Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Floris, graaf van Holland (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van Floris, graaf van Holland
Afbeelding van Floris, graaf van HollandToon afbeelding van titelpagina van Floris, graaf van Holland

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.63 MB)

Scans (20.45 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Vertalers

Karina van Santen

Martine Vosmaer



Genre

drama
non-fictie

Subgenre

vertaling
toneeltekst (modern)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Floris, graaf van Holland

(1996)–Frits Bolkestein–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 2]
[p. 2]


illustratie

[pagina 4]
[p. 4]

Matri

 

[pagina 5]
[p. 5]

Voorwoord

In het voorjaar van 1973 ging ik met een Engelse vriend en collega in Londen, waar ik toen werkte, naar een toneelstuk van Peter Handke: The ride across lake Constance (Der Ritt am Bodensee). Ik vond het stuk pretentieus en vervelend, en wilde in de pauze weggaan. Mijn vriend haalde mij over te blijven want de recensies waren toch zo goed. Ik stemde toe en gaf het stuk later geen aandacht. In oktober van dat jaar werd ik naar Parijs overgeplaatst, waar ik zitting zou nemen in de directie van Shell Chimie. Daar werd, niet lang daarna, La chevauchée à travers du lac Constance opgevoerd, met beroemde acteurs en actrices als Delphine Seyrig en Jeanne Moreau. Weer waren de recensies lovend. Ik moest toen denken aan de kleren van de keizer. Zou het niet mogelijk zijn, vroeg ik mij af, een klassiek onderwerp in een klassieke vorm te behandelen en er iets van te maken dat speelbaar was?

Welnu, wie de schoen paste, moest hem maar aantrekken. Ik koos het oerhollandse thema van Floris V, en een van de meest beroemde vormen: het Engelse blank verse. Waarom in het Engels? Ten eerste omdat, naar mijn mening, het Engels zich beter voor blanke verzen leent dan het Nederlands met zijn staand of slepend rijm; en, ten tweede, omdat ik door jarenlang verblijf in een Angelsaksische omgeving liever Engels dan Nederlands schreef. Aldus ontstond Floris, Count of Holland, in Parijs, tussen oktober 1974 en mei 1975. Het is uitgegeven door

[pagina 6]
[p. 6]

mijn vriend Johan Polak, nu overleden, onder de schuilnaam Niels Kobet, een anagram van mijn achternaam. Waarom een schuilnaam? Omdat ik toen reeds van plan was mijn loopbaan bij Shell te verruilen voor het gladde ijs van de vaderlandse politiek. Ik wilde lid worden van de Tweede Kamer voor de vvd, een partij waarin ik toen niemand kende. Men zou het daar merkwaardig vinden dat iemand vrijwillig afstand deed van een interessante loopbaan; zou die persoon daarnaast moeten erkennen een toneelstuk te hebben geschreven, dan zouden zijn kansen die partij te vertegenwoordigen, zo vreesde ik, tot nul dalen.

 

Ik heb getracht de kronieken (waaronder vooral die van Melis Stoke) zo nauwkeurig mogelijk te volgen: de dood van Willem II, Roomskoning en vader van Floris V, in West-Friesland in 1256; de twee veldslagen die Floris tegen de West-Friezen heeft gevoerd, de ene uitgelopen op een nederlaag, de andere op een overwinning; Floris' verwikkelingen met de bisschop van Utrecht en de gevechten in Zeeland en de Zuidelijke Nederlanden. Historisch zijn ook de bijna onwaarschijnlijke risico's die Floris neemt door nagenoeg de helft van zijn bezittingen te verkwanselen, zijn zoon naar het Engelse hof te zenden en zijn eigen leven in de waagschaal te stellen door zich onvoorzichtigerwijze in de macht van zijn schoonvader Guy Dampierre, graaf van Vlaanderen, te begeven.

 

Wat mij in die periode - het einde van de dertiende eeuw - vooral trof, was de internationale context. Edward,

[pagina 7]
[p. 7]

bedwinger van Wales, Hammer of the Scots, heeft onder zijn bewind de grondslagen van het Engelse recht gelegd. (Zie III, 2) Als hertog van Aquitanië was hij de grote tegenspeler van zijn leenheer Philips IV, bijgenaamd de Schone, de raadselachtige zwijger en staatsman van absoluut gezag, overtuigd dat het doel de middelen heiligt. (Zie V, 2) Zowel de Franse als de Engelse koning waren bezig vorm te geven aan hun staat en hun middelen waren niet zachtzinnig. Zij wedijverden om invloed in Vlaanderen, het rijkste land van het christendom, dat door Leliaerts en Clauwaerts werd verscheurd. Ondertussen probeerde Floris zijn aanspraak op de Schotse troon te staven en de Engelse wolstapel naar Dordrecht te halen. Het was de vooravond van de Honderdjarige Oorlog.

 

Waar draait het stuk om? Een man wiens eerzucht zichzelf, maar bovenal zijn land geldt, die veel tot stand brengt, wordt door zijn succes overmoedig, roept tegenkrachten op die hij niet meer aankan en valt daaraan ten prooi. Het gaat dus om de overmoed waarvoor de Grieken in hun treurspelen keer op keer hebben gewaarschuwd - een les die in de moderne Nederlandse politiek soms vergeten lijkt te zijn.

 

De Karmelieter broeder, Floris' raadsman, is het enige geheel verzonnen personage. Ik had behoefte aan een waarnemer en commentator, iemand die de rol van het koor in de Griekse tragedie zou kunnen spelen. En in een wending van Sartreïaanse ironie is het juist deze monnik, de incarnatie van gezond verstand, die de aanleiding tot de

[pagina 8]
[p. 8]

moord op Floris bewerkstelligt.

 

De bankier Nathan heette in werkelijkheid Lambert Vrieze. In de dertiende eeuw vonden voor het eerst in Europa op grote schaal jodenvervolgingen plaats. In 1290 had Edward alle joden bij decreet uit Engeland verbannen; sommigen zijn verdronken bij hun gedwongen overtocht. Niet lang daarvoor waren de joden in York volledig uitgemoord. Van beide gebeurtenissen maakt Nathan gewag.

 

Floris V is in de loop der geschiedschrijving zeer wisselend beoordeeld. Conrad Busken Huet: ‘Van alle vorsten die vóór Karel V over Nederland geregeerd hebben, is de zoon en opvolger van Willem II de populairste naam gebleven. De sleutel van het voortreffelijke in Floris V moet echter nog gevonden worden. Wij zien Floris zijn land zo goed als verkopen aan een Koning van Engeland; zien hem daarna met dezelfde onbesuisdheid die vorst verraden en het bondgenootschap van een Koning van Frankrijk zoeken; tot hij ten laatste, wanneer hij door verbeurdverklaringen en trouweloosheden zijn Nederlandse edelen verbitterd en vernederd heeft, met een onbegrijpelijke niaiserie zich in hun handen stelt. Beminlijk mens naar het schijnt, was hij als staatsman een warhoofd en liet zijn volk slechts burgertwisten na’ (Het land van Rembrandt, Amsterdam, 1987). Onze tijdgenoot E.H.P. Cordfunke daarentegen: ‘Graaf Floris heeft tijdens zijn lange bewind op essentiële terreinen zodanige resultaten geboekt dat we hem zonder twijfel een “politicus van

[pagina 9]
[p. 9]

formaat” mogen noemen. (...) Anderzijds kan hij ook roekeloos zijn, met een neiging tot zelfoverschatting. Zijn houding tegenover de Zeeuwse adel en de onderworpen heren van Amstel en Woerden geeft daarvan blijkt. Maar we krijgen nergens de indruk dat graaf Floris naïef was, integendeel, in zijn oplossing van de Stichtse problemen is hij met grote berekening opgetreden. (...) Politiek bedrijven was in de 13e eeuw een schaakspel; graaf Floris beheerste dat spel op intelligente wijze’ (Muiderbergsymposium, Hilversum, 1991). Dit debat zal zich zonder twijfel voortzetten.

 

Zitten er citaten in het stuk? Zeker. Het adagium quem deus vult perdere, prius dementat, dat teruggaat tot het Griekse besef van de verblinding, komt tot uitdrukking in Floris' woorden over de bisschop van Utrecht (‘Wie wordt verdoemd door God / Zal eerst zijn geest verliezen’, II, 1) maar is niet minder van toepassing op Floris zelf. Beatrijs' verzuchting aan het einde van het derde bedrijf (‘Mijn dood, kom snel / Ik wenste wel / Dat ik nooit was geboren’) is een echo van de beroemde passage in Sophocles' Oedipus Coloneus. Wat is meer klassiek dan het bodeverhaal waarin van de gevangenneming van Floris wordt verteld? Zowel op de Ides of March van Shakespeare's Julius Caesar als op een vers van de Ierse dichter William Butler Yeats (‘the falcon cannot hear the falconer’) heb ik teruggegrepen waar de oude heks Floris waarschuwt tijdens de afrit ter valkenjacht. De kenner van Jeroen Bosch zal diens ‘Verzoeking van de Heilige Antonius’ herkennen in de angstdroom van Beatrijs (III, 3). De erotische

[pagina 10]
[p. 10]

raadseldialoog tussen Floris en Machteld ten slotte verwijst naar een passage in Aus den Memoiren des Herren won Schnabelewopski van Heinrich Heine.

 

De strekking van het stuk is zeker van deze tijd: het niet-aflatende getwist om kleine belangen; Edward die de Engelse wol wil gebruiken als economisch wapen tegen Vlaanderen gelijk de Arabische landen het oliewapen nu; de escalerende gevechten en kapingen over en weer tussen Engelse en Normandische schippers; de lichtvaardigheid waarmee veel wordt beraamd; en de onvermijdelijk daaropvolgende ontgoocheling. Zoals de grote Zweedse kanselier Oxenstierna aan de minderjarige troonopvolger schreef: ‘Weet je dan niet, mijn zoon, met hoe weinig verstand de wereld wordt geregeerd?’

 

Het land dat later Bangla Desh zou heten, is tegen Pakistan opgestaan onder leiding van de charismatische Sheikh Mujib Rahman. Kerstmis 1973 bracht ik een bezoek aan Dacca. Nog zie ik de Shell-agent daar voor mij staan, met uitgestoken arm extatisch roepend: ‘Sheikh is Sheikh.’ Voor hem kon Mujib Rahman geen kwaad doen. Een jaar later werd de sheikh vermoord. Hier zegt de karmeliet (1, l):

 
Maar weet, de capricieuze massa die nu schreeuwt
 
Hoeveel zij van u houdt, roept morgen om uw dood
 
Omdat een heethoofd vlammend tot hen spreekt

Onderwijl maken grotere machten zich gereed om toe te slaan. Wanneer Floris stervende is, spreekt de hertog van

[pagina 11]
[p. 11]

Brabant de onheilspellende slotwoorden:

 
De Franse koning zond zijn leger naar het Noorden
 
En Robert van Artois, zijn generaal,
 
Heeft slag geleverd met de Vlamingen.
 
Het Vlaamse leger is volledig ingemaakt.
 
(Fortinbras!)

In juni van dit jaar is het zevenhonderd jaar geleden dat Floris werd vermoord. Om die reden heeft uitgever Mai Spijkers voorgesteld de Engelse tekst te laten vertalen en de vertaling uit te geven. Met dat verzoek heb ik natuurlijk ingestemd.

 

FB, 1-2-1996


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken