Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De regeeringe van Amsterdam, soo in 't civiel als crimineel en militaire (1653-1672) (1897)

Informatie terzijde

Titelpagina van De regeeringe van Amsterdam, soo in 't civiel als crimineel en militaire (1653-1672)
Afbeelding van De regeeringe van Amsterdam, soo in 't civiel als crimineel en militaire (1653-1672)Toon afbeelding van titelpagina van De regeeringe van Amsterdam, soo in 't civiel als crimineel en militaire (1653-1672)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.34 MB)

Scans (47.84 MB)

XML (2.52 MB)

tekstbestand






Editeur

G.W. Kernkamp



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires
non-fictie/dagboek
non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De regeeringe van Amsterdam, soo in 't civiel als crimineel en militaire (1653-1672)

(1897)–Hans Bontemantel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

7. Commissaressen van de stadtsaxcijs.

(p. 162.) Sijn vijf Heeren, daer gewoonelijck een der vroetschappen de voorsittende is, als weesende een der notabelste comptoiren der incomsten van de stadt; alleen is in den jaere 1665 daer geen raetspersoon geweest. Hebben den ontfang der consumptie van de bieren en asijnen, oock der granen, die in de stadt werden gebracht. In den jaere 1657

was den axcijs der bieren en asijnen ƒ228230-14-10
der granen ƒ22312-15- 0
armengelt der granen ƒ18000-10- 8
  _______________
  ƒ268544- 0- 2Ga naar voetnoot2).

[pagina 131]
[p. 131]

Alsoo de impostmeesters der stadtsaxcijsen over de twee tonnen gouts ten achteren waren, daer niet stont van te comen, soo is den 17den November 1668 bij den met geresolveert eenige van deselfde te laeten collecteeren; daerop Axcijsmeesteren sijn gelast den impost der stadt van 't gemael, turf en coolen te ontfangen, daertoe eenige suppoosten door Burgemeesteren sijn aengestelt; de turf en coolen heeft in den jaere 1673 opgebracht omtrent dartich-duysent gulden, en het gemael vijftich-duysent gulden, sijnde omtrent sooveel als toen wierden verpacht, soodat het oochwit ruym wierde beryckt en geen quade betaelingen waeren te wachten. Betaelen de ontfangen gelden op ordonnantie van de Heeren Tresorieren, en door een der Burgermeesters ondertykent.

(p. 163.) Daer is in dispuet getrocken of dese Heeren Axcijsmeesteren den tytel van Commissaressen moogen voerenGa naar voetnoot1) en in derselver kerckbanken (werden) geadmitteert. Den Heer Gerret Bors van Waveren, den 7den September 1658 gemaeckt sijnde Axcijsmeester, heeft den 2den Februarij 1659 geweest in de Oude Kerck, sich plaetsende, als in de andere kercken had gedaen, in kerckmeesterengestoelte, daer Commissaressen meede in die kerck sitten. Casper Dronckelaer, als kerckmeester, gelaste aen den kerckbewaerder, anders genaemt hondeslager, Bors aen te seggen sijn plaets daer niet te weesen, en wees op het gestoelte der Huyssitten-Regenten, soodat oprees en verplaeste in dat gestoelte. Doch beeter onderrecht sijnde, is acht daegen daernae vroech in het eerste gestoelte gaen sitten, waerop door Dronckelaer qualijk wierde bejegent, willende hem uyt het gestoelte dringen, doch Bors was de sterkste, drong daer tegenaen en bleef sitten. Burgemeesteren, daer kennisse van krijgende, hebben verstaen dat altijt sijn neffens de andere Commissaressen geconsidereertGa naar voetnoot2).

voetnoot2)
Over de opbrengst der stedelijke accijnsen van bieren, azijnen en granen in het tijdvak 1636-1662, zie de bijlage ‘Opbrengst van den grooten accijns’.
voetnoot1)
Zie over de vraag, of accijnsmeesteren ook commissarissen waren: Wagenaar, Amsterdam. III p. 412.
voetnoot2)
Het college van accijnsmeesteren was een van de oudste college's het dagteekende van 1498. Met dat jaar begint althans de lijst van accijnsmeesteren, voorkomende in het derde deel van Schaep's manuscripten, en in de stedebeschrijving van Casparus Commelin; bij Dapper en Domselaer worden zij nog niet in de regeeringslijsten opgenomen. In 1492 worden reeds accijnsmeesteren van de bieren en accijnsmeesteren van het molengeld genoemd (Keurboek A, fol. 187 en 188); maar in 1498 kreeg het college waarschijnlijk den vorm, dien het in de 17de eeuw nog had. Zie: Ter Gouw III p. 413 sqq.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken