Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het andere gezicht van I.K. Bonset (1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het andere gezicht van I.K. Bonset
Afbeelding van Het andere gezicht van I.K. BonsetToon afbeelding van titelpagina van Het andere gezicht van I.K. Bonset

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.74 MB)

ebook (3.13 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het andere gezicht van I.K. Bonset

(1983)–I.K. Bonset–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 85]
[p. 85]

I.K. Bonset
Over het nieuwe vers en het aaneengeknoopte touw

Le monde est un milieu mental, analogue à l'eau ou à l'air, illimité et impersonnel (au sens circulaire) et formé de toutes les idées possibles. Le ‘moi’ est un centre de polarisation. D'innombrables siècles de sottise et de routine ont tendu à annuler la divine faculté humaine de tout comprendre sans règles. (Renée Dunan)

De vele schriftelijke tegenwerpingen die ik na de publikatie van mijn ‘X-Beelden’ ontving, geven mij aanleiding tot korte verklaring zonder bepaald verband of systeem.

Eigenaardig dat men het verwijt aan bepaalde schilders betreffende de min of meer logische constructie van hun werk, nu juist omkeert in het verwijt van een totale alogica van mijn verskunst... Heeft men in de verskunst nog niet buiten één dimensie leren denken? Of trekt men z'n belofte: dat men u in de verskunst tenminste vrij zou laten, weer in? Is de poëzie niet het enige gebied waar onredelijke manieren goed staan en waar men alogisch de waarheid belijdt? Zeker. De poëzie is het gebied der zuivere onredelijkheid... heel wat meer waard dan de onzuivere redelijkheid waar de oude cultuur van het aaneengeknoopte touw in verkommert.

In de klassieke, prosodieke poëzie meende men zijn objectief-subjectieve gevoelens volkomen te hebben gerangschikt - altijd binnen de perken van de beklemmende metrische halsband - door op journalistieke wijze dode toestanden en dingen naast elkaar aaneen te knopen, alsof het leven een stuk touw ware. Bij dit experiment forceerden de dichters niet alleen hun gedachten, door deze van hun gewaarwordingen af te scheiden en één bepaalde, a priori vastgestelde, richting op te jagen, maar zij maakten zich tot slaaf van één bepaalde kant van het levensprisma en wel van die kant waar ze toevallig naar toegewend stonden.

[pagina 86]
[p. 86]

In hun werk bleef daarvan een zwakke projectie over - niet meer. Nog treuriger was het met de filosofie die op dit systeem paste: elke gedachte een eindje touw. Elk eindje touw door een knoop verbonden aan een ander eindje touw. En dit aaneengeknoopte touwstuk noemde men logica.

 

Voor de klassieke dichters (ik reken hiertoe ook de zogenaamde Tachtigers) was de realiteit een vaste orde van acties en reacties, waarvan zij de wetten als 't ware uit het hoofd kenden. Hun bewustzijn was slechts geladen met tijdruimtelijke voorstellingen en beelden, die zij netjes achter of naast elkaar volgens de klok groepeerden. Kalander-poëzie.

Noch psychologisch noch fysiologisch had dit veel betekenis. Psychologisch niet, omdat een deel uit het geheel genomen geen equivalent is voor het geheel; fysiologisch niet omdat de lichamelijke verschijning niet meer dan projectie is van niet-lichamelijke oorzaak en wel van een bepaalde groep mechanische krachten, waardoor het optisch waargenomen object aanmerkelijk verschilt van het bewustzijnsobject dat in kunst slechts van belang is. Immers de verschijning van een voorwerp en onze bewustzijnsinhoud, gecoördineerd aan de verschijning, brengen een geheel verschillende gewaarwording teweeg. Het zijn óf verschillende realiteiten, óf een vaste, bepaalde realiteit bestaat niet.

Welnu, het leven is niet anders te kennen dan volgens de inhoud van het bewustzijn, samengesteld uit de onbeperkte, oneindige opeenvolging van beelden, waarin tijd en ruimte slechts menselijke, willekeurige onderbrekingen zijn! Deze doordringen elkaar in ons bewustzijn (dus in de realiteit) en heffen in het vers de opeenvolging in tijd en ruimte, het na en naast elkaar op. De realiteit bestaat dus niet maar ontstaat tegelijk met de bewustzijnsinhoud welke op zijn beurt weder het woord voortbrengt.

Van het verkeerde gezichtspunt uit, dat der categorieën, zou men deze realiteit een abstracte kunnen noemen, hoewel dit door elkaar van beelden of beeldverschijningen veel dichter de waarheid benadert dan al het geleuter langs het aaneengeknoopte touw in één afgesproken richting.

Het universum is langs de weg der dode filosofische sys-

[pagina 87]
[p. 87]

temen altijd gedacht als een bestáánde totaliteit, maar het heelal wordt gemaakt en vermaakt, wordt en verwordt in elk en een en hetzelfde ogenblik. In deze functie van het heelal zijn wij ingeschakeld, begrepen, pogend onze mentaliteit als middelpunt van dit proces te vestigen - wat natuurlijk altijd mislukt.

Op deze manier trachtten de klassieke wijsgeren het heelal onder een glazen stolp te vangen. In werkelijkheid zijn wij voortdurend medeplichtig aan de schepping van het heelal, een schepping die nooit voltooid wordt.

Het gaat in de nieuwe verskunst erom de bewustzijnsinhoud te elimineren en in een vrije samenvatting van beelden uit te drukken. Deze beelden zullen elkaar meer of minder bepaald maar altijd anaturalistisch opvolgen en onderbreken. Het geheel zal altijd een analogie zijn van de ‘wordende’ totaliteit.

Het verwijt dat mijn bedoeling weer een nieuw of ander soort individualisme in het leven roept is geheel ongegrond. Het nieuwe vers kan uit oorzake van het bovenstaande nooit een concentrische maar slechts 'n excentrische bepaling van het ‘ik’ inhouden. Dat wil zeggen wanneer iemand sterk wordt beheerst door (onder de indruk is van) een gebeurtenis op straat, bijvoorbeeld een man slaat een vrouw, dan kan men er zeker van zijn, dat de toeschouwer slechts onder zekere (fysische) voorwaarden toeschouwer blijft, doch dat zijn bewustzijn zich in de voorstelling zodanig verplaatst, dat hij zowel de man is die slaat als de vrouw die geslagen wordt.

En zo is het met de gehele levensvoorstelling die onze bewustzijnsinhoud vormt, doch altijd evenredig blijft aan de onderscheidene invloeden die het eeuwige zelfbewustzijn (het ‘ik’ of de wil) op de realiteit uitoefent.

In de nieuwe verskunst zoeken wij de juiste woorden om de bestanddelen van de bewustzijnswerkelijkheid zo zuiver mogelijk naar buiten uit te drukken. Wij zouden dit ook het organiseren van onze intuïtie kunnen noemen, 'n uitdrukking die voor alle kunsten opgaat.

 

Wanneer wij dus de alogica van onze bewustzijnsinhoud als maatstaf nemen voor de nieuwe verskunst, dan zal het mogelijk zijn dat een vers als ‘X-Beelden’ op de bedoelde

[pagina 88]
[p. 88]

wijze treft. Begrijpen is voor kunst altijd uitgesloten. Kunst houdt op waar men haar begrijpt. Poëzie laat zich niet begrijpen - zij grijpt.

 

Niets is geschapen, doch alles is voorhanden. Echter in geen enkele bepaalde vorm of toestand, vandaar dat ook het tegenovergestelde het geval is en dat wij, dit is onze geest, een voortdurende invloed op onze omgeving uitoefenen, dat wil zeggen veranderingen aanbrengen in kleur, maat en gestalte der dingen. Zo kan men buiten zich zeer duidelijk zichzelf terugvinden. Omgekeerd kan het (quasi) buiten ons deel uitmaken van de bewustzijnsinhoud (in ons).

Dit is de sfeer waarin het nieuwe vers ontluikt, de sfeer waarin de geest de continuïteit der natuur (dus ook de tijd) onderbreekt en opheft.

Men is dus abuis het bovenzinnelijke mechanisme van het nieuwe vers te willen verklaren uit een armelijke en verzonnen voortgang der gebeurtenissen langs het vaste lijntje van de tijd, waarbij men zichzelf als iets aparts buiten het gebeuren, dus feitelijk buiten het leven plaatst.

Die tijd is nu gelukkig wel voorbij.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken