Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Roomsche monarchy (1697)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Roomsche monarchy
Afbeelding van De Roomsche monarchyToon afbeelding van titelpagina van De Roomsche monarchy

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (29.29 MB)

ebook (33.90 MB)

XML (1.95 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Roomsche monarchy

(1697)–Abraham Bogaert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 418]
[p. 418]

CLV.
Friderikus de IV.

Friderik de IV, bygenoemt de Vreedsame, die Albert in 't Keizerrijk volgde, is op den 21 September des jaars 1415 in Oostenrijk gebooren. Onder zijn regeering wierd de troon van 't Oosten tot het jaar 1445, door den genoemden Joannes betreden, na wien zijn zoon Konstantinus den zelven beklom, daar het Oostersche rijk, op Pinxterdag, des jaars 1453, deerelijk door Mahomet, Sultan der Turken, mee te grond ging, na dat het ruim 1120 jaren gestaan had.

Zijn Vader was Ernst, Aardshartog van Oostenrijk. Zijn Moeder, Kunegunda, de dochter van Leopold, Hartog van Nassauw in Litthauwen. Zijn Broeder, Albert, die tegen hem opstond. Zijn Vrouw, Leonora, de dochter van Eduard, Koning van Portugaal; by haar won hy drie Zoonen en twee Dochters, als Maximiliaan, na hem Keizer, Kristoforus, Joannes, beide jong gesturven; Helena, in haar tweede jaar overleden; en Kunegunda, buiten weten des Keizers, door Sigismundus, Hartog van Oostenrijk, weggevoerd, en ten echt genoomen.

De dood van Albert, zo schadelijk voor 't rijk, verplichtte de Keurvorsten om weder over de verkiezing eens Keizers by een te komen. Zy deeden dit, en verkooren, zonder de minste oneenigheid, op den 30 Maart des jaars 1440, Friderik, Hartog van Oostenrijk, en den vollen Neef van Albert. Nauwelijks had hy de bestiering van 't rijk ter hand genomen, of hy beyverde zich om verscheide wetten te maken, die het gerecht, de burgerlijke regeering, en de munt raakten. Terwijl Mahomet, Sultan der Turken, een begin maakte om het Oostersche rijk te overstroomen, zocht hy de geschillen in Duitschland te slissen, en de Vorsten door een onderlinge liefde tot eene ziel te maken, op dat het rijk daar door mocht in staat zijn om de zegepralende wapenen der Turken te braveeren. Hoe zeer hy hier in arbeidde, echter kon hy Albert, Markgraaf van Brandenburg, niet bewegen, om zich met de stad Neurenberg te vereenigen. Het verschil was, dat de stad voorgaf vry, en van niemand dan den Keizer en het rijk afhangkelijk te zijn; waar tegen Albert beweerde, dat die stad onder het Burggraafschap van hem en Brandenburg stond. Hier uit sproot een vierjarigen oorlog, waar door het platteland geheel verwoest wierd. Hy rustte ook niet voor dat hy de verdeeltheden en scheuringen, die door Paus Felix den IV, en Niklaas den V veroorzaakt waren, bygeleid had. Zijn yver was daar zo groot toe, dat hy naer Rome trok, alwaar hy Felix bewoog van 't Pauschap af te staan, en dat aan Niklaas op te dragen. Hy bereikte hier in zijn oogwit, en liet zich daar na door Niklaas, met zijn Bruid Leonora, die hy te Siena uit de hand des Afgezants van Portugaal ontfangen had, trouwen en kroonen. Na deze plechtigheid trok hy over Ferrare weder naer Oostenrijk, alwaar hy weêr de handen vol werks vond: want de Stenden van Hongaryen, die hem dikwils hadden doen bidden dat hy hen hunnen Koning Ladislaüs, die hy aan zijn hof hield, zou toezenden, en daar by de Koninklijke cieraden begeerden, die hy bewaarde, en beide, onder verscheide voorwendzelen hen onthield, deeden hem, onder 't beleid van Huniades, den oorlog aan. Zy veroverden Neustad, en brachten de zaak zo ver, dat de Keizer genoodzaakt was hen te voldoen. 't Was op dezen tijd dat Mahomet Konstantinopelen overstroomde, 't geen de Kristen Princen bewoog uit hunne oogen te zien, op dat hen dat rampzalig lot ook niet mocht te beurt vallen. Zeker, hunne yver, en die van den Paus, was zo groot, dat zy niet alleen den Sofy van Persien tegen den Turk in den oorlog wikkelden, maar zy zonden ook een machtig leger aan Huniades, die daar mee den Turk voor Belgrade opsloeg, en hem, met verlies van veertigduizend mannen, te rug deed wijken. Het beleid en de dapperheid van dezen Vorst was zo groot, dat de Turken, op hun beurt begonnen te beven; doch zijn schielijke dood beroofde het rijk van een staalen muur, waar op de vyand te vergeefs gestormt had, die na zijn overlijden ter neder storte. De Keizer vond zich ook in een huizelijken oorlog gewikkelt, dewijl zijn broeder Albert en zijn neef Sigismund, Graaf van Tirol, hem 't hooft boden. Hy was op dien tijd in Weenen toen de burgers, door zijn vyanden opgerooit, tegen hem opstonden, en hem met zijn vrou en zoon Maximiliaan op het kasteel belegerden, waar binnen zy van honger zouden gesturven hebben, indien Joris Poderbarch, van Gouverneur Koning van Bohemen geworden, hem niet te hulp gekomen was. Deze twist namen de Hongaren tot hun voordeel, en verkooren Mathias Korvinus, den zoon van den dapperen Huniades, tot hunnen Koning. Dit deed de Keizer tegen hen de wapenen opvatten; doch zy wierd zo slap voort gezet, dat Korvinus zich weinig over zijne ondernemingen bekommerde. Ondertusschen verplichtte de gelukkige voortgang der Turken den Keizer weder naer Rome te gaan. Hy deed dit in 't felst van de winter, doch kreeg weinig voldoening op zijn verzoek van bystand tegen den Turk. Het merkwaardigste dat hy naderhand verrichtte, was het kroonen van zijn zoon Maximiliaan tot Koning der Romeinen; waar na hy, na het rijk 53 jaren, 7 maanden en 19 dagen geregeert te hebben, op den 19 April des jaars 1493, te Lints overleed, waar na zijn lichchaam te Weenen begraven wierd. Zie Sylvius, Kuspinianus, H. Mutius 29 B. Pant. Platina, &c.

[pagina 419]
[p. 419]


illustratie

 
Waak op, o Friderik, ik zie Konstantinopelen
 
Door 't rammen schudden, en op haaren wortel popelen.
 
Ach, daar vliegt Mahomet al stormende in de stad,
 
Terwijl 't vergoote bloed de zonne in d'oogen spat!
 
Die vloek des Heiland, nu op Griekens troon geklommen,
 
Hecht twalef rijken, en byna twee Keizerdommen,
 
Aan zijnen tulband door den dood van Konstantijn.
 
Waak op; ik zie hem reeds voor wind den snellen Rhijn
 
Afbruischen, om verwoed heel Duitschland t'overstroomen.
 
De vader van Korvijn kan hem alleen betoomen,
 
Hy zal Belgrade, nu omringt van dien barbaar,
 
Zo gy hem byspringt, haast verlossen van 't gevaar.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken