Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kortbondige spreuken wegens de ziektens (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kortbondige spreuken wegens de ziektens
Afbeelding van Kortbondige spreuken wegens de ziektensToon afbeelding van titelpagina van Kortbondige spreuken wegens de ziektens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.82 MB)

Scans (55.61 MB)

XML (0.76 MB)

tekstbestand






Editeur

G.A. Lindeboom

Vertaler

Cornelis Love



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kortbondige spreuken wegens de ziektens

(1979)–Herman Boerhaave–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Ga naar voetnoot(b)Longteering.

1196. Indien 't geswel zo de longen heeft uitgegeten, dat de geheele gesteldheid van 't Lichaam verteerd word, zo word gezegt dat de longteering de zieke aantast.

1197. Welkers geswels oorsprong afgeleid word van alle oorzaak, welke kracht heeft 't bloed in de longen zo te doen staan, dat 't gedwongen werd in een etterige stof te verkeeren.

1198. Deze oorzaaken kunnen gebracht werden.

1.Tot die zelve gesteldheid van 't Lichaam, waar door ze verkeeren in een Ga naar voetnoot(c)bloedspuging, hier door in een zweering van de uitgegeeten plaatze. Deze bestaat
α.In een tengerheid van de slagaderlyke vaten, en in een
[pagina 249]
[p. 249]
scherper inval eenigzins van 't bloed; men kend die door 't beschouwen van de tengere vaatjes, en des geheele Lichaams; een lange hals; een vlakke en nauwe borst; neergedrukte schouderbladen, bloed zeer geel-blinkend, dun, ontbonden, scherp, heet; een zeer witte verf, en aangenaam roosig; doorschynend vel; vrolykheid, en schielyke fynigheid van verstand.
β.In die zwakheid van ingewanden, door welke 't ingenomene door zyn aart te sterk klevende verstoppingen, verrottingen, scherpigheden ontfangen, en daar na door deze uitgegeten vaten, na de bloedspuging, uitsweren: men kend 't door een ligt koortsje, droge hoest, grooter hette, roodheid van lippen, mond, wangen, vermeerdert en opwekkende, op welk tyd de ingang van nieu chyl in 't bloed, met een ligt slapende zweet, zwakheid, groote heiging op de minste beweging.
γ.In die ouderdom, door welk de vaten verkrygende 't toppunct van de aan was, wederstaan tegen zyn verdere voortbrenging, dewyl ondertusschen 't bloed vermeerdert werd in meenigte, scherpigheid, inval; en zo zeer binnen de zestien en zes dertig jaar.
δ.In een erffelyke gesteldheid, brengd hier toe de gezegdens (24. 26. 29. 38-41. 44. 45. 48. 60. 61. 64. 69. 72. 82. 84. 100. 106.) die maar vergeleken met de gezegdens (1198. α.β.γ.δ.) verklaaren, bepalen, voorziende natuur, oorzaken, uitwerkingen, van bloedspuging Doch verhaasten de uitwerking, van deze soorten. De bloedspuging.
1.Alle gewoone onderschepte uitwerpingen, meest bloedige, als van de ambeyen, maanstonden, of kraamvloed, bloedloop van de neus, gewoone bloedlating, byzonder in bloedryken, of leeden, daar af gehouden is.
2.Allerley groote kragt, in de longen gebracht, door hoest, geschreeuw, gezang, geloop, groote arbeidzaamheid van 't Lichaam, toorn, allerley wond, door allerley oorzaak aangebracht.
3.Door een scherpe, zoutige, kruidagtige spyze; diergegelyke drank; leven; andere ziekte, waar van de me-
[pagina 250]
[p. 250]
nigte, scherpigheid, snelheid, verdunning, hette van 't bloed word vermeerdert; waar van in de scherpe koortzen, pest, pokken, scheurbuik dikmaals gebeurt.

1199.

2.Hier door (1198) komt 't voort met een ligte pyn, tamelyke hette, nauwe drukking in de borst, vernomen; 't bloed dat uitloopt is meest bloeyende, scharlaken, schuimend, met een hoest, geruisch van de long, vezelen, vliesjes, slagaderlyke vaatjes, aderlyke, longpypjes, meteen zagte, klyne, golfagtige pols; heiging; een zoute smaak in de mond voorafgegaan.

1200. Word genezen.

1.Door een ruime aderlating, op elk een derde dag, tot de vierde reis, herhaald, of tot dat de ontstooken korst geheel weggedwenen is.
2.Verkoelende medicynen, verdikkende, stoppende, verzagtende lang gebruikt, onder dat vermengd daar tusschen zeer zagte balsamiken.
3.Zes niet natuurlyke zaken gerigt, als zeer tegenstrydig aan de oorzaken (1198.) gemeld: meest met de alderzachtste spys en leven, altyd daar in volherd: tot welk byzonder doet 't gebruik van melk.
4.Met te verbeteren de byzondere natuur van de oorzaak, of zonderlinge ziekte.

1201. Alwaar 't eens geschied, en 't gestild is (1200.) alle zes maanden, en dat eenige jaren achtereen, moet men aderlaten, echter al langzaam met te verminderen de menigte.

1202. 1o. Doch indien om de grootheid des kwaads (1198.) stop-middelen kwalyk toegepast, of verzuimt de waare methode van genezen (1200.), na de bloedspuging komt de moeyelyke adem, gedurig inwasschende; een verspreidende rilling; hette en roodheid der wangen; een droog hoestje, een slepend koortsje, grooter dorst, zwakheid; gevoel van zwaarwigtigheid in de borst. De wond van de bloedspuging toond, dat de nu vergaderde stof ontrent zyn lippen, en onder zyn korst van verdroogd bloed, verandert in etter, de verzameling weg-

[pagina 251]
[p. 251]

gaat in een bedekte longzweering, welke geborsten, in een openbaar Longzweer.

1203. 2o. Mede komt deze vergadering van etter, buiten gezegde oorzaaken (1198.) van allerley longziekte bepaald in een verzwering (832-843. 867.); word gekend door de zelve teekenen (832. 843. 867.)

1204. 3o. Waarom een etterborst (1105.) gekomen, kan knagen, uitzygen, verteeren de longen: zo dat dezelve ziekte geschiede, als of die hier door een eige gezwel verteerd wierd, (1188. N. 4) en werd gekend door teekenen aldaar gesteld.

1205. Waar uit blykt, welke de tekenen zyn om te kennen een longzweer, ook bedekt; hoe veel deszelfs oorzaaken verscheiden, hoe verscheiden zoorten, als ook hoe verscheide de teering?

1206. Doch de uitwerkingen van een longzweer nu gemaakt, maar bedekt, onder de naam van long verswering, zyn deze aan te merken: scherpigheid, meenigte, verrotting van etter, geduurig vermeerdert; een verwyding, asknaging, uittering, van 't vlies, dat bedwingende; verkeering van bloed voerende vaten, en Longpypsaderen in etter; een veretterende verteering van de geheele longen, of van een van de twe; een geduurige hoest byna altyd droog, of speekzel alleen door een hoestachtige schudding de afgetrokken voortbrengende; verkeering van 't bloed afvloeyende in een zweering; een voorzetting van de long-versweering in de long; de doorbansting van deze long-versweering in de buise van 't strotten-hoofd; zomtyds een afzondering van de etter verstikkend, of een grote, geduurige etter met hoest, in 't water neerzinkende, gedwongen, zoet, vet, stinkend, wit, rood, geel, blauw, asachtig, schrapig, op 't vuur geleid ruikt als stinkend verrot vleesch; een doorbreking van de long-versweering in de holligheid van de borst, waar van de adem zeer moeyelyk, de verschynzelen van een etterborst (1188. N. 4.) dan 't ergste de adem; een verteering van al 't bloed; en van 't chyl in etter; de voorbereiding van 't voedzame weggenomen-byna een gantsche verteering van de vasten; een uitterende koorts met een kleine pols, die flauw is, een scher-

[pagina 252]
[p. 252]

pe hette na de bovenste, bloozende wangen, Hippocratisch wezen; een onuitsprekelyke benaudheid ontrent de avond 't meest; een groote dorst; een grote nagtzweet; roode puisten; opblazing van handen en voeten van 't aangedane deel; een zeer groote zwakheid; een heesche stem; afval van 't hair; en jeuk over 't gantsche Lichaam met waterpuisten, geele loop, die stinkend, etterig, doodelykig, menigvuldig, perssend, verswakkend; verstikking van speekzel; de dood.

Waar van deze regelen werden doorzien.

1207.

1.Een erf-teering is de ergste van allen, is niet te genezen, als met verhoeding van bloedspuging.
2.Een teering van bloedspuging door een uiterlyk geweld zonder een vooraf zynde inwendig gebrek, is de ligste, de overige gelyk zynde.
3.Een teering (2.), in welk schielyk de Long-versweeringGa naar voetnoot(a) barst, word uitgespogen de etter, en wel witte, gekookte, gelykmatige, licht, beantwoordende de menigte aan de sweering, zonder dorst, met hongerlust, verteering, afzondering, goede uitwerwerking, wel moeyelyk, nochtans kan die genezen werden.
4.Een teering van een etterborst ongeneeslyk.
5.Zwaare, vaste, ruikende, zoete speekzels met de laaste tekenen (1206.) zyn wanhopig.

1208. Na dat de longverswering nu gemaakt is in de longe, zo komt 'er een Geneeskundige aanwyzing voort, op dat die aanstonds rypt, berst: dat geschied door een melkagtige spyze, beweging van ryden, een lauwe opdamping, de borst ontlastende: alwaar geborsten, dan

1.'t Bloed behoort men te wapenen tegen een veretterende besmetting.
2.De zweering hoe eer hoe beter van zyn etter te ontlasten, de lippen af te drogen, vast aan een te maken.
3.Zodanige in 't Lichaam in te nemen, welke de min-
[pagina 253]
[p. 253]
ste kracht doen, dat ze door de longen vloeyen, en aldaar ondergebracht kan werden, en nochtans dat 't is bekwaam te voeden, en onbekwaam tot wedermaking des etters.

1209. Aan de eerste ontdekking word voldaan door middel van Medicynen, die zagt en aangenaam zuur, zout, van wondkruiden, zachte balsamiken, in alle form, groote menigte, lang gebruikt.

1210. Doch aan de andere met uit de dryven door medicynen, die vochtig, pisdryvend, de hoest bewegende, inwendige, uitwendige, de beweging, paardryding, Landbouwery; dan met te zuiveren door hulp van afdroogende, inwendig balsamiken, en uitwendigen, en door hulp van vast aan een makende, verzachtende, t'zamen te binden

1211. Op de derde aanwyzing, zien de koeldranken, soupen, melkvoeding.

1212. Doch de genezing van deze ziekte is plaats-middelyk, en meest strekt die uit tot de hoest, benauwdheid, afgang.

1213. Welke word te gemoet gekomen door een diaet (1211.) opiaten voorzichtig genomen, vochtige heeten.

voetnoot(b)
Pthisis Pulmonaris.
voetnoot(c)
Haemoptöe.
voetnoot(a)
Vomica.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken