Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedachten (ca. 1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedachten
Afbeelding van GedachtenToon afbeelding van titelpagina van Gedachten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.34 MB)

Scans (3.02 MB)

ebook (3.19 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

aforismen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedachten

(ca. 1937)–A.L.G. Bosboom-Toussaint–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 19]
[p. 19]

De Christelijke en de ongeloovige moeder.

Een moeder wil voor haar kind alles geven, het bloed van haar hart, de vreugde van haar leven als dat noodig is, en dat leven zelf, waar het geëischt wordt. Maar toch gevoelt zij, dat zij haar kind nog niet genoeg kan geven; dat geeft haar niet genoeg rust, dat zij haar kind nu op haar schoot heeft, en in vollen welstand met haar arm omsluit. Zij wil boven alles voor hem een hand zijn, die hem leidt en veiligt ten allen tijd, op iederen leeftijd, die hem steunt in zwakheid en sterkt en uitredt zijn gansche leven door en die niet loslaat al moet zij loslaten, een hand, die de zijne vat, al kan hij zelf in roekelooze overmoed vergeten die te grijpen. Zij weet, dat tot dat groote haar leven te kort schiet, maar dat er een liefde is, groot en grenzeloos van macht, die zij over haar kind kan inroepen, en daarom bidt zij doorgaande met het hart, al heeft zij ook niet altijd de handen gevouwen en de knieën gebogen......

De Christelijke moeder begint niet slechts met het goede, maar met het beste. Zij leert haar kinderen vroeg de kleine handen vouwen tot het gebed, de kleine knieën buigen voor den Heere, brengt ze naar den Heiland heen, voert ze naar den schoot van Hem, die ze liefheeft en tot zich geroepen heeft; brengt ze daar in veiligheid. Ze zijn daar het zekerst bewaard, het best beschermd. Als gij, o moeder, dit hebt gedaan, hebt gij het eerste en noodige verricht; als gij dat gedaan hebt, kunt ge rustig en vredig voortgaan op zulken weg als gij daarbij voor u en uw kind gekozen hebt, want de Heere zal met u zijn en Zijn Geest zal u leiden in alle waarheid en in alle wijsheid en in alle kracht.

Maar uw kind kan sterven ook ondanks de teederste zorgen, ondanks het vurig gebed. De Heer heeft dit offer gewild; juist hetgeen de moeder het liefste was, was Gode ook het liefste. Op het altaar van haar hart was een afgod opgericht - haar kind. Dat kon de Heere voor zijn aangezicht niet dulden. Zelve kon de moeder dat offer niet geven, de Heer nam het. Nu eerst toont zich wie de moeder is, wat de moeder is voor den Heer. Nu eerst kan de Christelijke moeder haar voorrecht kennen. Dit is de groote wan, die de ongeloovige schift en scheidt van wie gelooft; de kroes der loutering, waaruit het reine zilver blank te voorschijn komt en het onedel metaal in den droesem blijft neergeploft. De ongeloovige kent de berusting niet anders dan als de uitputting der onmacht, die zich moegeworsteld heeft tegen het onmogelijke. Zij wriemelt wanhopig in het stof als de vertreden worm; zij eischt haar kind terug in het leven of, waar dit niet wordt voldaan, eischt zij haar eigen dood. Of zij verdartelt het leven in radelooze pogingen om zich te verstrooien en af te leiden,

[pagina 20]
[p. 20]

en een ledig aan te vullen, dat toch altijd op die wijze een gapende wonde zal blijven.

Anders is het bij de Christelijke moeder.

Als de eerste schok is doorgestaan, eenmaal bekomenvan die eerste duizeling der smart, is het der Christelijke moeder wel, zeer wèl. Zij heeft het hoofd gebogen onder des Heeren hand, niet met bukken voor de overmacht, maar met de geheele overgave van haar wil aan Gods wil; hetgeen Hij gevraagd heeft, zij heeft het gegeven. Het is haar wel en zij gevoelt het aan den inwendigen vrede, die haar bevangt, bij al de oneindige diepte van haar gemis, dat de Heer het aangenomen heeft. Zij voelt, dat de Heer goed is, al Zijn wegen wonderlijk, en dat haar Vader niets dan het goede heeft willen werken aan haar en aan haar kind. Zij heeft het niet verloren, al is het niet meer bij haar, zij weet, waar het is. Het is een gemis - en dat blijft het ook voor haar, maar slechts voor de aarde, niet voor de eeuwigheid. Zij kan getroost zijn, haar schat is welgeborgen. Het kind door den Heer opgenomen, zal nooit wees zijn, nooit van den Vader afdwalen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken