Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verspreide verhalen (1843)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verspreide verhalen
Afbeelding van Verspreide verhalenToon afbeelding van titelpagina van Verspreide verhalen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.57 MB)

ebook (3.15 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verspreide verhalen

(1843)–A.L.G. Bosboom-Toussaint–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 314]
[p. 314]

VIII.

Gij hebt dat tijdstip van den dag des nevels beneveld, waarin de mensch zoo zeer de morgenstond behoeft, - de jeugd!

jean paul.

Op Chummore-Castle had sedert editha's huwelijk alles een ander aanzien gekregen. De gasten waren de de eene vóór, de ander ná vertrokken, en onder deze Sir charles, met het oogmerk om het hem opgedragen bevel over een fregat op zich te nemen. Het werd St. really, die aan vrolijkheid gewoon was, al meer en meer ledig, en toen nu ook Lady jeverless hem van hare op handen zijnde afreize sprak, werd hij geheel mismoedig.

‘Ik heb behoefte aan vrouwelijke hulp en gezelschap,’ riep hij uit; ‘editha's lieftalligheid vind ik bijna in anny weder, haar gelukt het zelfs stephan te doen glimlagchen; verleng toch uw verblijf nog voor eenigen tijd, opdat ik van lieverlede aan deze stilte gewoon worde!’

‘Mijn goede Vriend! meent gij dan, dat mijn echtgenoot dezen winter alléén de honneurs van ons huis kan ophouden? Reeds te lang onthield ik mijne anny de genoegens, die haar in de hoofdstad wachten; verbeeld u, het is eerst het tweede jaar, dat zij er in deelen zal, en daarenboven....ik ben moeder, mijne dochter is op dien leeftijd, waarin ik voor haar aan ernstiger be-

[pagina 315]
[p. 315]

langen moet denken; de winterbijeenkomsten zijn gunstig tot zekere kennismakingen, zij is in den vollen bloei harer schoonheid; eene schitterende partij kan haar niet ontgaan: met één woord, ik wensch haar uit te huwen.’

St. really bedacht zich. - ‘Eene schitterende partij,’ zeide hij als bij zich zelven, en daarop luider, met zelfvoldoening, alsof hem die gedachte niet door haar was ingegeven, - ‘Mevrouw! daar valt mij iets in. Zoude niet mijn stephan?....door den vader zijner moeder is hij reeds bij mijn leven Lord van Folkstead; Chummore-Castle met al mijne bezittingen behooren hem alléén na mijnen dood; hij wordt pair van het Rijk, ik kon hem bij zijn huwelijk mijn hôtel te Londen medegegeven. Wat dunkt u? Indien gij wildet, zoo uwe anny hem konde beminnen, als stephan zelf zijnen ouden vader genoegen wilde geven....Zou ik op uwe toestemming mogen hopen?’

‘Uw voorstel is zoo onverwacht, zoo plotseling,’ antwoordde zij, zich volkomen meester blijvende; ‘ook kan ik niet alleen beslissen, de Hertog van jeverless is vader. Daarenboven uw zoon, met zijne teleurgestelde neiging voor uwe nicht, konde zwarigheid maken, en mijne dochter moet, zonder aandrang van derden, uit vrije keus gezocht worden, anders bewillig ik in niets. Toch zal ik uw voorstel overwegen, en anny toetsen. Spreek gij uwen zoon van uwen wensch, dat hij zich rondborstig verklare, hoe hij er over denkt, dan kunnen wij verder zien.’

‘Gij blijft dus nog tot zóó lang hier?’

‘In beide gevallen verpligt de étiquette mij ons te verwijderen. Zoo echter,’ voegde zij er glimlagchende

[pagina 316]
[p. 316]

bij, ‘alles naar uwen wensch uitvalt, zoude men met het huwelijk eenigen voortgang kunnen maken, en gij ziet weldra eene liefhebbende dochter in uw huis terug.’

Verrukt drukte St. really haar de hand, alsof zij het was, die zijn hoogste verlangen vervulde.

Omtrent stephan dienen wij echter iets te zeggen eer wij verder gaan. De ongelukkige jongeling meende zijn lijden to overwinnen, door het op to kroppen en te verbergen. Hij redeneerde, drong elke opwelling van smart en elken stillen traan terug, en gaf zich eenen schijn van opgeruimdheid, die hem veel kostte. Ook leed zijne gezondheid zigtbaar onder die pogingen. Een onnatuurlijk schoon rood kleurde zijne wangen; helderder dan gewoonlijk schitterden zijne oogen; een blaauwachtig wit verspreidde zich rondom zijnen mond, een zachte kuch brak enkele malen zijn spreken af. Hij zag met een zeker weemoedig welgevallen op anny's streven, om hem te vervrolijken; want het lieve meisje had inderdaad medelijden met den schoonen, treurenden jongeling, die nooit bitter, nooit onvriendelijk was, bij de kennelijke zielskwelling, waaronder hij gebukt ging. Van zijnen kant had stephan een gedeelte van het plan der Hertogin doorgrond, en toen zijn vader hem een huwelijk met de jonge Miss voorstelde, glimlachte hij flaauw en antwoordde:

‘Uit liefde kan ik niet huwen, maar ik voorzie voor u een' zeer eenzamen ouderdom, zoo....zoo ik geene echtgenoot kies; anny is goedhartig en vrolijk, zij zal u eene goede dochter zijn; het leven is niet lang genoeg om éénen pligt opzettelijk ongedaan te laten: ik

[pagina 317]
[p. 317]

geef uwen wensch gehoor; vooraf echter wil ik de Hertogin spreken.’

Dat gesprek vond plaats. In hetzelve zeide sthephan onder anderen: - ‘Gij zult dan uwe dochter, Lady folkstead, Gravin van St. really, zien; maar beseft gij, indien het dan waar is, dat zij mij bemint, de treurige dagen, die haar wachten, aan de zijde van een' ziekelijken echtgenoot? waagt gij haar aan de gevaren van een' vroegtijdigen weduwstaat?’

‘Laat die sombere gedachten varen: gij zult vrolijker gemaal zijn, dan gij nu denkt!’

‘Ik heb u gewaarschuwd, Mevrouw!’ zeide hij ernstig.

Des anderen daags volgde anny hare moeder naar Londen, de verlovingsring van Lord folkstead schitterde aan haren vinger, en zij bloosde van genoegen bij het denken aan de vrolijke bruidsdagen, die haar wachtten, en de feesten, waarvan zij de Koningin zoude zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken