Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De regeeringe van Amsterdam, soo in 't civiel als crimineel en militaire (1653-1672) (1897)

Informatie terzijde

Titelpagina van De regeeringe van Amsterdam, soo in 't civiel als crimineel en militaire (1653-1672)
Afbeelding van De regeeringe van Amsterdam, soo in 't civiel als crimineel en militaire (1653-1672)Toon afbeelding van titelpagina van De regeeringe van Amsterdam, soo in 't civiel als crimineel en militaire (1653-1672)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.34 MB)

Scans (47.84 MB)

XML (2.52 MB)

tekstbestand






Editeur

G.W. Kernkamp



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires
non-fictie/dagboek
non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De regeeringe van Amsterdam, soo in 't civiel als crimineel en militaire (1653-1672)

(1897)–Hans Bontemantel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 191]
[p. 191]

IV. Burgerkrijgsraedt en schutters.

(p. 198.Ga naar voetnoot1)) Den krijgsraed bestaet uyt de regerende Burgemeesteren, twee collonellen, capitynen en luytenants, 't welck genaemt werd den grooten krijgsraed. De ordenares, (bestaende) uyt de Burgemeesteren, collonellen en capitynen, in alle de gevallen werd getituleert: den edele manhaften krijgsraed.

Burgemeesteren, als oppercollonellen, des goet vindende, compareeren ten allen tijden, en doen de vergaederinge beroepen. De collonellen communiceeren met Burgemeesteren, en Burgemeesteren, de saecke van gewicht sijnde, (des te raede werdende) met de vroetschap; en soo comen de saecken door Burgemeesteren selfs, ofte door collonellen (p. 199.) in den krijgsraet, bij forme van deliberatiën, oock wel tot notificatie. In sware defentie, onrusten, veranderinge te maecken in oude gepractiseerde saecken, den krijgsraet eenichsins aengaende, hebben desselfs consideratiën en advys vooraf somwijle versocht, als bij tijden, volgens de resolutie der vroetschap, date 5 Augusti 1672 genomen, naedat Burgemeesteren hadden gerapporteert het advys van den krijgsraet wegens het bewaren van de sleutels der stadtspoorten en boomen. Al wat gebracht werd in deliberatie wert op geconcludeert en geresolveert bij de eenparichyt ofte meerderhyt der stemmen, gelijck mede wert gedaen in 't aenstellen der vacante collonellen en hooftofficieren, tot sergeanten, brantmeesters en pro-

[pagina 192]
[p. 192]

voosten incluis, welcke dry laeste werden gemaeckt in absentie van Burgemeesteren.

Men heeft bij gedencken bijnae noyt gesien, of den voorstel van Burgemeesteren en collonellen is altijt gevolcht. Op de electie der capitynen is den 19den Augusti 1661, present de Heeren Polsbroeck, van de Pol en Courtenhoef, Burgemeesteren, Riael en Jores Backer, collonellen, (en verder) capitynen ende luytenants, eens contrary voorgevallen. Capityn Roetert Ernst sijnde verhuyst van de Cingel op de Cleveniersburchwal, hebben de capitynen Jan Helmont en JanGa naar voetnoot1) Geelvinck gaeding gemaecktGa naar voetnoot2) in die wijck, alsoo de hare wat verder aflyde, en dese in 't beste van de stadt, en door de goede conduite de cirelijxste was; doch Helmont heeft geprevaleert bij Burgemeesteren. Gedurende de bijeencomste van de vergaederinge soliciteerden Gilles Valckenier en Hooft in stillichyt voor den advocaet Cor- (p. 200.) nelis Hop, die luytenant van de compaignie was, oordeelende onbillick te wesen dat soude voorbijgegaen werden, alsoo de andere alreede capitynen waeren. Geseeten sijnde, liepen de stemmen eenparich op Helmont, tot het quam op Valckenier, die Hop voorstelde, die de meeste stemmen bequamGa naar voetnoot3), en heeft het capitynschap

[pagina 193]
[p. 193]

bedient totdat door bestier van Valckenier, doen Burgemeester, den 29sten April 1666 pensionaresGa naar voetnoot1) bij den raet is gemaeckt, en is Roeters, wederom in sijn huys woonende, den 21sten Julij daeraen tot capityn gecooren en geplaest, volgens de resolutie van den 28sten Junij 1659, op sijn oude rang.

 

Deese krijgsraet heeft van alle oude tijden bestaen uyt de stadtsregeeringe en de apparenste om daertoe beroepen te werden. De registers wijsen aen, dat voor menschen gedencken bijnae geen magistraetspersoonen sijn geweest, of hebben deesen raedt in d'een.of andre qualityt bekleet. In en seedert den jaere 1580 sijn de collonellen veele Burgemeesteren geweest, of sijn het geworden, tot in den jaere 1650, den 25sten Augusti, als wanneer is geresolveert, dat de collonellen, Burgemeesteren werdende, die qualityt mosten afstaen en het sijdtgeweer afleggen, dat gehouden sijn te draegen. De Heeren Andries Bicker en Frans Benning Cock, den eersten Out-Burgemeester en Raedt, en de tweede Burgemeester en Raedt, hebben daerop van die scharge afgestaen, ende sijn Jan van de Pol en Cornelis Witsen, Schepenen en Raeden, in de plaetsen tot collonellen gemaeckt. De collonellen, Schout werdende, moeten, uyt cracht van 't eerste artyckel haerder instructie, mede daervan afstaen, als in den jaere 1646 in Januarij is te sien, als wanneer Burgemeester Pieter Hasselaer (p. 201.) Schout is geworden, ende den gemelde Cock in de plaets collonel gemaekt. Albert Paeter, Hendrick Dirckssoon Spiegel, Symen van Hoorn, Nicolaes Pancras, Frans Riael en Jan van Waveren hebben 't selfde, doen Burgemeesteren sijn geworden, gedaen. Joores Jooressen

[pagina 194]
[p. 194]

Backer, den 17den Februarij 1659 collonel geworden sijnde, stierf den 24sten October 1666. Cornelis Geelvinck en Roetert Ernst sijn 1672 collonellen geweest; den eersten heeft het bedient totdat Burgemeester is geworden, den eersten Februarij 1673, en den tweeden totdat door Sijn Hoochyt, volgens derselver missive 15 September desselve jaersGa naar voetnoot1), bij elucidatie, op 't versoeck van Burgemeesteren en Raeden den 13den en 14den derselver maend gedaenGa naar voetnoot2), (is) geëxcuseert, en is Cornelis Backer bij de groote krijgsraet (waerdoor alle gemaekt werden) in de plaets gecooren. Geelvinck Burgemeester werdende, is Jan Corver den 15den Februarij 1673 collonel gemaeckt.

 

De capitynen en luytenants sijn meede van voor alle oude tijden uyt de regeeringe gecooren, ofte (uyt) de apparenste daertoe, als in de ordonnantiën van de krijgsraet 1580, 1587 (ten tijde van den Graef van Licester), den artyckelbrief van den 5den Augusty 1594, de ordonnantie van de brant 27 September 1616, onraet-ordonnantie 21 Februarij 1617 en 28 Januarij 1652 is te leesenGa naar voetnoot3). Den 20sten Mey 1642, op de inhaelinge van de Coninginne van

[pagina 195]
[p. 195]

Engelant, Marie, Princesse van Engelant, Sijn Hoochyt Prins Hendrick, Prins Willem van Nassouw en groot ge-

[pagina 196]
[p. 196]

vollich, waeren collonellen en capitynen als te leesen in de resolutie van de krijgsraet tot de receptie, den 8sten Mey genomen; sullende Dirck Tholing, Schepen, Raet en capityn, waernemen een compagnie ruyters uyt den rijckdom, om de Coninginne in 't gemoet te rijden, sullende (p. 202.) sijn compagnie burgers door sijn luytenant Pieter Raep, Tresorier-extreordenares, opgevoert werden; gelijck de luytenants van de Heeren Schepenen mede

[pagina 197]
[p. 197]

geordonneert waren met haer compagniën de rende-vous waer te neemen, alsoo Burgemeesteren en Schepenen de verwellecom souden doen en corps.

voetnoot1)
De paginatuur in het HS. springt van 190 over op 198.
voetnoot1)
Resol. Raad II, 1. p. 513 heeft ‘Cornelis Geelvinck,’ en deze naam is de juiste. Immers uit Jochems, Amsterdams Oude Burgervendels. p. 54 en 73, blijkt, dat Cornelis Geelvinck reeds in 1650 kapitein was geworden, terwijl Jan Geelvinck het eerst in 1670 werd. De vergadering nu, waarvan Bontemantel in den tekst spreekt, werd in 1661 gehouden.
voetnoot2)
‘Gaeding maecken in die wijck’ = die wijk trachten te krijgen.
voetnoot3)
Bontemantel deelt hierover in Resol. Raad II, 1. p. 514 en 515 nog het volgende mede: ‘Hop, uyt vrees dat de minste stemmen mocht hebben, stemde niet Helmont, maer Geelvinck, soodat Burgemeesteren en collonellen overstemt wierden, dat mijn docht seer disreputatieus tegen Burgemeesteren te weesen, in soo een vergaederinge, daer veelderly soorten van humeuren sijn, soo overstemt te warden, alsoo 't selfde een groote verbrydinge door de stadt maeckt, en oversulx de authorityt verklynt, daer men nochtans behoort altijt op de authorityt van Burgemeesteren te letten, alsoo de macht der stadt daerdoor bestaet. Ick ben van gevoelen dat, ingevalle Helmont present waer geweest, de saecke geen last soude geleeden hebben, te meer regeerende Scheepen is, ende dan Valc-kenier en Hasselaer, die meede regeerende sijn, dat respect aen hem wel souden beweesen hebben; maer sijn absentie, ende de presentie van Hop heeft de saecke soo een uytslach doen hebben, als verhaelt is.’
voetnoot1)
‘Bij welckers instructie van tocht en wachten en bijten werd geëxcuseert.’ (Civ. en Jud. Aant. IV.) Zie de bijlage: ‘Instructie van den pensionaris Mr. Cornelis Hop,’ in fine.
voetnoot1)
Dit moet zijn: 1672.
voetnoot2)
Toen in 1672 verschillende Amsterdamsche regenten door Willem III waren ontslagen, lieten de aanblijvende Burgemeesteren en Raden aan Zijne Hoogheid vragen, of de verlaten heeren uit alle ambten ontzet waren, of zij niet meer commissaris van een of ander regeerings-college, kolonel of kapitein van de burgerij mochten zijn enz. Zie: Wagenaar, Amsterdam. I p. 646. Daarop volgde de ‘elucidatie’ van Zijne Hoogheid, dat de afgezette heeren uit alle ambten en bedieningen, hun van stadswegen opgedragen, waren ontslagen.
voetnoot3)
In Bontemantels Aanteekeningen van verschillende zaken I vond ik de volgende lijsten van officieren der schutterij in 1580, 1616, 1617 en 1649. Die van 1580 komt ook voor bij: J.A. Jochems, Amsterdams Oude Burgervendels. 1580-1795, p. 23; toch laat ik ze hier nog afdrukken, omdat Bontemantel tevens vermeldt, welke qualiteit sommige officieren in de stedelijke regeering hadden. Voor de jaren 1616, 1617 en 1649 geeft het werk van den heer Jochems geen staten van officieren op; men kan ze daaruit wel samenstellen, maar eerst na heel wat zoeken. Ook verschillen de opgaven van Bontemantel hier en daar van die van den heer Jochems, welke meestal ontleend zijn - althans voor de genoemde jaren - aan de manuscript-aanteekeningen van Mr. Gerrit Schaep Pietersz.
1580. 8 September.
Collonel-Generael ende Superintendent: Mr. Willem Bardesius, Out-Burgemeester en RaetGa naar voetnoota).
Luytenant-Collonel: Claes Lansmeer.
Collonel over 5 vaendelen aen de Oude Sijde: Cornelis Florisz. van Tylingen, Out-Burgemeester.
Collonel over 5 vaendelen aen de Nieuwe Sijde: Jan Jacobsz. Huydecooper, Raet.
Capitynen. Luytenants.
Pieter Jacobsz. Vries. Lourens Volckersz.
Claes AlberszGa naar voetnootb). Walich Pietersz. Proost.
Jan Benninck Cadt. Lourens Jacobsz.
Symon Hendricksz., Raet. Goosen Hooft.
Jan Betsen Roodenburch. Frans Volckersz. Coorenhart, President-SchepenGa naar voetnootc).
Cornelis Elbersz. Wybrant Appelman.
Claes Pietersz. Calf. Jan de Bitter.
Frans Benninck, Out-Schepen. Jan Potij.
Jan Claes Boelesz., Out-Schepen. Jan Verhee.
Claes Overlander. Hendrick Haelcken.
Claes Boelesz., Schepen. Jan IJsbransz. Blaeuhulck.

 

1617. 21 February. (Uyt de ordonnantie, gestatueert bij de achttien vaendels schutterijen, in tijt van onraet, brant, clock-, trommel- of beckengeslach.)
Capitynen.
Hilbrant Schellinger, Out-Schepen en Raet.
Pieter Riael, commissaris van assurantieGa naar voetnoota).
Jacob Jacobsz. Hinloopen, Schepen en Raet.
Jacob Symensz. de Vries.
Rynier Riael, commissarisGa naar voetnootb).
Jacob Backer, RaetGa naar voetnootc).
Jacob Pietersz. Hoochcamer, 1618 Raet, 1619 Schepen.
Cornelis van Dronckelaer, 1649 Raet.
Volckert Overlander, Raet.
Mathijs Raephorst, Raet 1626.
Jacob Bicker Gerretsz.
Albert Coenraetsz. Burch, 1618 Raet.
Abel Mathijsz.
Cornelis Jacobsz. Wayer, Raet 1639.
Jan Witsen.
Jacob Riael.
Pieter Egbersz. Vinck, 1618 Raet.
In dezen staat van 1617 ontbreekt de 18de kapitein. Een staat van 3 September 1616 komt geheel overeen met dien van 21 Februarij 1617, behalve dat op den eersten Allert Cloeck en Jan Claesen Vlooswijck ook als kapitein voorkomen, en Volckert Overlander en Jacob Jacobsz. Hinloopen nog niet. Ook in 1616 worden maar 17 kapiteinen genoemd. Vergelijkt men Bontemantels opgaven met die van Jochems t. a. p. p. 10, dan zal men nog al verschil bespeuren.
voetnoota)
Bij Wagenaar, Amsterdam. III p. 481 wordt niet vermeld, dat Mr. Willem Bardesius lid van de vroedschap geweest is. Toch was hij - en terecht - op p. 357 reeds genoemd bij de in 1578 nieuw gekozen XXXVIen.
voetnootb)
Bij Jochems t. a p. p. 23 heet hij Claes Aertsz. in de Salm.
voetnootc)
Hij was vice-president, daar hij op de lijst van Schepenen in dat jaar als tweede in rang staat. Bontemantel noemt echter president en vice-president van de Schepenbank beiden ‘presidenten.’
voetnoota)
Hij was ook Oud-Schepen. Zie: Wagenaar, Amsterdam III p. 340.
voetnootb)
In de regeeringslijsten van 1617 bij Wagenaar wordt hij niet als commissaris genoemd.
voetnootc)
Volgens de lijst van raden bij Wagenaar, Amsterdam. III p. 357 en 358 is hij nooit raad geweest.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken