Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Oost- en West-Indische Warande (1694)

Informatie terzijde

Titelpagina van Oost- en West-Indische Warande
Afbeelding van Oost- en West-Indische WarandeToon afbeelding van titelpagina van Oost- en West-Indische Warande

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.21 MB)

ebook (3.28 MB)

XML (0.48 MB)

tekstbestand






Editeurs

George Marggrav

Willem Piso



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Oost- en West-Indische Warande

(1694)–Jac. Bontius–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vervattende aldaar de leef- en genees-konst. Met een verhaal van de speceryen, boom- en aard-gewassen, dieren &c. in Oost- en West Indien voorvallende


Vorige Volgende
[pagina 71]
[p. 71]

Van den Tenesmus, dat is: Druyp-loop, Persinge, Krevel.

Den Tenesmus wert hier meer gevreest, dan de Roo-loop selfs, om de groote moeyelijckheyt die hy met sich brengt, ende sekerlijcken indien hy voor de roo-loop komt, soo is hy meesten tijdt doodelijck, want alle sieckten die door 't vervolgh van andere toe-nemen, zijn ellendiger ende periculeuser dan de eerste: maer wanneer desen Tenesmus na de roo-loop komt te volgen, dan is sijne genesinge veel lichter, vermids het dan maer overblijfselen zijn van de roo-loop, die door hare scherpe vochtigheyt het besieckte deel doen bleynen ende versweeren. Dog den Tenesmus is een versweeringe van den aers-darm, vergeselschapt met een wreet ende geduyrigh pogen van af te gaen, niet anders dan een weynig uyt lossende, daer onder vermengt hebbende wat slijms met eenige druppelen bloedts, ende ten alderlaetsten etter; waeromme onse Lantslieden dit gebrek met een regt-treffende woort den Druyp-loop noemen, om dat de sieck-makende vochtigheyt al druypende en druppelende uyt-gedreven wert. De swangere Vrouwen, die met desen evel besmet zijn (gelijck bykans altijt gebeurt) misvallen, ofte laten hare vrucht voor de tijt glippen: Want de Baer-moeder tusschen den aers-darm ende de blaes geplaetst zijnde, wort gedwongen door dat sterke ende geduyrigh poogen de onvolgroeyde vrucht voor den tijt uyt te werpen. Om de selvige oor-

[pagina 72]
[p. 72]

saek doet zy mede den aersdarm ontsacken, ende maeckt een Procidentia ani, ende de Hemorroides ofte de speenen, ende indien zy langhduyrende is, (gelijck ick menigmael gesien hebbe) eyndicht in een water-sucht; waer op dan een uyt-teeringe volght, ende na wreede tormenten een pijnelijcke doodt. Maer vermidts dese sieckte alleenlijck den aers-darm ende den aers bevat, so bestaet des selviges voornaemste genesinge in clysterijen, stoovingen, ende insittingen, de welcke gemaeckt werden uyt kruyden die eens-deels versaftende ende eens-deels, af vagende zijn. Soodanige zijn de bladeren hier voren genoemt Daul-Lontas ende Lagondi, Bismalva ende Abutali, daer by doende het zaet van Coumijn, Azijn, Venckel, &c.

Wanneer door dese ofte door diergelijcke kruyden de sweeringe nu ten deelen gesuyvert sal ende de pijne wat meer gestilt, dan sal men adstringeerende ofte t'samen-bindende decoctien tot stovingen gebruycken, ende sulcks so veel te meer, indiender een uyt-sackinge des aers by zy. De soodanige maeckt men uyt Scolopendria ofte herts-tonge. Uyt de blaederen ende vruchten van Thamarinden, ende uyt de bladeren Billinbing hier voor genoemt, die de groote ende het fatsoen hebben van kleyne Comkommers, gelijck men plag te zulten, ende by de Portugijsen ende Italianen Agurcus genoemt werden, welcke vrugten soo suyr zijn, dat ick niet en geloove dat de nature oyt yetwes suyrder geschapen heeft: want indien yemant door het eten van suyre spijsen de

[pagina 73]
[p. 73]

tanden eggerigh geworden zijn, soo sal door het eten van dese vruchten alle de eggigheyt over gaen bykans door de eyge reden, door de welke een meerder pijn de mindere verdooft. Dese kruyden hebbe ick hier voornamentlijcken te berde gebracht, op dat de curieuse ondersoekers der Medicyne mogen weten, dat op die plaetsen daer dese voorgenoemde sieckten ende qualen so gemeen zijn ende in swang gaen, aldaer den grooten Godt soo overvloedelijcken door de nature contrarie remedien uyt het aerdtrijck heeft doen spruyten. De genees-middelen die tot dese sieckte dienstigh zijnde, in 't Vaderlandt wel bekent zijn, ga ick hier willens ende wetens met een lichte handt voor by, om dat mijn voornemen insonderheyt is, die lief hebbers des Genees-konsts vorderlijck te wesen, die met my of na my in dese soo verre gelegene Landen de practijcke sullen beoeffenen. Ende och of het my tot noch toe geoorloft geweest was (soo door mijn sieckte, die mijn ontrent de vier maenden in 't bedde gehouden heeft, als door de Javanen, die ons van alle kanten beset houden) alsoo in de soo seer vermakelijcke Bosschagien van Java af te weyen, gelijck ick in dese Landen eerst quam, ende naerder ende perfecter kennisse te krijgen van die menighvuldige edele kruyden die hier wassen. Dog 't gene tot mijnder kennisse gekomen is, sal ick mildelijcken mede deelen in een ander Boeck, het welck handelen sal van de benamingen der boomen, der heestere ende kruyden die hier over al wassen, als oock der Vogelen ende der Visschen, over de welcke ick altijt curieus geweest

[pagina 74]
[p. 74]

ben, ende ick sal u lieden uytleggen den aert ende andere omstandigheden der Vogelen, die in dese Landen gevangen werden, ende aenwijsen wat sy vremts in haer hebben, ende waer inne sy met de Nederlandtsche over een komen. Ondertusschen sal ick dit Capittel eyndigen met de gulde spreucke van C. Celsus, die hy heeft in sijn vierde Boeck Capit: 16. en luyt aldus: Dewijle het in alle buyck-loop nootsaeckelijck is, soo is het bysonder in dese, (van den Tenesmus spreeckt hy hier) niet soo dickwils af te gaen als het yemant lust, maer soo dickwils als het nootsaeckelijck is, op dat dit vertoeven, selfs de darmen magh gewoon maecken last te kunnen dragen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken