Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het revier (1978)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het revier
Afbeelding van Het revierToon afbeelding van titelpagina van Het revier

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.48 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het revier

(1978)–Taecke J. Botke–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 52]
[p. 52]

Baudelaire

 
‘Derrière les ennuis et les vastes chagrins
 
Qui chargent de leur poids l'existence brumeuse,
 
Heureux celui qui peut d'une aile vigoureuse
 
S'èlancer vers les champs lumineux et sereins!’

Appel. Het is vijf uur in de avond. De mist staat tussen de barakken, klam en koud. Rond het kamp heeft de wereld opgehouden te bestaan. Er is stilte, en dan niets meer.

In mijn schoenen staat het water. Wij staan in de modder en wachten. Al een uur lang wachten we. Die in de fabriek werken komen bij het vallen van de nacht terug. Op hen wachten wij. Anderhalf uur nu, staande.

Wie het niet volhoudt wordt gebeten door de hond van de Lagerälteste. Gebeten, zo niet verscheurd. De man zelf, die zich verveelt, spoort zijn hond aan te bijten. Wie afweert, wie verroert, kan zijn dagen geteld achten.

Die uit de fabriek komen de poort binnen. Een grauwe stoet van mannen die geen gezicht meer hebben. Ze wikkelden hun hoofden in lappen en gaan gebukt. Ook tussen hen in hangt de nevel. Wat enkelingen waren klonterde aaneen tot een kleurloze massa. Het is alsof de voeten worden meegetrokken onder een bewegend kluwen. Lopen is dit niet meer.

[pagina 53]
[p. 53]

Dan wordt de stilte, die onaangeroerd bleef door de sjokkende mannen, kapot geschreeuwd. Die uit de fabriek stellen zich op in rij en gelid, evenals wij. Er wordt geteld. Er wordt weer geteld. De commandant verschijnt. Hij telt, verdwijnt, laat op zich wachten en telt opnieuw.

Achter mij, in een andere rij, staat Henri. Ik kijk tersluiks achterom. Ik zie zijn lippen bewegen. Ze bewegen als de mijne. Baudelaire, bij beiden.

Het is Henri die deze smokkelwaar het kamp binnen bracht. Ze stonden geschreven in zijn geheugen. 's Avonds, in het revier, schreef ik ze af, op verbandpapier; ik moest ze uit mijn hoofd leren. En leerde ze.

Zo groeiden, in Sachsenhausen, in Ravensbrück, de bloemen van het boze - les ‘fleurs du mal’ - temidden van een ‘mal’ waar Baudelaire nog geen weet van had. Hij was één dier zeldzamen die niet geloofden in zijn eeuw, niet in de ‘Vooruitgang’ en niet in de goedheid van de mens. ‘Les stupides mort els’ waren voor hem tot alles in staat. De enige bloemen die hij op zag komen, waren die van het kwaad. Hier ontvouwden zij zich, grandiozer dan ooit: tussen het prikkeldraad en de crematoria. Waar de ontwrichte lijken naar binnen werden geschoven steeg hun geur op uit de walmende schoorstenen. Waar het bloed uit de geranselde lichamen vloeide, ontvouwden zij hun kleurenpracht.

 
‘Et le ciel regardait la carcasse superbe
 
Comme une fleur s'épanouir.
 
La puanteur était si forte, que sur l'herbe
 
Vous crûtes vous évanouir.’

Ik had een rooster opgesteld van de te zeggen gedichten. De bittere troost van de aanhef: ‘c'est que notre âme, hélas! n'est pas assez hardie’, staande op de plaatsen waar ‘nous respirons la

[pagina 54]
[p. 54]

Mort dans nos poumons.’ Helaas, elke ademtocht deed de dood in onze longen binnendringen; waar wij gingen was ‘l'Enfer’, een hel ‘à travers des ténèbres qui puent’...

Een warme troost brachten de verzen aan de wijn gewijd. Ze riepen de avonden in herinnering, doorgebracht met goede vrienden in het huis aan de Bredestraat. Avonden waarop de huisknecht keer op keer afdaalde naar de kelder en de geleegde flessen verving.

 
‘Un soir, l'âme du vin chantait dans les bouteilles:
 
‘Homme, vers toi je pousse, ô cher déshérité,
 
Sous ma prison de verre et mes cires vermeilles,
 
Un chant plein de lumière et de fraternité!
 
 
 
Je sais combien il faut, sur la colline en flamme
 
De peine, de sueur et de soleil cuisant
 
Pour engendrer ma vie et pour me donner l'âme
 
Mais je ne serai point ingrat ni malfaisant,
 
 
 
Car j'éprouve une joie immense quand je tombe
 
Dans le gosier d'un homme usé par ses travaux,
 
Et sa chaude poitrine est une douce tombe
 
Où je me plais bien mieux que dans mes froids caveaux.’

L'âme du vin, de ziel van de wijn - die Baudelaire hier bezingt - nam op zulke avonden bezit van onze ziel, en onthief ons aan de dingen van de dag, bevrijdde de geest van zijn zwaarte en de lichamen van hun aarzeling.

Waar niets meer troost kon bieden, bracht Baudelaire het laatste tegengif dat nog werkzaam was, met zijn ‘Charogne’, het kreng, gezien op een ‘beau matin d'été si doux’, een mooie zachte zomermorgen:

[pagina 55]
[p. 55]
 
‘ - Et pourtant vous serez semblable à cette ordure,
 
A cette horrible infection,
 
Etoile de mes yeux, soleil de ma nature,
 
Vous, mon ange et ma passion!
 
 
 
Oui! telle vous serez, ô la reine des grâces,
 
Après les derniers sacrements,
 
Quand vous irez, sous l'herbe et les floraisons grasses
 
Moisir parmi les ossements.
 
 
 
Alors, ô ma beauté! dites à la vermine
 
Qui vous mangera de baisers,
 
Que j'ai gardé la forme et l'essence divine
 
De mes amours décomposées!’

Nog stonden wij in de kille mist. De voeten waren niet meer koud. De honger was weg.

‘Abmachen!’

Henri en ik zagen elkaar aan. Zwijgend en gelukkig gingen we het revier binnen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken