Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Diederik (ca. 1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van Diederik
Afbeelding van DiederikToon afbeelding van titelpagina van Diederik

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.17 MB)

Scans (35.34 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Illustrator

Co Egelie



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

dierenverhaal/-epos


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Diederik

(ca. 1936)–A.A. Bosschart–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

V

Terwijl tante Saar voor de radio sprak, voelde Diederik zich diep ongelukkig. Hij was den weg kwijt en hij had den heelen dag niet gegeten nadat hij voor dat stopbord had gestaan en nu moest hij met tante Saar naar de politie.

Het beertje was op hem afgestapt en zei: ‘Ik ben Brambeer, de omroeper van de radio. Ik ken je niet, wie ben jij?’

‘Ik ben Diederik Knijn, de postbode’, zei Diederik en met een zucht liet hij erop volgen,’ ... ik ben den weg kwijt’.

‘Kun je dien dan niet vinden?’, vroeg Brambeer.

‘Neen’, snikte Diederik, ‘en nu moet ik naar de politie en de eekhoorn en het konijn en het hondje waren ook den weg kwijt en ze waren zóó verdrietig en toch kon ik er niets aan doen’. Zonder dat hij het kon helpen, rolden de tranen over Diederik's

illustratie

neusje en dan langs zijn mond tot op zijn jasje, dat de knoopen nat werden.

‘Wees maar kalm’, zei Brambeer, ‘ik zal je helpen’.

Net toen hij dat had gezegd, snauwde tante Saar in de radio: ‘En dit is het eind van dit gezellige uurtje. Tot den volgenden keer, lieve kindertjes’.

Brambeer stapte naar het kastje op een stok, waar je door moet praten, als alle dieren het in hun radio moeten kunnen hooren en zei:

‘Hier is Hazesum, de Vavro. Wij hebben thans nog een enkel S.O.S.-bericht’ - en hij trok Diederik naar den microfoon toe, terwijl hij hem influisterde.

‘Een S.O.S.-bericht, dat is, dat je kan zeggen dat je den weg kwijt bent en zoo’.

[pagina 11]
[p. 11]


illustratie

‘Ik?’, fluisterde Diederik.

Brambeer knikte en Diederik keek zenuwachtig naar dat microfoon-doosje.

Toen moest hij echter ineens denken aan al dien tijd, dat hij bij het stopbord had gewacht en aan tante Saar en daarom zei hij ineens:

‘Ik ben Diederik en ik ben den weg kwijt. En de eekhoorn en het konijn en het hondje zijn ook den weg kwijt. Daarom wou ik zoo graag den weg weer vinden. Wil iemand mij helpen?’

Maar, wat Diederik en Brambeer niet wisten was, dat alle dieren nog sliepen van den vervelenden kook- en knipcursus van tante Saar en dus niemand iets had gehoord. Alleen het hondje en het konijn en de eekhoorn, die den weg kwijt waren, hadden hem gehoord, omdat ze niet konden slapen van verdriet.

Toen Diederik ophield, kwam Brambeer weer voor het kastje en vertelde wat er allemaal verder zou gebeuren aan de radio. Diederik keek naar hem, hoe hij dat allemaal durfde. Als hij er aan terugdacht, dat hij daar zelf had staan praten, begreep Diederik niet, dat hij één woord had durven zeggen.

Opeens ging de deur open en het hondje van dien ochtend sprong naar binnen. Achter hem aan kwam het konijn en met een jolige sprong kwam daarachter het kleine witte eekhoorntje.

‘O, Diederik’, riepen ze - ‘zullen we samen den weg zoeken?’

Diederik was te verwonderd om iets te zeggen.

Tante Saar kwam vol verbazing erbij staan, maar het hondje drong haar weg.

‘Ik...’, wilde tante Saar beginnen, die natuurlijk vond, dat ZIJ alles nu eens zou regelen. Maar niemand luisterde naar haar.

‘Diederik is onze aanvoerder!’ riepen de hond en het konijn en de eekhoorn.

Diederik knipte met zijn oogen.

‘Ik?’ vroeg hij zachtjes.

Niemand lette meer op tante Saar.

‘Kom mee’, zei het witte eekhoorntje. ‘Jij bent de aanvoerder’.

‘Ik?’, fluisterde Diederik, ‘ik de aanvoerder?’ en van schrik en plezier begon zijn donzig staartpuntje te trillen.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken