Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het revier (1978)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het revier
Afbeelding van Het revierToon afbeelding van titelpagina van Het revier

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.48 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het revier

(1978)–Taecke J. Botke–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 27]
[p. 27]

De gondel

Op papier was alles in orde. Voor een kamp van duizend man was er een uitstekend geoutilleerd hospitaal met een staf van twee medici, een tandarts en een ziekenbroeder. Deze laatste had tot taak het hospitaal schoon te houden, alles te regelen en te administreren, zodat de staf zich ongestoord kon wijden aan het welzijn der zieken. Te betreuren viel helaas dat te weinig medici zich de toorn van de bezetter op de hals hadden gehaald. Dientengevolge bestond de bezetting van het hospitaal uit een nog jeugdig Frans medisch student die net zijn candidaats had gedaan, een nog niet afgestudeerde Poolse dierenarts en een van alle papieren voorziene tandarts. Voor broeder leende zich een Poolse nozem die nooit aan lezen of schrijven toe was gekomen. Wel beschikte hij over een ongewone vaardigheid in het drijven van sluikhandel. De grondslag voor die bezigheid legde hij door het achteroverdrukken van medicamenten in zijn revier. Die werden onder meer omgezet in sigaretten: het meestbegeerde artikel in het kamp. Waar Kubik - zo heette deze Pool - ze vandaan had, hebben we nooit ervaren. Het was trouwens moeilijk zijn gangen na te gaan. Op beslissende momenten zocht hij dekking bij de - eveneens Poolse - veterinair. Daar beklaagde hij zich dan over het gebrek aan medewerking dat hij bij ons vond. Een tekort dat hem verhinderde zijn zorg voor de zieken met de beoogde

[pagina 28]
[p. 28]

liefde en toewijding te verrichten.

Behalve de genoemden maakten van de medische uitmonstering voorts deel uit: een drietal forse injectiespuiten, enkele schalen en kommen, talrijke messen, manshoge balen papieren verband en - tenslotte - een kartonnen doos vol niet geheel ontwarbare medicamenten. Er bevonden zich talloze zalven onder. Dat het papieren verband in zo ruime mate voorhanden was had zijn bijzondere reden. Sommige ss'ers hadden betrekkingen aangeknoopt met handel en industrie om op die wijze hun inkomsten te verhogen. Uiteraard onderhielden zij vooral betrekkingen met degenen die leveren konden wat in het kamp gebruikt werd. Was dat gebruik niet ruim genoeg dan gingen de leveranties toch door. Dientengevolge zwollen de balen papieren verband onophoudelijk aan. Ook al zouden wij elke ‘Häftling’ als een wikkelkind elke dag opnieuw in papier pakken, wij zouden nooit in staat zijn aan de witte overvloed een beslissend einde te maken. Waarom ook eigenlijk? In een ‘Lager’ waar aan alles gebrek is, doet elke overvloed, ook in het onbruikbare, goed. Zij is een teken van welstand, hoe dan ook. Men kan zich op één gebied te buiten gaan, verspillen en vermorsen. Het leven vangt immers aan daar waar de noodzaak ophoudt en het teveel begint. Aardig is eigenlijk alleen het nodeloze.

Vandaar het hoge geluksgevoel dat ons bekroop bij het aanschouwen van de gondel. Ten gerieve van de toeristen wordt tijdens het seizoen der vreemdelingen in Venetië een logge gondel rondgezeuld die overdekt is met ijzeren bogen waaraan kleurrijke lampjes zijn bevestigd. Daaronder zitten de toeristen, luisteren naar een zanger en vermaken zich op wat geacht wordt een romantische wijze te zijn. Ons Lager nu beschikte over zo'n gondel; het was een van de medische wonderen in dit kamp. Geïntroduceerd door een ss'er die relaties onderhield met de fabrikant ervan, had de gondel zijn weg gevonden naar elk revier.

[pagina 29]
[p. 29]

Zij bestond uit zes fraai gewelfde bogen waaraan rode, blauwe en gele lampjes vastgemaakt waren. Het geheel werd over een zieke heen geplaatst. Een gebruiksaanwijzing in zeer gezwollen Duits vermeldde dat vrijwel alle kwalen genezen konden worden dank zij de ‘Heilkraft’ der stralingen.

 

De gondel had iets heel moois. Wij gebruikten haar meer voor psychische dan voor fysieke doeleinden. Zodra de stemming daalde, de hoop zakte en de moed het begaf ontstaken wij de gondel. Een warm licht glansde in de barak en bij het rood, geel en blauw der lampjes dacht de een aan de stad der lagunen, de ander aan een danstent in de Jordaan, de derde aan een kerstboom of een pierement. De illusie der feestelijkheid was volkomen.

Op een avond kwam Eddy - die van de keuken - binnen. De gondel glansde in haar kleurrijk licht. Eddy was verrukt. Hij klapte jolig in zijn mollige handjes en beval de overplaatsing van de gondel naar zijn keuken. Tegen zulke besluiten viel niets in te brengen. Wij bestonden bij de gratie van de keuken en wie dit instituut tegen zich innam, kon van het leven afscheid nemen. Vooral bij de capricieuze Eddy, die nu - met de verbazingwekkende elegantie van een nijlpaard - wiegend om de gondel rondging.

Erg aan het hart ging ons 't verlies trouwens niet; geen onzer had de medische werkzaamheid der ‘heilkräftigen Lichter’ kunnen ontdekken. Ook had Eddy beloofd een nieuwe gondel te zullen bestellen en ons bovendien een schadeloosstelling uit de keuken te bezorgen.

 

Twee dagen later kwam de uitnodiging om de gondel te bezichtigen. Bij de keuken had Eddy zijn kamer, een soort serail vol kleedjes, lampjes en vaasjes en prentjes. Hij had de gondel over

[pagina 30]
[p. 30]

het bed van zijn doorvoede ‘Lustknaben’ geplaatst. Daartoe dienden de keukenhulpjes die de ss hem toewees. De jonge adonissen - nog mooi, zij het wat vet - wentelden zich in de regenboog die de gondel over hen liet schijnen.

Maar het was warm; de ‘heilkräftigen’ lampen deden het zweet parelen op de lichamen der jongelingen. Eddy was verheugd dat er geen uitvluchten meer nodig waren. ‘Sämtliche Knaben entkleiden sich sofort’ - en zo ontvouwde sich een laat-romeins tafereel aan onze ingenomen blikken. Heliogabalus had het niet zwoeler kunnen versieren. De ‘Pfarrer’ onder ons keken zuinig, zij het geboeid. Denkende aan het lot van Sodom verheugden zij zich echter over de komende toorn en de wrake des Heren. Eddy dacht zover niet. ‘Schön, nicht wahr?’, straalde hij. Maar we moesten nu toch maar gaan. Met een worst voor ieder, die hij ons teder in de handen duwde, stonden we buiten. De zonde loont, zelfs voor toeschouwers.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken