Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het revier (1978)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het revier
Afbeelding van Het revierToon afbeelding van titelpagina van Het revier

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.48 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het revier

(1978)–Taecke J. Botke–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 91]
[p. 91]

Ontwikkelingshulp

Het was, zelfs hier, voorjaar geworden. Een bleke zon stond aan een fletse hemel, maar toch, de winter scheen voorbij. Onrustig van binnen, besloot ik het ‘Lager’ te verlaten. Ik raakte op drift. Op een belendend stuk kamp reed een Rus rond op een fiets. Een fiets, uiteraard zonder banden, maar hierin school voor deze man het probleem niet. Zodra hij mij ontwaarde viel hij van die fiets, zonder dat dit kleine gebeuren zijn goede humeur ontwrichtte. Hij grijnsde mij toe met een mond vol koperen tanden.

Nu kent de vrijgevigheid van Slaven geen grenzen. Het bleef dus niet bij die tanden. Ook zijn arm kwam er aan te pas. Hij wees op dit lichaamsdeel, er een kort commentaar aan toevoegend: ‘Uhr’. Daarop moest ik mijn arm aan het daglicht brengen; ook dit gebaar verwekte de kreet ‘Uhr’. Nu was het aan mij een woord uit te brengen.

‘Njet’ kwam mij achteloos over de lippen. Om de daad bij dit goed gevonden woord te voegen stroopte ik mijn mouwen op. De Rus keek verbouwereerd en ongelovig naar mijn van geen uurwerk voorziene polsen en armen. Hij weigerde zijn ogen te geloven. Ik stroopte toen mijn broekspijpen op. Ook de enkels bleken klokloos onder mijn armzalige beenbekleding vandaan te komen. De Rus was diep geroerd. Medelijden maakte zich meester van de man. Een zeker communisme schijnt die Russen aan-

[pagina 92]
[p. 92]

geboren of ingeschapen. Hij besloot afstand te doen van een deel van zijn rijkdom.

Een mouw ging omhoog en tegen het décor van barokke tatoueringen verscheen een aanzienlijke reeks horloges. Ik was, allicht, danig onder de indruk. De Rus gebaarde dat het aan mij was, er één te kiezen uit zijn overdaad. Ik wees op een fraai uitziend uurwerk; de Rus lachte breed en zeer goedmoedig, maakte het bandje los en gespte dit daarop om mijn pols. ‘Gut!’, zei hij. Eén dier schaarse ogenblikken waarop ik besefte dat men in de Duitse taal ook wel eens iets aardigs zeggen kan.

Denkend als een niet-Rus, beladen met een schuldbesef dat op geheel niets sloeg, bood ik de Rus aan hem de beginselen van het fietsen bij te brengen. Hij wilde wel, maar in tegenstelling tot de Hollanders blijken de Russen het fietsen niet met de moedermelk te hebben ingedronken. Hij viel voortdurend van het rijwiel, struikelde naast het voertuig en ging tenslotte liever te voet dan ter wiele.

Wij kwamen niettemin in een vergeten hoek van het Russische kamp terecht. De man bleek hier goed thuis te zijn want hij trok mij terstond zonder aarzeling mee naar een uitzinnig hok waar, als een taart op een ongedekte tafel, een verbrijzelde pleepot stond. De Rus wijst erop met de welsprekendheid zo kenmerkend voor doofstommen, en zegt dan treurig: ‘ Kaputt! ’ Een zeer Duits woord dat alles aanduidt wat aan dit volk niet beviel, en derhalve ‘kaputt’ moest. Aan de pleepot waren zij ditmaal niet schuldig ontdekte ik kort daarop. Indirect echter toch weer wel: aan een Rus een watercloset in handen te geven zonder hem er een gebruiksaanwijzing bij te leveren is ondoordacht.

Wat de bedoeling was van mijn confrontatie met dat in scherven liggend aardewerk ontging mij. Loodgietersbegaafdheid is wel de laatste die men mij toe kan schrijven; ik ben alleen in mijn vak een kleine knutselaar. Er bleef mij weinig anders over dan mee

[pagina 93]
[p. 93]

treurig te kijken naar het restant van dat hygiënisch toestel. Het overeind blijven viel, zo lang achtereen althans, wat moeilijk. Ik wilde leunen, en leunde tegen een knop. Onmiddellijk kwam er een straal water te voorschijn, die precies terecht kwam in het gelaat van de Rus. Die trok meteen zijn revolver: een aardig gebaar dat echter geen einde maakt aan spuitend water. Geluk kig echter staakte het gespuit meteen.

Voor de Rus was daarmee de zaak niet afgedaan. Hij keek verbijsterd rond, kennelijk om aan de weet te komen hoe ik die waterstraal verwekt had. Ik duidde op de knop. Aarzelend, en met één hand aan het pistool, drukte hij de knop in. Opnieuw verscheen het water, spuitend en bruisend. De vreugde van de Rus was grenzeloos.

In met hand en voetgebaren doorspekte kreten begreep ik het volgende lange relaas. Het bleek dat hij de pleepot had gebruikt om er aardappels in te wassen. Een ondergeschikte had bij die gelegenheid - zonder dat de Rus diens gebaren had gevolgd - op een knop gedrukt. Alle aardappels verdwenen in een golf water. De Rus schoot eerst de onderknuppel neer en leegde toen zijn revolver op het witte aardewerk. Dit brak aan scherven, maar de patatten bleven spoorloos.

Ik kon het mysterie niet ophelderen, mijn met Duits doorspekte Russisch schoot tekort. Doch de Rus bleek zielsgelukkig. Hij nam mij mee naar een nabij gelegen keet, schonk mij een brood en omhelsde mij, ongeveer zoals zeer dronken bijfiguren dit bij Dostojevski doen. Toen stroopte hij zijn mouw weer op, ontrukte nog een klokje aan zijn arm en gespte het mij aan.

Met één brood en twee horloges keerde ik terug in het revier; dankbaar gestemd jegens deze ontwikkelingshulp waar zelfs geen minister aan te pas kwam.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken