Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Roomsche monarchy (1697)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Roomsche monarchy
Afbeelding van De Roomsche monarchyToon afbeelding van titelpagina van De Roomsche monarchy

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (29.29 MB)

ebook (33.90 MB)

XML (1.95 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Roomsche monarchy

(1697)–Abraham Bogaert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 262]
[p. 262]

LXXVIII.
Flavius Arkadius.

Arkadius, van zijn vader den Keizer Theodosius tot Vorst van 't Oosten verheven, is in 't 377 jaar na Christus geboorte te Konstantinopelen gebooren.

Zijn Vader was Keizer Theodosius, hier voor beschreven. Zijn Moeder, Elia Flaccilla, die, als zy zag dat den Ariaanschen Bisschop Eunomius zich door gladde woorden by Theodosius zogt in te dringen, haar man getrouwelijk gewaarschouwt, en ernstig vermaand heeft zich by den waren Godsdienst te houden. Zijn Broeder, Honorius; Keizer van 't Westen. Zijn Stiefzuster, Galla Placidia; eerst aan Ataulsus, Koning der Gotthen, getrouwt; doch na zijn dood aan Konstantius den III door den echt verbonden zijnde, wierd zy de moeder van Valentinianus den III. Zijn Vrouw, Elia Eudoxia; de dochter van Bauto, een Fransch Edelman: een staatzuchtige en eergierige vrouw, die ook deel aan de regeering wou hebben. By haar won hy een Zoon en vier Dochters, als Theodosius, na hem Keizer; Elia Pulcheria, getrouwt aan Keizer Marcianus; Arkadia, door het aanraaden van Pulcheria maagd gebleven; Flaccilla de jonge, en Marina, van wier beide men niets by de schrijvers opgetekent vind.

Niet lang voor de dood van Theodosius, verdeelde hy het rijk onder zijn zoonen; aan Arkadius het Oosten, en aan Honorius het Westen gevende. Ook stelde hy over hen op zijn doodbedde Voogden, die in de minderjaarigheid van zijn zoonen het rijk zouden regeeren, als Stiliko, Gildo, en Ruffinus; doch nauwelijks was hy ontslapen, of ieder ontdekte zijn ongetrouwigheid, staatzucht en eigenbaat. Ruffinus, in plaats van zijn plicht wel waar te neemen, trok alle de schatten van 't rijk naer zich, en smeedde heimelijk middelen, om door de dood van Arkadius zelfs Keizer te worden. Om dit te gemakkelijker uit te voeren, rokkende hy Alarik, Koning der Gotthen, met veel geschenken op; doch zijn voornemen ontdekt zijnde, wierd hy door de soldaaten vermoord, die zijn hooft en rechterhand aan een der poorten van Konstantinopelen ten toon stelden. Na zijn dood wierd zijn plaats door een ontmanden, Eutropius genoemt, bekleed; door wiens toedoen veel voornaame mannen in ballingschap gedreven wierden, en die in Afrika een onnodigen oorlog verwekte. Het zelve, daar Ruffinus op gedoeld had, wierd van hem beoogd; doch zijn aanslagen op het leven van den Keizer door eenen Kajanus ontdekt zijnde, wierd hy binnen Kalcedon gevangen, van veel zwaare misdaaden aangeklaagt, overtuigt, en, tot loon van zijn gruwelen, onthooft. Dus wierd Arkadius, van natuur vroom, oprecht, vreedzaam, vriendelijk en zeer Godtvrezend, van zijn Bevelhebber in zijn minderjaarigheid geplaagt. Kajanus, door wiens beleid Ruffinus en Eutropius omgekomen, en hun schelmstukken ontdekt waren, had zich door deze daaden zeer in de gunst van Arkadius gedrongen, waar door hy van hem tot Overste over het leger gesteld wierd, en de plaats van Ruffinus en Eutropius bekleede. Deze hoogheid baarde in hem de zelve begeerte, die zo doodlijk aan zijn voorgangers geweest hadde, en schoon hun straf hem had behooren af te schrikken, echter besloot hy, of als Keizer op den troon te klimmen, of rampzalig te vergaan. Om des te beter tot zijn voornemen te komen, trok hy de Gotthen door veel geschenken op zijn zy, Door zijn vleijen verkreeg hy van Arkadius het gezag over Frigien, alwaar zich eenen Tribigildus opgeworpen, en 't Landschap oproerig gemaakt had; waar tegen Kajanus optrok, die, na een hard gevecht, van hem verwinnaar bleef. Hoe geheim en zeker Kajanus zijn zaken aanlei, echter kwam zijn voornemen Arkadius ter ooren, die, niets geweldigs tegen hem durvende bestaan, Aurelianus en Saturninus, twee Raadsheeren, aan hem zond; doch deze, door zijn aangeboorne doortraptheid begoocheld, rechtten niets tot voordeel van den Keizer uit. Weinig tijd daar na ging hem Arkadius zelfs in perzoon te Kalcedon te gemoed, alwaar hem Kajanus met een dieren eed in de Kerk zwoer, dat hy nooit iets tegen 't leven van den Keizer, noch de rust van 't rijk zou onderneemen. Arkadius, hier door in slaap gewiegd, geloofde alles wat dien verrader hem belooft had; doch let eens hoe hy zijn eed hield. Kajanus, hoorende dat'er weinig bezetting in het Keizerlijke paleis was, sneld schielijk naer Konstantinopelen, komt'er bedekt binnen, en neemt dien zelven nacht voor het Keizerlijke hof in den brand te steeken, en de Keizer met zijn hofgezin aan de vlam op te offeren. Zijn soldaten op het naarste van de nacht daar gekomen zijnde, om dit vervloekt schelmstuk uit te voeren, zagen veel gewapend krijgsvolk op de muuren staan, waar over zy verschrikt tot Kajanus keerden, die hen het tegendeel verzekert had, en hem hun wedervaren verhaalden. Hy hier over verwonderd, en wel weetende dat zulks onmogelijk wezen kon, zond hen ten tweedemaal heen; doch de zelve gewapende verscheenen hen weder. Kajanus, hier over vertoornd, begaf zich zelfs naer het Paleis, alwaar hy de zaak zo bevond als hem aangebracht was, waar door zijn voornemen verydelde, en zijn verraad uitlekte. Naderhand trok hy van Frygien met een scheepsvloot naer Konstantinopelen; doch deze wierd overwonnen, hy op de vlucht gedreven, en daar na vermoord. Niet lang daar na overleed Arkadius, op welken tijd men schreef den 1 Mai van 't 408 jaar na Christus geboorte, hebbende 31 jaaren geleeft, en 13 jaaren, 3 maanden, en 15 dagen geregeert. Zie Paul. Diakonus, Pomponius Letus, Orosius.

[pagina 263]
[p. 263]


illustratie

 
Hier ziet ge Arkadius naer 't leven voor uw oogen,
 
Wiens Bizantynsche kroon en Keizerlijk vermoogen
 
Eutropius zo snood deed wanklen in zijn plicht.
 
Haar haatelijke glans, zo heerlijk in 't gezicht
 
Van dien ontmanden, kon Ruffinus meê bekooren.
 
Geen beter lot was hem ook van Kajaan beschooren,
 
Die hem, na Frigien te rukken uit de hand
 
Van Tribigildus, aan een gruwelijken brand
 
Opoffren wilde, om dus op 's Keizers troon te klimmen;
 
Maar die verrader, zelfs door akelige schimmen
 
Benepen, moest daar na zijn opzet, zo verwoed,
 
En staatzucht boeten met zijn uitgestorte bloed.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken