Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De regeeringe van Amsterdam, soo in 't civiel als crimineel en militaire (1653-1672) (1897)

Informatie terzijde

Titelpagina van De regeeringe van Amsterdam, soo in 't civiel als crimineel en militaire (1653-1672)
Afbeelding van De regeeringe van Amsterdam, soo in 't civiel als crimineel en militaire (1653-1672)Toon afbeelding van titelpagina van De regeeringe van Amsterdam, soo in 't civiel als crimineel en militaire (1653-1672)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.34 MB)

Scans (47.84 MB)

XML (2.52 MB)

tekstbestand






Editeur

G.W. Kernkamp



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires
non-fictie/dagboek
non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De regeeringe van Amsterdam, soo in 't civiel als crimineel en militaire (1653-1672)

(1897)–Hans Bontemantel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 464]
[p. 464]

Bijlage X. Commissarissen van huwelijksche zaken.

‘De voorseyde commissarissen berichten de houwelijxse saecken, volgens derselver instructie ende ordonnantieGa naar voetnoot1) geëxpresseert; bestaen uyt vijf heeren, daeronder gewoonelijck eenige Schepenen; worden op den 4den Februari neffens alle andere subalterne collegie(n) gekooren.

't Voorseyde collegie is door de ordonnantie van procedeeren, in den jaere 1654, den 30sten November, gemaeckt, toegevoegt de questiën van injuriën ende civile axtie, bestaende in drygingen, vechtingen of quetsinge, alsmeede alle verschillen tusschen meester en knecht, vrouw en dienstmaegt ende diergelijcken, volgens het 3de artyckel in 't eerste capitel van de voorseyde ordonnantieGa naar voetnoot2).

Ende alsoo 't gemelde subalterne collegie 't ouste is, als opgerecht wesende in den jaere 1578, ende noyt eenich tractement genoeten hebben, en nu met de voor-

[pagina 465]
[p. 465]

seyde saecken beswaert warden, soo is bij den raet geresolveert, den 25sten November 1654, dat de commissarissen sal jaerlijx toegevoegt warden mantelgelt ende een recompense als andere commissarissen, te weten twee hondert gulden jaerlijx en vijftich gulden mantelgelt.

De besoignes, concernerende de matrimoniale saecken, worden, volgens ordonnantie ende instructie, berecht in de sacristie van de Oude kerck.

Warden bedient van een secretares, volgens derselve instructie, daertoe geëxpresseert; welcke secretares niet anders heeft bedient als 't selfde collegie, ende was gehouden alle jaeren, naedat commissarissen gemaeckt waeren, aen de heeren van den gerechte te versoucken de continuatie van haere chargeGa naar voetnoot1). Maer in den jaere 1656 is bij Burgermeesteren goetgevonden de secretaresGa naar voetnoot2) meede te stellen op de secretarye, neffens de andere secretarissen, ende te besoigneeren daegelijx neffens de andere, doch specialijck op de voorseyde commissarissen te passen.

De boeden van de houwelijxse saecken sijn de costers van de Oude- ende Nieuwe kerck, volgens de instructie, haer daertoe gestelt; ende sijn gehouden jaerlijx, nae het maecken van de commissarissen, continuatie aen de heeren van de gerechte te versouckenGa naar voetnoot3).

De questiën van injuriën en dienstboeden en daeraen dependeerende saecken warden bericht op 't stadthuys, in een camer, daertoe bequaem gemaeckt. Doen recht bij het meerendeel der commissarissen. Warden bedient door de ordenares roedraegende boeden, dewelcke de citatie doen wegens de injuriën en dienstboeden.

De verschillenGa naar voetnoot4) van injuriën in woorden ofte feyten soucken commissarissen tusschen partijen neder te leggen, ende indien niet accordeeren connen, warden gerenvoyeert aen de heeren Schepenen; ende leggen commissarissen ondertusschen vreede, op de correctie deeser steede.

[pagina 466]
[p. 466]

De partije niet compareerende, vermogen commissarissen de geabsenteerde te ontbieden op de peene van een, twee, ende voor de darde ryse op peene van vier gulden, de vierde ryse op ses gulden; die dan niet compareert, warden gerenvoyeert aen Schepenen.

Over geleeden schaede door quetsure, meesterloon, versuymde tijt, ende de verschillen van meester en knecht en andere dienstbooden- ende daeraen dependeerende saecken, wart recht gedaen, bij faute van accoort, nae exigentie van saecken ende willekeuren, daerop gestatueert.

Ende warde op het tweede defaut namtissement gedicerneert en moegen de penningen gelicht warden onder cautie de restituendo, indien naemaels verstaen wart sulx te behooren.

Ende daernae de saecke tegens de gedaegde ter rolle gepresenteert sijnde om sijn derde te purgeeren ofte sententie te hooren, sullen de voorschreeven commissarissen den gedaegde, alsnoch niet comparerende, het voorseyde namptissement converteeren in definitive comdemnatie, soo de saecke daertoe gedisponeert is.

Vermoegen de voorseyde commissarissen tusschen partijen, voor henlieden compareerende, dicerneeren provisie van namptissement, diffinitive condemnatie ofte absolutie, sulx sijlieden nae gelegentheyt der saecken bevinden sullen te behooren.

Van alle diffinitive sententiën vermoegen partijen, hun daerbij beswaert vindende, appelleeren aen de heeren Schepenen, in maniere als in 't 8ste capitel, art. 31, van de ordonnantie van procedeeren staet geëxpresseert, mits dat deselve partije eerst ende alvoeren gehouden sal weesen de penningen, in de voorseyde sententie begreepen, te consigneeren.

De sententiën warden ter excecutie gestelt sulx en in der voegen d'excecutie van Schepenen-sententiën gedaen wart.

De voorseyde commissarissen hebben, sedert het oprechten van 't collegie, haer sitplaetse gehadt in de sacristie van de Oude kerck, gaende de lieden van fatsoen door de coster sijn huys ende de gemeene luyden door de kerck en choor, genaemt ............., wesende de deur, eer

[pagina 467]
[p. 467]

in de sacristie coomen, root geschildert, waeruyt het spreeckwoort was (als soude gaen de geboeden te laeten inteeckenen) ‘wij gaen voor de roô deur’.

Doen de injuriën (aan) commissarissen, volgens de nieuwe ordonnantie, opgelyt sijn, hebben om deselfde af te doen haer sitplaetse gehadt in de cortegarde van 't stadthuys, onder het vertreck van Burgemeesteren, ende doen de camers meest gereet sijn geweest, soo sijn geordonneert op de eerste caemers aen de Noortsijde, tegen de Oudekerck aen, boven de camers van assurantie en desolate boedels, alwaer den 20sten OctoberGa naar voetnoot1) 1656 sessie hebben genoemen’. (Civ. en Judic. Aant. I p. 350-353).

voetnoot1)
Keuren van 28 Aug. 1586 en 25 Maart 1588 (Handvesten II p. 648). Bij deze keuren werden de ‘huwelijksche zaken’ geregeld. Bontemantel handelt in het bovenstaande alleen over de berechting van injuriën enz.
voetnoot2)
Bij keur van 31 Januari 1679 (Handvesten II p. 652) werd uit-drukkelijk bepaald dat ‘alle questiën ende differentiën, spruytende alleen uyt daghuur en arbeydsloon, van gelijken alle questiën en differentiën tussen overluyden en gildebroeders mitsgaders onvrije luyden, soo over breuken en jaarsangenGa naar voetnoota) alsmede over alimentatie, uytdeelinge van de bos en diergelijke’ in eerste instantie zouden komen voor commissarissen van huwelijksche zaken.
voetnoota)
Jaarzangen = contributies voor de gilden. Voor de verklaring van dit woord vgl. A.J.M. Brouwer Ancher, De gilden p. 90.
voetnoot1)
Vgl. Eerste deel, p. 256.
voetnoot2)
In margine: ‘was Otte Bas,’ Vgl. ook Tweede deel, p. 233.
voetnoot3)
Vgl. Eerste deel, p. 256.
voetnoot4)
Het volgende is gedeeltelijk ontleend aan de keur van 10 December 1611 voor het college van kleine zaken, dat toen nog de rechtspraak had over injuriën enz.
voetnoot1)
28 October 1656, volgens Civ. en Mil. Reg. I, op een los papier tusschen p. 307 en 308.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken