Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nooit met je rug naar de klas! (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nooit met je rug naar de klas!
Afbeelding van Nooit met je rug naar de klas!Toon afbeelding van titelpagina van Nooit met je rug naar de klas!

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.63 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/pamflet-brochure
non-fictie/pedagogiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nooit met je rug naar de klas!

(1969)–H. Bonset–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Een boekje over ons schoolse schoolsysteem


Vorige Volgende
[pagina 107]
[p. 107]

9 Wat moeten de ouders doen?

Dit hoofdstuk gaat eigenlijk over u. U, die geen leraar of leerling bent, maar wel een of meer kinderen op een van onze schoolse scholen hebt. U, die die grote groep van belanghebbenden vormt: de ouders.

Als u het tot nog toe eens bent met wat in dit boekje staat moet u eens iets gaan doen.

Want hoe gaat het op het moment? Eerste voorbeeld. Begin mei 1969 gaf leraar Nederlands Jan de Jong een 4e klas havo aan de Gemeentelijke School voor havo in Amsterdam een aantal opstelonderwerpen op. Een week later ontving direkteur Chr. Oornick de volgende brief van de heer A.G.J.R. ‘Zeer geachte heer Oornick. Op 16 mei jl. hoorde ik van Winny dat zij voor Nederlands een opstel moest maken waarvoor de heer De Jong de onderwerpen op 9 mei jl. had opgegeven, toen zij ziek naar huis was gegaan. Deze onderwerpen heeft zij van een klasgenoot overgenomen. De keuze kon worden gemaakt uit een van de navolgende onderwerpen:

1.Onderdaan en maatschappij
2.Paus en pil
3.Underground
4.Sex en liefde
5.Kranten in Nederland
6.Revolutie en establishment
7.Revolutie en evolutie
8.Waarom zou je je bek houden?
9.Oceanografie
10.De verliezer
11.Het nut van het leven
[pagina 108]
[p. 108]
12.De illusie
13.Waarom moet het leven verlengd worden?
14.Hedendaags fascisme
15.Verhouding in de klas
16.De agressiviteit in de mens

Zonder mij met het onderwijs te willen bemoeien, neem ik toch de vrijheid om tegen enkele van deze opgaven te protesteren, gezien het feit dat zij niet geschikt zijn voor kinderen van die leeftijd, terwijl er bovendien een bepaalde subjektiviteit van de heer De Jong in naar voren komt.

Een onderwerp als in punt 2 bedoeld behoort niet in een school thuis. Bovendien heeft de heer De Jong enige tijd geleden zich al eens in de klas uitgelaten dat hij het helemaal niet eens is met de mening van de Paus op dit punt. Dat is natuurlijk zijn goed recht, maar hij behoort deze persoonlijke mening voor zich te houden en niet in een klas naar voren te brengen.

Ook het onderwerp van punt 4 behoort naar mijn mening niet op school thuis.

Wat betreft het onderwerp in punt 8 genoemd, breng ik onder uw aandacht dat de heer De Jong in de klas heeft gezegd het er niet mee eens te zijn dat een leerling zijn mond moet houden als hij van een leraar een standje krijgt. Dit is op zijn zachtst gezegd ondermijning van de orde op school. Daarbij komt dat ik van een dergelijke terminologie niet gediend ben. Diverse van deze onderwerpen zouden in de politieke sfeer getrokken kunnen worden waarmee ik het helemaal niet eens ben. De heer De Jong dient zich te realiseren dat hij les geeft aan een openbare school, waar plaats is voor kinderen van alle gezindten en waarbij de politiek als vak Maatschappijleer kan worden behandeld, maar dan wel op een objektieve wijze. Naar mijn mening is dat met deze docent niet het geval en is hij bezig de kinderen op een bepaalde wijze gevaarlijk politiek te indoctrineren.

Ik kan dan ook niet anders dan met klem tegen een dergelijke

[pagina 109]
[p. 109]

handelwijze protesteren en zal bij herhaling, overigens zonder u te passeren, een klacht indienen bij de wethouder van onderwijs der gemeente Amsterdam.’

 

De opvattingen van de heer R. behoeven geloof ik weinig kommentaar meer. De reden dat ik u juist dit verhaal vertel: de heer R. zit in de ouderkommissie van de Gemeentelijke School voor havo, en heeft in die kwaliteit zijn uiterste best gedaan om leraar Jan de Jong weg te krijgen.

 

Tweede voorbeeld. Toen ik in februari 1969 ontslag aangezegd kreeg wegens het lezen van Remco Campert's Een ellendige nietsnut met klasse 3 mms deelde de rektor me mee dat ‘de kinderen geschokt waren’ en ‘de ouders geklaagd hadden’. Het leek me aardig om zulke beweringen nu eens met enquêtes te toetsen. De eerste bleek al heel snel onzin: zegge en schrijve éen van de drieëntwintig meisjes vond het ‘geen boekje om in de klas te lezen’. Wat de tweede betreft: ik stuurde alle ouders een stencil waarop ik mijn argumenten vóor lezing van het boekje uiteenzette, en ze verzocht het ook eens te lezen. Daarna vroeg ik ze of ze er bezwaar tegen hadden dat dit boekje in de klas gelezen werd. Er kwamen eerst veel brieven binnen, en al vlug was de stand 10-3: tien voor, drie tegen. Daarbij waren brieven als: ‘Ik ben van mening, dat er in de klas openlijk gesproken moet kunnen worden over de zaken, die in dit boekje te berde worden gebracht! Het lijkt me een treurige zaak, dat er tienermeisjes ‘geschokt’ zouden zijn. Ik meen dat ouders, die dit met mij oneens zijn, zeer slecht op de hoogte zijn met wat hun dochters behoren te weten. Hun argument is waarschijnlijk, dat de voorlichting niet op school maar thuis behoort te geschieden, m.a.w. die voorlichting geschiedt dan waarschijnlijk helemaal niet!’ Een andere brief: ‘Wij kunnen het alleen maar toejuichen dat onderwerpen, zoals beschreven in het boek “Een ellendige nietsnut” klassikaal behandeld worden. Ook in huiselijke kring worden deze ak-

[pagina 110]
[p. 110]

tuele zaken openlijk besproken.’ Of: ‘Ik heb er geen bezwaar tegen. Je kunt jonge mensen niet de illusie laten behouden, dat er geen ellendige nietsnutten op deze aardbodem rondlopen.’ Of: ‘Ik vertrouw erop dat we onze dochter zo opgevoed hebben dat ze over de schok, die met name het titelverhaal zou kunnen veroorzaken, alleen of met onze hulp heen zou kunnen komen.’

Dat is een heel ander geluid dan dat van de heer R., of wat we helaas gewoonlijk van ouders vernemen. En dat nog wel in het konservatieve Gooi, op een uitermate achterlijke school. Maar de ouderkommissie van Het Nieuwe Lyceum wist een slim middel om het te doen ophouden.

Ze zond aan de ouders de volgende brief: ‘Daar het ons, de leden van de oudercommissie, zeer interesseert te weten wat er met betrekking tot deze kwestie onder de ouders leeft, verzoeken wij u vriendelijk een afschrift van het antwoord dat u aan Drs. H. Bonset stuurt gelijktijdig toe te zenden aan onze voorzitter, Mr. J. Cohen Tervaert, Raboes 11, Laren NH. Het spreekt vanzelf dat uitsluitend een openhartige mening het belang van de school dient. Wellicht ten overvloede verzekeren wij u, dat Uw openhartigheid natuurlijk geen nadelige consequenties voor uw dochter zal meebrengen’. Het spreekt al even vanzelf dat het subtiele proza van de laatste regels genoeg was om iedere ouder de schrik op het lijf te jagen, en hem eraan te herinneren welke risiko's hij ook alweer liep. Wellicht ten overvloede verzeker ik u dat ik direkt hierna dan ook geen enkele brief meer ontving.

 

Het is tijd voor een paar voorzichtige veronderstellingen. Eén: de meeste ouders zijn helemaal niet zo konservatief als men denkt. Twée: toch wordt er steeds naar die minderheid geluisterd die het wel is; als twee van zulke ouders niet willen dat een bepaald boekje gelezen wordt, gebeurt het ook niet. En dríe: ouderraden en -kommissies worden vaak bezet door de konservatiefste ouders.

[pagina 111]
[p. 111]

Hoe komt het nu, dat die minderheid van konservatieve ouders de meeste invloed heeft?

Om te beginnen kan de rektor van een school natuurlijk best zelf bekrompen zijn. Dan zal hij ogenblikkelijk geneigd zijn zich aan te sluiten bij de normen van de bekrompen ouders. Maar ook als hij dat niet, of minder, is zal hij hetzelfde doen. Want hij zit nu eenmaal in die onmogelijke positie van die ene leidende en verantwoordelijke man, die met niemand herrie wil hebben. En herrie krijgt hij het snelst met de konservatieve ouders. Zoals J.W. Oerlemans naar aanleiding van de Remco Campert-affaire schreef: ‘Ouders van die soort hebben doorgaans niet alleen de grootste zekerheid, maar zij schreeuwen ook het hardst’ (nrc 22-3-'69). Zulke ouders dreigen samen met andere ouders een boycot van de school te beginnen, hun zoon of dochter van de school te nemen, of de ouderraad in te schakelen, die al door hun bekrompen geestverwanten is bezet. En dan zwicht de rektor, in plaats van het enige te zeggen wat hij zou moeten zeggen: ‘Neemt u dat kind van school, zie dat u haar ergens anders krijgt, en u kunt me nog meer vertellen.’ Zo wordt de school een bedrijf dat werft naar de gunst van de achterlijkste konsument.

Naar úw stem wordt nooit geworven. Waarom niet? Omdat u veel te ‘makkelijk’ bent. U houdt er niet van om ‘lastig’ te zijn, om u overal mee te bemoeien. U vindt het vervelend om op uw rechten te staan, en u piekert er niet over om te gaan dreigen. U hebt er een hekel aan om in besturen en kommissies te gaan zitten.

En toch is dat precies wat u allemaal zou moeten gaan doen. De progressieve ouders hebben geen stem, omdat ze hem nooit laten horen!

 

Als u vindt dat uw zoon of dochter er recht op heeft om góed les te krijgen, om zich zelfstandig te ontplooien, om op de hoogte te raken van aktuele en belangrijke zaken, om demokratie te leren door zijn school mee te helpen besturen - als

[pagina 112]
[p. 112]

u kortom tegen het schoolse bent, dan moet u ook eens iets gaan dóen. Dan moet u zich gaan interesseren voor hoe die school reilt en zeilt, en beseffen dat u recht hebt op een stem daarin, omdat u belanghebbende bent.

En daarbij moet u niet terugdeinzen voor de middelen die nu alleen door de konservatieve, bekrompen ouders gehanteerd worden. U kunt proberen een meerderheid in de ouderraad van uw school te krijgen. U kunt ook talloze akties buiten die raad om voeren. Dreig ook maar eens uw kind van school te zullen halen, wanneer een gewaardeerde leraar om een futiliteit ontslagen wordt. Dreig ook maar eens met een boycotaktie of het in de pers brengen van de zaak, als er onzinnig gecijferd wordt, als de overgangsnormen verborgen worden gehouden, als uw kind ondemokratisch behandeld wordt. Uw zoon of dochter heeft recht op goed les en een goede school - en u hebt er recht op dat hij of zij dat krijgt.

 

En ook landelijk moet u iets gaan doen. Er is een landelijke leerlingenorganisatie geweest, de sbo, en binnenkort zal er wel weer een komen. Er is een landelijke lerarenorganisatie, de Kritiese Leraren. Waarom geen Werkgroep Kritiese Ouders, die behoorlijk up to date onderwijs eist voor zijn kinderen? U zult geestverwanten genoeg kunnen vinden. Probeert u het eens.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken