Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geschiedkundige gedenkstukken en aanmerkingen over het bestuur van Holland. Deel 1 (1820)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geschiedkundige gedenkstukken en aanmerkingen over het bestuur van Holland. Deel 1
Afbeelding van Geschiedkundige gedenkstukken en aanmerkingen over het bestuur van Holland. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Geschiedkundige gedenkstukken en aanmerkingen over het bestuur van Holland. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.32 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geschiedkundige gedenkstukken en aanmerkingen over het bestuur van Holland. Deel 1

(1820)–Lodewijk Napoleon Bonaparte–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[pagina 290]
[p. 290]

Traktaat,

Tusschen den Keizer der Franschen, Koning van Italie, en de Bataafsche Republiek, vertegenwoordigd aan de eene zijde, door Ch. m. talleyrand, Minister van Buitenlandsche Zaken, en aan de andere, door de Heeren verhuell, gogel, van styrum, six en gerart brantzen, gesloten te Parijs, den 24sten Mei 1806.

Overwegende:

 

1o. Dat, aangezien de tegenwoordige gestemdheid van den geest, en den werkelijken toestand van Europa, een Gouvernement, hetwelk noch vastheid noch eene zekere duurzaamheid bezit, het oogmerk van deszelfs instelling onmogelijk kan vervullen.

2o. Dat de op gezette tijden plaatshebbende verwisseling van het opperhoofd der Regering, in Holland altoos eene bron van twist opleveren, en buiten hetzelve een onophoudelijk voorwerp van beroerten en tweedragt, tusschen de met Holland vriendschappelijke of vijandige Mogendheden, zijn zal.

3o. Dat een erfelijk Gouvernement alleen het gerust bezit van alles, wat der Hollandsche Natie dierbaar is, de vrije uitoefening van haren Godsdienst, het behoud harer wetten, hare staatkundige onaf-

[pagina 291]
[p. 291]

hankelijkheid en hare burgerlijke vrijheid kan waarborgen.

4o. Dat de eerste harer belangen is zich van eene magtige bescherming te verzekeren, onder welke zij vrijelijk hare Nijverheid kan uitoefenen, en zich in het bezit van haar grondgebied, van haren koophandel en van hare Kolonien handhaven.

5o. Dat Frankrijk wezenlijk belang heeft in het geluk der Hollandsche Natie, in de voorspoed van den Staat en in de vastheid harer inrigtingen, zoo met betrekking tot de Noordelijke grenzen van het Rijk, die geheel open liggen en van vestingen ontbloot zijn, dan ten opzigte van de grondbeginsels en de belangen der Generale Politie, hebben benoemd, enz. enz., en zijn overeengekomen:

1o. Zijne Majesteit de Keizer der Franschen, Koning van Italie, zoo voor zich als voor zijne opvolgers en voor altoos, waarborgt aan Holland het behoud zijner constitutioneele regten, zijne onafhankelijkheid, de onschendbaarheid van deszelfs bezittingen in de twee werelddeelen, zijne staatkundige, burgerlijke en Godsdienstige vrijheid, zoo als dezelve door de thans voorgestelde wetten geëerbiedigd wordt, en de vernietiging van alle voorregten, in zaken van belasting.

2o. Op het plegtig verzoek, door Hunne Hoog Mogende, vertegenwoordigende de Bataafsche Republiek gedaan, dat de Prins lodewijk napoleon tot erfelijken constitutioneelen Koning van Holland benoemd zoude worden, heeft zijne Majesteit aan dit

[pagina 292]
[p. 292]

verzoek wel willen voldoen, en magtigt den Prins lodewijk napoleon, den troon van Holland te aanvaarden, ten einde door hem en zijne natuurlijke, wettige en mannelijke nakomelingschap, in de orde van eerstgeboorte, te worden bezeten, met altoos durende uitzondering der vrouwen en van derzelver nakomelingen. Ten gevolge van deze volmagt, zal Prins lodewijk napoleon deze kroon, onder den titel van Koning, bezitten, en met al die magt en gezag zijn bekleed, als door de constitutioneele wetten zullen bepaald worden, en door den Keizer napoleon in het voorgaande artikel gewaarborgd zijn; het is echter vastgesteld, dat de kroonen van Frankrijk en Holland nimmer in een' en denzelfden persoon kunnen vereenigd worden.

3o. De domeinen der kroon bestaan in: 1o. Een paleis in den Haag, hetwelk tot de residentie der Koninklijke familie bestemd zal zijn. 2o. Het paleis in het Bosch. 3o. Het domein van Soestdijk. 4o. Een inkomen in vaste goederen van vijfmaal honderd duizend guldens 's jaars. De wet van den Staat verzekert den Koning eene jaarlijksche som van 1,500,000 guldens, Hollandsche munt, betaalbaar 's maandelijks bij twaalfde gedeelten.

4o. In geval van minderjarigheid, behoort het Regentschap, volgens regt, aan de Koningin, en bij ontstentenis van deze, zal door den Keizer der Franschen, in zijne hoedanigheid als voortdurend hoofd der Keizerlijke familie, de Regent van het Koningrijk benoemd worden. Hij verkiest denzelven uit de

[pagina 293]
[p. 293]

Prinsen van zijn huis, en deze ontbrekende, uit de inboorlingen. De minderjarigheid des Konings eindigt, wanneer hij volle achtien jaren bereikt heeft.

5o. Het weduwegeld der Koningin zal bij haar huwelijksgoed bepaald worden. Voor ditmaal is hetzelve bepaald op 250,000 guldens 's jaars, welke uit de Romeinen der kroon zullen worden gevonden. Na aftrek van dit gedeelte, zal de helft van de overgeblevene inkomsten der kroon tot goedmaking der onkosten van het huis des minderjarigen Konings dienen, en de wederhelft tot de uitgaven van het regentschap gebruikt worden.

6o. De Koning van Holland zal voor altoos grootwaardigheid bekleeder des Rijks, onder den titel van Connétable, zijn. De pligten, aan deze waardigheid verknocht, zullen nogtans, met goedkeuring van den Keizer der Franschen, kunnen worden waargenomen, door eenen Prins Vice-Connétable, indien hij noodig mogt achten zulk eene waardigheid in te voeren.

7o. De Leden der regerende familie in Holland, blijven voor hunne personen onderworpen aan de bepalingen van het Constitutioneel Statut, van 30 Maart laatstleden, de wet voor de Keizerlijke familie van Frankrijk uitmakende.

8o. De ambten en bedieningen van den Staat, uitgenomen die, welke tot den persoonlijken dienst des Konings behooren, kunnen alleen aan nationalen worden opgedragen.

9o. De wapens des Konings zullen de oude wapens van Holland zijn, gevierendeeld door den

[pagina 294]
[p. 294]

Fransch-Keizerlijken adelaar, en gedekt met de Koninklijke kroon.

10o. Er zal onmiddellijk tusschen de contracteerende Mogendheden een traktaat van koophandel worden gesloten, ten gevolge waarvan de Hollandsche onderdanen, te allen tijde, in de havens en op het grondgebied des Franschen Keizerrijk, als de meest begunstigde natie zullen behandeld worden, Zijne Majesteit de Keizer en Koning, verbindt zich daar te boven, bij de Barbarijsche Mogendheden te bewerken, dat de Hollandsche vlag, door dezelve even als die van Zijne Majesteit den Koning van Frankrijk zal worden ontzien.

De ratificatien van het tegenwoordig traktaat zullen, binnen den tijd van tien dagen, te Parijs worden uitgewisseld.

Parijs, enz. enz.

 

einde van het eerste deel.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Geschiedkundige gedenkstukken en aanmerkingen over het bestuur van Holland (3 dln)


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 24 mei 1806