Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (1861)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten
Afbeelding van GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.03 MB)

ebook (3.78 MB)

XML (0.62 MB)

tekstbestand






Editeur

J. De Borchgrave



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten

(1861)–Pieter Joost de Borchgrave–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 415]
[p. 415]

Bylagen.

[pagina 417]
[p. 417]

I.
Naberigt.
(Zie Bladz. 259.)

Dit Poëma, hetwelk zich door uitmuntende hoedanigheden onderscheidt, bekwam niet alleenlyk den Eersten prys niet, dien de Dichter beoogde, maer wierd zelfs in den Wedstryd van de hand gewezen. Robyn, een Dichter des tyds, die zich altoos en overal den vyand en den driftvollen kleinachter van Borchgrave toonde, beriep zich over de welgekende gevoelens van zynen mededinger ten opzichte van Napoleon Ien, om indruk op de Rechters te maken, en hun eene beslissing te doen nemen welke door geen enkel Vers van het Poëma kan geregtveerdigd worden. Robyn beweerde dat de loftuitingen, aen den Keizer geschonken, in den mond van Borchgrave niet anders dan eene bittere spotternei waren, en dat tevens, terwyl hy Napoleon aen Scevola vergeleek, Hy denzelven met eenen moordenaer had gelyk gesteld.

Daer de erinnering der dood van den Hertog van Enghien nog versch in het gedacht stond, durfden de Rechters voor opbaer duchtende, dit Kunstgevrocht niet aenvaerden. Deze verfoeilyke arglist deed Robyn zegepraelen, en de Eerste prys wierd hem toegeschonken.

Maer, vooraleer de beslissing was uitgesproken, had Borchgrave met de Rechterschaer eene briefwisseling aengeknoopt: en een brief, in dato 1 Oogst 1812, uit 's Dichters pen gevloeid, hield de volgende zinsneden:

[pagina 418]
[p. 418]

‘Scevola word by alle de voornaemste Dichteren voor eenen edelmoedigen en weergaloozen voorstaender van zyn Volk en Vaderland opgegeven; en 't is ook onder deze betrekking dat ik den Keizer beschouwd heb. Zie de volgende verzen, deelmakende van de Vrede tusschen Brittanje en de Vereenigde Nederlanden, door Joannes Antonides Van der Goes, en Gy zult ondervinden dat deze groote Nederduitsche Dichter my in deze vergelyking is voorgegaen:’

 
‘- De purpre Dageraet rees op haer beurt in 't Ooste,
 
Toen Michaël, die zich het zeegevaer getroostte,
 
Door zware zorgen in zyn' yver onverslapt,
 
Met een gewenschten wint al d'ankertouwen kapt,
 
Verzelschapt over zee van gadelooze Witten.
 
Beschermers van den Staet, zeegeessels voor de Britten,
 
Oprechte Scevolaes en Brutezen voor 't lant,
 
Met Zeealciden, die zich wenschen in den brant
 
Te smoren, of, bekranst met scheepskroon en laurieren,
 
In 't aenzien van de nijt, te helpen zegevieren...’

De Dichter steunt zich nog op een uittreksel van Abraham Bogaert, in zyne Roomsche Monarchy, en eindigt aldus:

‘Het smart my, Heeren Rechteren, na zoo veel moeite en arbeid, myne Zangster, mogelyks door een zeker slag van nydigheid, eene dusdanige vlek te zien aenvryven. Echter, zal ik myn verworpen Dichtstuk, noodig zynde, onder de oogen brengen van den heer Baron de Pommereul, Raedsheer van Staet, en algemeene Bestuerder der Boekdrukkery, te Parys, en het zelve door de drukpers gemein maeken, benevens de vereischte Noten, om er de geleerde Waereld over te laeten oordeelen...’

Men antwoordde hem, altoos op de aentyging van Robyn ‘dat het gezag van Antonides van der Goes en van Abraham Bogaert zonder kracht is; dat zy Republikanen waren, en slechts voor Republikanen geschreven hebben; dat deze geloofden dat de Vorstenmoord is georlofd; dat de Romeinen zoo woest zyn als het mogelyk is; met een woord, dat andere tyden andere zeden opleveren’ enz.; en, men stelde den Dichter voor den naem van Scevola door dien van Marcus Curtius te vervangen.

Borchgrave, in zyne waerdigheid gekwetst, weigerde, zoo blykt uit deszelfs brief van 24 Oogst 1812, en zyn Dichtstuk wierd, ten slotte, uit den Kampstryd verworpen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken