Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
"Vlaandren, o welig huis". Zooals Vlaamsche schrijvers hun land zien (1939)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaandren, o welig huis. Zooals Vlaamsche schrijvers hun land zien
Afbeelding van Vlaandren, o welig huis. Zooals Vlaamsche schrijvers hun land zienToon afbeelding van titelpagina van Vlaandren, o welig huis. Zooals Vlaamsche schrijvers hun land zien

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.45 MB)

Scans (23.11 MB)

ebook (13.14 MB)

XML (0.48 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

bloemlezing
reisbeschrijving


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

"Vlaandren, o welig huis". Zooals Vlaamsche schrijvers hun land zien

(1939)–Emmanuel de Bom–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 6]
[p. 6]

Inleiding
door Emmanuel de Bom

Vlaanderen's aangezicht, zooals gezien door de oogen van Vlaamsche schrijvers: aldus laat zich zin en opzet van dit boek van zuiver inzicht, zonder zwaarwichtig gebaar vrij wel omschrijven. Het wil geen breed-gekruinden boom opzetten, het wil alleen, in liefst lichtveerend proza, het eigen-gevoelde beeld geven, de eigen fantasie, zooals die zich voordoet aan eenige schrijvers, als ze zich over het hun uit dagelijkschen omgang vertrouwde gewest willen uitspreken.

Dat dit Vlaanderen een schoon land is, wiens uitzicht onze schrijvers bestendig boeit, waar ze eigenlijk ook nooit geheel over uitgepraat zijn - ‘Vlaandren, o welig huis, waar we zijn als genooden aan rijke taaflen’, - het woord des Dichters heeft het voor altijd bekrachtigd.

Juist dáárom wil dit boek zich openen op eenige, weinig bekende, uitzonderlijke bladzijden van Karel van de Woestijne over het door hem in 1902 aldus geziene Brugge. Want aan de parel van het oude Vlaanderen, de bakermat der Vlaamsche primitieven, willen wij, in dezen bundel over het Vlaamsche land, den voorrang geven. Die eer komt de in sierlijken droom nog immer prinselijk levende onvergelijkelijke stad toe.

[pagina 7]
[p. 7]

Om het aangezicht van het Vlaanderen van nu breed en meteen vlug te schetsen heb ik liefst een beroep gedaan op een aantal onzer schrijvers, die tot een jongere generatie behooren, de naöorlogsche. Waar ook enkele ouderen aan 't woord komen, gebeurt dit, als deze voorloopig onvervangbaar bleken te zijn door jeugdiger krachten. Want wie zal er bijvoorbeeld beter de schoonheid van Lier teekenen dan de spekvettige, ‘druivensappige’ vader van Pallieter, van Juffrouw Symphorosa en van Mijnheer Pirroen?

Achtereenvolgens komen de vijf Vlaamsche gouwen, die heeten: Westvlaanderen, Oostvlaanderen, Antwerpen, Limburg en Brabant - en die gezamenlijk het Vlaamsche Land uitmaken - aan de beurt.

Het zal ongetwijfeld den lezer, die geen Vlaming is, opvallen, hoe veelzijdig het kleine Vlaanderen zich weerspiegelt in den geest van zijn dichters. Het is dan ook, voor wie de diverse uitzichten van dit land op een gedroomd zilveren scherm ziet afrollen, een blijvende verheuging, ja een steeds vernieuwde verbazing, wat al schoonheid en eigenaardigheid er aan landschappen en stedenschoon binnen deze beperkte grenzen te erkennen valt. Van aan het blonde Noordzeestrand tot aan de teedere dellingen van het Maasland, van de tintelende kleurigheid der Vlaandersche landelijkheid tot den lieven zwier en de bewogenheid van het Brabantsche landschap, van den Kempischen poëtischen eenvoud tot de met het glorieuze verleden getooide en in 't heden nog vlijtig levende schoon van steden als Brussel, Gent, Mechelen, Lier, Antwerpen: het is een inderdaad welig gezicht, dat zelfs den lastigsten smaak moet behagen.

Vlaanderen, ondanks zijn kleinte, is een rijk geschakeerd complex, dat zich eerst na jarenlang verkeer in zijn volheid laat omvatten en be-grijpen. Ieder ziet ervan allereerst zijn onmiddellijke omgeving. Gaat men het in zijn veelvuldige afwisseling beschouwen, dan verrast voortdurend de kleurige gamma der diverse aspekten.

[pagina 8]
[p. 8]

Denk aan het eigenlijke Vlaanderen, dat van Westen en Oosten met de 67 kilometer zeekust, zijn stranden met de zand-gele duinen, met de wijde landouwen, waar in de groene polders en meerschen het bonte beestenvolk graast, de gouden oogsten rijpen, de witte en roode landhuizen een zoo vroolijken klank geven, waar de boomen zijn als wuivende groeten, tegen de wijde horizonten de grijze steenen der oude kerktorens klompig verrijzen, velden van smaragd waar de zilverige meanders der rivieren doorheen slingeren: de Leie, de Dender, de Schelde - waar de blanke en kriekroode droom van Brugge juweelig te flonkeren ligt, waar het stoere Gent is als een machtig-georkestreerd symphonisch gedicht, te midden van bloeiende tuinen, waar Veurne, Ieperen, Kortrijk, Oudenaarde, Aalst, Ronsse, Geeraardsbergen, Dendermonde, St. Niklaas zoovele glanzende bladzijden zijn van een glorieus historieboek, historie die nog niet heelemaal het doode verleden mag heeten: waar de reiziger, die er doorheen stoomt of tuft, geen oogenblik zijn blikken kan afwenden van het malsche verre landschap, met de gulle vruchtbaarheid, door noesten arbeid verkregen, waar dorpen aan dorpen zich oneindelijk aaneenreien, stad op stad voorbij tijgt, getooid met kostbare herinneringen aan het verleden, kerktorens, tempels en kloosters, raadhuizen, gekanteelde oude steenen, hallen en gildehuizen, pakhuizen en stapelplaatsen, en overal ook nieuwe bouwwerken oprijzen; moderne, nieuwzakelijke, daklooze kuben naast schilderachtige roodgedaakte landhuizen, plompe torenbouwen naast nederige trap- en puntgevels: overal, náást het sterke verleden, weerklinkt de stem van een kordaat en ter dege wakkergeschoten ‘Levende Vlaanderen’! Van Oostende tot Maaseik, van Turnhout tot Meenen, van Zoutleeuw tot Damme, over de vlakten of lichte bewogenheden van Haspegouw, Hageland, Payottenland, Land van Waas, Meetjesland, de Vier Ambachten, van Limburg's heidestreek en zijn nieuw kolenmijngebied tot de

[pagina 9]
[p. 9]

wereldhaven van Antwerpen, de Brusselsche bedrijvigheid, tot Oostende met het wereldsch vertier aan zijn strand, de schepen die tijgen uit de haven der Scheldestad den Oceaan toe: heel dit Vlaanderen lijkt wel een hommelnest, één gonzende bezigheid en handelsblijheid. Het leeft.

Laat over dat Vlaanderen de gulden zon der aloude vrijheid schijnen, laat nering en tering er bloeien, laat de duizenden krachten, die in het strevende brein van zijn kinderen sluimeren, tot gave ontplooiïng kunnen komen. Laat schrijvers en dichters het land van Guido Gezelle, Hendrik Conscience, Peter Benoit, Cyriel Buysse, Stijn Streuvels en Karel van de Woestijne op alle tonen, elk volgens zijn eigen wezen, vrij uitzeggen en uitzingen... Krijgt dan het woord van een onzer futtige hedendaagsche Vlamingen, de Van Nu en Strakser Vermeylen, niet zijn vollen en diepen zin: ‘wij zullen dit land schooner maken’?

Vlaanderen, Oost en West, met zijn roemvolle steden: Brugge en Gent, Antwerpen, en die andere: Mechelen, Lier, Diest; Limburg, met zijn stille verten, zijn heide en zijn mijngebied, zijn kloosterlijke wijding en zijn voorname ingetogenheid; Brabant, vorstelijk pralend, vol van feestgeluiden, bergplaats en troon van 's lands centrale macht en heerlijkheid, - ‘Vlaandren, welig huis’ - dit alles is inderdaad ‘Vlaanderen’, de oude gouw haar naam schenkend aan 't heele land - gezegend land van schilders, beeldhouwers, bouwmeesters, van dichters en schrijvers, van geleerden als van burgerlui en kruideniers, van handelslieden en kampioenen van de sport, van een arbeidend en opstrevend volk: Vlaanderen, land van belofte, omdat het een land is dat wil omhoog, een volk vol ideale illusie, vol levensdrift,

‘VLAANDEREN, ONS LAND!’

Moge dit boekske daar een zuiver en warm-levend beeld van geven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken