Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De vergeten soldaat (1981)

Informatie terzijde

Titelpagina van De vergeten soldaat
Afbeelding van De vergeten soldaatToon afbeelding van titelpagina van De vergeten soldaat

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.03 MB)

Scans (7.06 MB)

ebook (3.52 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Illustrator

Reint de Jonge



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De vergeten soldaat

(1981)–Nanne Bosma–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 32]
[p. 32]

Hoofdstuk 6
In de waterlinie

Om de polders tussen de Meije en de Grecht onder water te zetten moest de Oude Rijn bij Nieuwerbrug en bij Alphen afgedamd worden.

Op 15 juni kreeg de bevolking bevel dit werk te beginnen. De boeren weigerden. Toen op 18 juni de troepen kwamen die zolang bij Utrecht gewacht hadden, was er nog niets gedaan.

Wel was het land tussen de enkele en de dubbele Wierike ondergelopen door het openen van de Goejanverwellesluis en het weggraven van enkele dammen. Water uit de Hollandse IJssel stroomde tot in de Oude Rijn. Over de lage rechter Rijndijk liepen langzaam de polders tussen Meije en Grecht vol. Het moest echter vlugger. Daarom zouden de soldaten de bevolking dwingen tot graafwerk en het opwerpen van de gehate dam.

Sergeant Pauw kwam met zijn mannen om twee uur in de middag bij Nieuwerbrug. Het kleine plaatsje liep vol soldaten. Het was droog weer en Jan ging op de stoep van het tolhuis bij de brug zitten. Hij wachtte maar af wat er zou gebeuren. Misschien gingen ze zo wel verder. Misschien moesten ze een paar dagen doelloos wachten. Ze zouden wel zien. Op de weg was het een hele drukte. Op de hoge linker Rijndijk riep een kapitein van de prinselijke troepen de aanwezige officieren en onderofficieren bij elkaar. Hij maakte bekend dat de soldaten eerst de verdediging van de toegangswegen in orde moesten maken. Het opwerpen van een dam in de Oude Rijn bleef het werk van de plaatselijke bevolking. Sergeant Pauw werd met zijn mannen naar de rechter Rijndijk gestuurd om er een geschutstelling te maken. Dan kon men over het water de toegangsweg op de linkerdijk beschieten, als er een Franse aanval kwam. Een aanval over de rechterdijk was onwaarschijnlijk. Dit was maar een lage kade, die al op tal van plaatsen overspoeld werd. Ze marcheerden over de brug.

Van de rivierdijk af leidde een karrepad naar een verlaten boerderijtje.

[pagina 33]
[p. 33]

De bewoners waren vertrokken toen het water de polder in begon te stromen. Het weggetje zelf was nog droog, evenals een groot deel van huis en erf. Naast het weggetje was tussen de boerderij en de dijk een poel met wilgen en hoog riet. Hier moesten ze een geschutstelling maken op palen. Hout haalden ze uit het boerderijtje. Eerst waren er zware stutbalken nodig. Iemand moest met een zware bijl vier balken zo dik als bomen doorhakken in het schuurgedeelte.

Pauw besprak het werk met korporaal Spaan.

De mannen maakten het zich gemakkelijk in het woonhuis. Simon de Heuter rolde zo met zijn vuile laarzen aan de bedstede in. Als hij gedacht had een zacht bed te vinden, vergiste hij zich. Over de hoge bedsteerand rolde hij op een planken vloertje. Deze planken waren niet erg sterk en Simon stortte krakend in een laag keldertje dat al onder water stond. Zijn maats keken lachend over de rand. ‘Kun je zwemmen, Simon,’ riepen ze.

Razend en tierend kwam de bedrogen musketier overeind, drijfnat maar verder ongedeerd.

Niet iedereen had meegelachen om het grappige ongeval. In een hoek van de kamer zat Pieter Happert somber voor zich uit te staren. Hij had het zich gemakkelijk gemaakt in wat waarschijnlijk de beste stoel van de boer was.

‘Hé, kromme, wat zit jij zuur te kijken,’ riep David Scotte uit. Happert gromde een onverstaanbaar antwoord.

‘Ben je ziek, Piet? Wat is er?’ vroeg tamboer Richter.

‘Ik ben niet ziek,’ zei Pieter Happert nadrukkelijk. ‘Maar ik gebruik mijn verstand.’

‘Dat zal je wel moeite kosten.’ De lange musketier trok zich niets van die opmerking aan. ‘Weet jij waar je nu bent?’ vroeg hij de tamboer. ‘In Holland bij Nieuwerbrug,’ antwoordde de tamboer verbaasd. ‘Juist, in Holland,’ herhaalde Happert. ‘En hier blijf je, want hier moeten we schansen maken. Nou moet jij mij eens vertellen wie ons gaat betalen.’ ‘De Geldersen, natuurlijk,’ zei Richter.

Happert boog zich vertrouwelijk naar voren en zei meewarig: ‘Fransje, jij wilt het zover brengen in het leger, maar voorlopig snap je er nog geen barst van. Gelderland betaalt niet als je het gewest uit bent. Over drie

[pagina 34]
[p. 34]

dagen is het betaaldag. Dan zijn wij hier nog niet weg. Wat dacht je daar van?’

‘Dan betalen de Hollanders ons maar,’ merkte David luchtig op.

Pieter Happert stond op, iets gebogener dan anders. Hij grijnsde vreugdeloos en zei bitter: ‘De Hollanders zullen gek zijn, die hebben al genoeg te betalen.’

Op dat moment kwam sergeant Pauw binnen.

Hij keek even verbaasd naar de druipende Simon, maar besteedde er verder geen aandacht aan.

‘Mannen,’ zei hij op opgewekte toon, ‘voorlopig hebben we ons nieuwe garnizoen gevonden. Hier zullen we een pracht stelling bouwen, waar we de Fransoos een warm welkom zullen bereiden. Voor de avond moeten we een vlonder boven het lage land tussen de weg en de wilgenvijver maken. Pieter Happert gaat met Simon en de tamboer putten graven voor de hoekpalen. Jan en David komen mee naar de schuur. De anderen slepen takken en balken aan.’

Hij draaide zich om en wilde weg gaan, maar in de deuropening stond Happert en versperde hem de doorgang. ‘Wie betaalt ons, sergeant?’ vroeg Happert dreigend.

Pauw voelde de vijandige stemming van de mannen. Uit het goedkeurend gemompel bleek dat de lange musketier de mening van velen weergaf. Pauw bedwong zijn woede. Hij moest die kerels eerst aan het werk zien te krijgen, dan konden ze morgen wel weer verder zien. Zelf wist hij ook niet wat hun te wachten stond. Er was sprake van herindeling van de troepen, dan zou de betaling ook geregeld kunnen worden. Nu was er geen tijd om al die dingen te bespreken. Bovendien waren die kerels toch te stom om iets te begrijpen.

‘Aan het werk, man,’ zei Pauw bars. ‘Het is nog lang geen betaaldag.’ Hij wilde doorlopen, maar Happert hield hem brutaalweg tegen.

‘Wij willen weten wie ons betaalt sergeant, anders doen we niets.’

Dit werd Pauw toch al te bar.

Driftig duwde hij de musketier opzij.

‘Je bent nu ruim tien jaar bij me, kromme,’ zei hij. ‘Ik dacht dat je me beter kende. Aan je werk, allemaal!’ Onwillig volgden de mannen het bevel op. Jan en David gingen naar de korporaal in de schuur, de meeste

[pagina 35]
[p. 35]

mannen zochten takken en stokken om een vloer van te kunnen maken. Happert liep het huis uit om het graafwerk te doen.

Waarom hij zijn musket, zijn tas en zijn dekens meenam, begreep Frans Richter niet. Hij zei er iets van. Happert antwoordde dat er wel meer was waar hij niets van zou begrijpen.

Sergeant Pauw was achter de boerderij bezig.

Op de plek waar de putten gegraven moesten worden liet Happert de twee anderen beginnen. Hij liep zelf door. ‘Waar ga je heen?’ riep de tamboer. ‘Een schop halen,’ antwoordde de musketier. ‘Moet je dan al je spullen meenemen?’ ‘Je weet nooit waar je nog eens terecht komt,’ was het raadselachtige antwoord.

Frans Richter haalde zijn schouders op en begon te graven. Hij zag niet dat Pieter Happert over de smalle dijk wegliep van de stelling af, terug naar Utrecht. Simon de Heuter had nog zo veel last van zijn natte kleren, dat hij er ook niet op lette.

Jan had de ruzie over de soldij maar ten dele gezien en gehoord. Hij was om de boerderij heen gelopen toen er ruzie dreigde. Dat was altijd de beste manier gebleken om geen moeilijkheden te krijgen.

Hij hielp korporaal Spaan bij het werk in de schuur. Jan hakte de dikke balken waar de schuur op rustte, tot de helft door. Intussen sleepten anderen al het bruikbare hout naar buiten. Daarna moest iedereen er uit en Jan hakte de balken verder door. Het dak kraakte, er viel veel riet en vuil naar beneden. Toen de balken bijna door waren, riep sergeant Pauw Jan naar buiten. Na enig duwen en trekken stortte de schuur in. Grote stofwolken woeien op. De stemming was weer goed. Iedereen had plezier in het sloopwerk. Toen het stof weggewaaid was, sleepten ze de dikke balken uit de puinhoop.

Pas bij de kuilengravers aangekomen miste Pauw de lange Pieter Happert. Toen hij hoorde dat de musketier met zijn hele uitrusting verdwenen was, keek hij meteen in oostelijke richting. Er was niemand te zien. Het kon zijn dat Happert inderdaad een schop was gaan halen, maar dan duurde het wel erg lang. Pauw dacht er het zijne van.

Nu de meeste mannen weer zin in het werk hadden, liet de sergeant de zaak van de verdwenen musketier maar rusten.

Eerst moest de geschutstelling klaar.

[pagina 36]
[p. 36]

Het graven van de putten bleek moeilijker dan ze gedacht hadden. Het grasland tussen de wilgen en de weg stond onder water. Bovendien steeg het water langzaam. Het was gelukkig een warme dag. Het was dus niet zo erg om tijdens het werk in het water te staan.

Tamboer Richter meende nu eindelijk eens te kunnen bewijzen, dat hij veel verstand had van militaire zaken. Hij wist precies hoe je zo'n vlonder moest bouwen. Hij gaf Simon opdracht een put te maken voor de verste hoekpaal. Zelf groef Frans Richter ijverig aan een van de voorste gaten. Simon had niet veel zin om door de blubber te waden. Hij groef een gat waar het op dat moment nog min of meer droog was en verder liet hij Frans maar kletsen. Toen Simon klaar was, ging hij op de weg staan. Daar kwamen de sergeant en de andere mannen. Frans Richter toonde de sergeant vol trots zijn werk.

‘De voorste hoekpaal komt hier, sergeant,’ zei Frans. Dapper waadde hij door het water naar de plek waar Simon had moeten werken. De ongelukkige tamboer liep daarbij precies over de plek waar Simon werkelijk gegraven had. Slobberend gleed de toekomstige generaal tot zijn nek in de blubber. Tot uitbundige vreugde van zijn omstanders riep hij verbaasd uit: ‘Hoe kan dat nou, hier is helemaal geen gat!’

Een paar sterke armen haalde de tamboer uit zijn modderbad. Op dat moment kwam de marketentster met haar kar het smalle pad op. De sergeant gaf een half uur rust en Mina deed goede zaken.

Later in de middag kwam er een officier die zei dat het geen geschutstelling moest worden, maar een uitkijkpost. Sergeant Pauw antwoordde dat hij er voor zou zorgen. Ze konden nu volstaan met een lichtere vloer, maar voor alle zekerheid liet Pauw toch maar een sterke vloer maken. Je kon nooit weten.

Mina bekeek de boerderij en het erf. Zou het een goede plaats zijn voor haar? Het water steeg nog steeds. Het erf stond al bijna blank. Het kon niet lang meer duren of ook de boerderij liep gevaar. Even dacht ze nog aan de mogelijkheid van een apart dijkje om hoeve en erf, maar dit leek toch vrijwel onbegonnen werk. Resoluut keerde ze de kar en joeg het paard over de smalle weg de dijk op, terug naar het dorp.

Jan werkte hard. Tot zijn middel of dieper in het water sjouwde hij tot de avond zonder morren.

[pagina 37]
[p. 37]

Sergeant Pauw vertrok met de meeste soldaten naar Nieuwerbrug. Slechts korporaal Spaan bleef met een paar man doorwerken.

Toen de zon al laag stond, keken vijf mannen druipnat maar tevreden naar hun werk. ‘We moeten iets te eten halen,’ zei Spaan. Hij leidde zijn mannen terug naar het dorp.

Ze wisten nu heel goed waarom het hier de Waterlinie heette.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken