Jade, jaspis en de jitterbug. Wijsheid en schoonheid uit het leven van baron Van Stralen op rijm (onder pseudoniem Ton Ven)

[p. 16]

Vanavond geen Romeinse orgie

Van Stralen, in een kuise stemming,
sprak aan een feestmaal met veel klemming,
en zei bij de aanvang: ‘Potverdrie!
vanavond geen Romeinse orgie.’

De dames waren hooggesloten,
zelfs Blanche mocht geen hals ontbloten,
en 't verdere was even erg:
men at geen vlees, men at geen merg,

dat deed de tochtigheid maar uitslaan,
dan keek je al gauw een mooie kuit aan.
Geen wijn, geen zout, geen specerij,
zelfs geen bouillon, maar rijstebrij,

maar water, melk, maar tranquillizers,
kortom, al wat de hartstochtgeizers
bedwingt. Het ging dan ook perfekt,
de gasten bleven opgewekt.

Doch na het maal - je zou haast ijzen -
kon niemand van zijn stoel verrijzen.
De dis, getakeld, bleek een werf,
neen, een fabriekshal van bederf.

[p. 17]

 

Want het verboden knietje-geven

 

was onder tafel flink bedreven,

 

men zat - o welke ontzettingen -

 

gebeend als waar 't met kettingen.

 

 

 

Van Stralen zelf en Blanche: klompen

 

met buren, haast tot aan de rompen,

 

de andren bij vier, vijf te hoop,

 

steeds weer een Gordiaanse knoop.

 

 

 

Men moest een paar chirurgen halen;

 

die lieten zich nog zwaar betalen.