, en te gelyk lymigheid, welk door geen zaak gelukkiger, als door Chymische seepagtige werd ontbonden.

1034. Welke van de overheersching van 't buitenvatige water gekomen is, word licht weggenomen, nagelaten, nadien hier byna beschadigende, de aderlating; gegeven Ga naar voetnoot(a) de sterkste water afdryvende aanstonds tot de afgang bepaald; dan verstroyende gegeven; meest zeer uitgebreide Spaansche vliegen, lang open; uitdrogende spys; sterk natrekkende, fontenels, en setons.

1035. Maar indien die van venynen is voortgebracht geweest, tot noch toe heest men geen geneesmiddel beschreven; noch ook voor die, welk van de slymprop, of veelvoet.

voetnoot(c)
Apoplexia.
voetnoot(a)
Polyposa.
voetnoot(b)
Carotides.
voetnoot(a)
Leucophlegmatici.
voetnoot(b)
Incubus.
voetnoot(a)
Torcular.
voetnoot(a)
Parapoplexia.
voetnoot(b)
Epilepsia.
voetnoot(c)
Paralysis.
voetnoot(a)
Hemiplegia.
voetnoot(b)
Paraplegia.
voetnoot(c)
Proegumena.
voetnoot(d)
Precatarctica.
voetnoot(e)
Scotomia.
voetnoot(a)
Fonticulus.
voetnoot(b)
Setaceum.
voetnoot(c)
Masticatorium.
voetnoot(d)
Apophlegmatismi.
voetnoot(e)
Cantharides.
voetnoot(a)
Hydragoga.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken