Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het prieelken der gheestelyker wellusten (1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het prieelken der gheestelyker wellusten
Afbeelding van Het prieelken der gheestelyker wellustenToon afbeelding van titelpagina van Het prieelken der gheestelyker wellusten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.81 MB)

Scans (4.58 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Editeur

Hermance van Belle



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het prieelken der gheestelyker wellusten

(1927)–Katherina Boudewyns–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 169]
[p. 169]

Bijlagen

I Beschrijving van het laatste exemplaar van ‘Het Prieelken der gheestelyker Wellusten’ tegenwoordig in het bezit der Koninklijke Bibliotheek te Brussel.

Moderne, sterk kartonnen band met rooden rug. Klein octavo formaat, 150 mm hoog en 95 mm breed. Bevat 10 quaterntjes van 8 bladen of 16 bladzijden ieder, uitgenomen voor het zevende, dat er slechts vier bevat. De bladzijden zijn gepagineerd en gefolieerd, doch op tamelijk slordige wijze. Na blz. 104 hervat de drukker de pagineering bij 97, 98,... zoodat het werkje feitelijk niet 156 maar 165 bladzijden telt. De eerste vier bladen van elk quatern dragen respectievelijk de signaturen AI, AII, AIII, AIIII, BI, BII, enz. tot LIIII.

Het boekje is, over 't algemeen, vrij goed bewaard, niettegenstaande het dun en sponsachtig papier. De rand werd rondom aangeknaagd: de bovenhoeken der eerste twintig bladzijden en de onderdeelen van blz. 60-70 zijn bizonder beschadigd alhoewel niet één letter van den tekst weggenomen werd.

Het is met duidelijke vette gothische letter gedrukt en opgeluisterd door drie fijn geteekende prentjes, die 32 mm lang en 25 mm breed zijn. Het eerste, vóor de eerste leis, stelt de H. Maria met het kindje voor, in een lage zetel met hooge leuning; haar lange haren hangen tot aan haar midden neer en haar wijde rok valt in schuinschen zwaai naar den grond. Op de tweede prent die vooraan de volgende leis staat en naiever is en minder uitgewerkt dan de eerste, knielen Maria en Jozef voor het aangebeden kind in de krib. De laatste, op blz. 153, ter inleiding tot het stuk ‘Een

[pagina 170]
[p. 170]

schoon dichte ende veersken totten vyff wonden Christi Iesu’ toont de bedrukte moedermaagd en hare vriendin Maria-Magdalena onder het kruis van den stervenden Christus.

De beginletters van de opdracht en van het eerste lied zijn daarenboven versierd en op de titel- en laatste bladzijde drukte Rutgher Velpius zijn drukkersmerk af: een dubbelen gekroonden arend, leunend tegen een Christusbeeld, door een ovalen ring met rolneuten omlijst, die het opschrift draagt: ‘Protege nos sub umbra alarum tuarum’ bescherm ons onder de schaduw uwer vleugels. Bovenaan den ring zitten links, de zege met opgestoken wijsvinger, een palm in den arm; aan de rechterzijde de gerechtigheid met hare weegschaal, stok en toorts.

Op het voorlaatste en een klein gedeelte van het laatste blad bevinden zich ‘de taefel van desen boecxken vande liedekens, by A B C, &c.’ en ‘De Taefel vanden Leysenen’. Deze inhoudsopgave is volledig op een lied na: ‘Droefheyt heeft mij bevangen’ (blz.. 15). ‘De Spelen van Sinnen’ en ‘Gheestelyke Veersen’ worden niet vermeld. Volledig of nauwkeurig is de aanhaling van den aanvangsregel niet.

Spelling en interpunctie schijnen tevens in het geheele werk aan geen vaststaande wetten onderhevig te zijn. Ic en ick, toon en thoon, geestelic, gheestelick en gheestelijck komen naast elkander voor, hetgeen echter in deze eeuw niet als een eigenaardigheid van dichteres of drukker moet worden beschouwd.

Een gewichtig punt dat hier nog dient besproken te worden is het geregeld gebruik in den druk van menige afkortingen. Het streepje boven de voorafgaande letter om de weglating aan te duiden van een nasaal: ‘Heer wilt my helpē ic bē gevallē’ (blz. 32); ‘Cōpt in myn herte...’ (blz. 75) of van een geheele lettergreep: en̄ voor ende, inhouden̄ voor inhoudende (blz. 4), is een afkortingsteeken dat algemeen in gebruik was.

[pagina 171]
[p. 171]

Dit is veel minder het geval voor de koma boven de letter in vervanging van - er: v'meugē (blz. 33), met zynd Godtheyt (blz. 38); en de z in plaats van allerlei woorduitgangen: ‘niet mz alle’ (blz. 32) niet met allen; ‘nature en wilt verstervē nz’ (blz. 36) nature en wilt versterven niet; ‘dz zy... hem dienen... mach’ (blz. 37) dat zy ...hem dienen... mach.

In lange verzen komen zij natuurlijk drukker voor om plaats te winnen bij het letterzetten. Doch geene dier afkortingen levert eenige ernstige moeilijkheid op.

II Glossarium:

bedien: samentrekking van bedieden; beduiden, verklaren.
berren: door assimilatie ontstaan uit bernen; branden, fig: gloeien.
bevaen: bevangen.
Canticis: Het Hooglied van Salomo.
caritaten: verbogen naamval. Van het Lat. caritas, in het MNl. als nominatiefvorm gebruikt; cf Fr. charité; liefde, christelijke liefde, christelijke liefdadigheid of barmhartigheid.
dinde: uit de + inde; het einde.
diviseren of diveseren; cf Fr. deviser; duidelijk maken, bepalen; inrichten.
dwaen: van dwahen, dwoech, gedwagen, gedwogen of gedwegen; wasschen, reinigen, fig: zuiveren.
gaerd: twijg, rijs.
heesch: eisch, verzoek.
hellicht: helft.
hoot: samentrekking van hovet; Nl. hoofd; zinnebeeld van het begin, den oorsprong.
houffen: zich uit de voeten maken.
iolyt: vreugde, genot.
kaere: Lat. carus; cf Eng. to care for, Fr. cher; lief, dierbaar, waard.

[pagina 172]
[p. 172]

merren of marren: cf Eng to mar, nl marren; vertragen, dralen, hinderen.
ombeleyt: van ombeleggen: omringen, omgeven.
ombesneden: voor onbesneden; ruw, plomp.
onderwint: occupatio; bemoeiing, bedrijf; (bewind: beheer).
ontfaen: tot zich nemen, ontvangen.
presumeren: vermoeden; laatdunkend, trotsch zijn.
propost of propoost. Lat. propositum; cf Eng: purpose; wat men zich voorstelt te doen; gezegde, uiteenzetting.
rabauw: O Fr. ribaud. M Lat. ribaldus; pakkendrager, bedelaar, boef.
ranceur: Lat. rancorem; wrok, vijandige gezindheid.
rebellie: O Fr. rebellion; wederspannigheid, opstand, verwarring.
respijt: Lat. respectus; uitstel, verwijl.
saen: cf Eng. soon; spoedig, weldra.
scheen: samentrekking van scheden; scheiden.
spoene: samentr. van spoedene; spoeden.
spet: spit.
tegentheyt: tegenspoed, rampen.
vernoyen: O Fr. enoier; verdrieten, mishagen.
veysen: veinzen, uitdenken.
vileyn: M Lat. villanus, afleiding van villa: hoeve; gemeen, laaghartig.
vleus: van vlugs; terstond, flus.
vlien: vluchten, vermijden.
vlietich: snel; kan ook andere vorm zijn van vlitich; ernstig, vlijtig, godvruchtig.
vrij: vrijmoedig, verheven, dapper, rustig.
vromen: cf H D. frommen; baten, tot voordeel zijn, bijstaan.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken