Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het spiegeltje (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het spiegeltje
Afbeelding van Het spiegeltjeToon afbeelding van titelpagina van Het spiegeltje

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.40 MB)

Scans (12.51 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het spiegeltje

(1921)–Ina Boudier-Bakker–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoofdstuk XXXVI

ALS EEN DROOM VERGLEDEN DE STILLE zomerdagen in het huis, dat in wonderlijke wisseling de hoop en het nieuwe leven der oudere zuster, het stug verbeten stroeve leed der jongste in zich borg.

Jeanne kwam haast aan eigen geluk niet toe. Daar was haar vader in zijn verbijstering om het verbreken van Marianne's engagement. ‘Alles ging van hem weg - nu zou hij Gerard ook moeten missen, die behoord had tot zijn kring.’ Hij vermocht in zijn doffen geestestoestand geen verdriet te voelen, noch met Marianne, noch met Gerard. Hij voelde alleen de leegte, en een verwijtende norschheid tegen Marianne was er de eenige uiting van.

Marianne verleefde mechanisch dof en strak de uren met

[pagina 226]
[p. 226]

een gelaat waar 't leed in verstijfd scheen. Sinds dien vreeselijken dag, toen tòch nog Gerard gekomen was op haar brief, en haar verwéten had, beschuldigd in een ruwheid van smart, en Jeanne daarna haar had gevonden, als versteend, zonder één enkel woord - sindsdien ook weerde zij iedere poging tot vertrouwelijkheid met een muur van stugheid.

Wèl was een rust na den strijd om Gerard in haar gezonken, en het ego-centrisch denken onttrok hàar aan de scherpste herinnering van zijn smart. Van Gusta had zij een brief, vol van de heftigste verwijten ontvangen, dien zij onberoerd bijna had terzijde gelegd; maar op een dag bij 't omslaan van de Vijzelstraat, stond zij op de Keizersgracht onverwacht tegenover Leo. Zij wilde voorbijvluchten, maar zijn zachte oogen hadden haar vastgehouden.

‘Marianne!’

Ze verbleekte. ‘Oh,’ zei ze in een snik, ‘vergeef 't me.’

Hij las van haar lippen wat ze zei. Stil stond hij, terwijl hij uit zijn arm, illusieloos leven nu ook deze liefelijke bloem zag verloren.

Toen stak hij zijn hand naar haar uit, schudde langzaam het hoofd, met een zachten, droeven glimlach vol genegenheid.

Met gebogen hoofd, alsof ze een weerlooze geslagen had, ging ze van hem weg.

Jeanne's engagement, nu publiek, met de onvermijdelijke feestelijkheid van bloemen, bezoeken... leefde ze mee, zonder pijn. Dit, wat Jeanne deed, raakte niets in haar. Ze zag Van Wege, een goedhartigen, blonden man, vroolijk van aard, maar zich intoomend terwille van Jeanne, tegenover de drukkende omstandigheden in huis. En zij zag ook, er was in Jeanne een rust gekomen, alsof een verzoenende hand de rimpels uit haar gezichtje en uit haar ziel had glad gestreken. Zij had aanvaard, en in dit strak en vast besluit ontbloeide opnieuw de blijmoedige wil: geluk te geven waar zij kon.

Tusschen Marianne en Van Wege ging het niet gemakkelijk. Hij voelde zich wat beklemd tegenover het zusje, dat zoo kort geleden nog haar engagement verbroken had, en hij geneerde zich in haar bijzijn voor zijn eigen geluk. En Marianne met de geslotenheid voor alles wat haar eigen diepste leven niet raakte, zonderde zich af, liet zich alleen als Jeanne uit was - zij zouden gauw gaan trouwen - de zorgen in huis opdragen. En zij praatte met haar vader maar haar hart nam er geen deel aan, haar hart, dat voor

[pagina 227]
[p. 227]

alles wat eenmaal haar belangstelling bezeten had, koud bleef - met een doode zwaarte in haar borst lag.

Zij zag niet de zon op de grachten, of den regen tegen het raam, niet haar lieveling de Oost-Indische kers overvloedig bloeien in den kleinen tuin. Zij zag niet den tevreden trek in het gelaat van den tot grijsaard vervallen man, voor een attentie die haar hersenen hadden uitgedacht, noch werd geroerd door zijn klacht van hulpelooze ouderdomseenzaamheid. Eéns probeerde ze met Jeanne een concert maar een walg slechts kroop in haar op terwijl ze luisterde naar de muziek, haar eens zoo'n diep genot - en ze ging middenin weg.

Er was niets dan de begeerte: ‘Weg - van alles en iedereen weg - en alleen zijn - om te kunnen denken.’

Maar het denken, dat nooit iets anders was dan verlangen, folterde haar tenslotte zóó, dat ze weer vluchtte voor zichzelf bij haar vader, verlossing zocht in 't zorgen voor hem.

En weerloos in de lange nachten, wendde en keerde zij honderden malen al het gebeurde, verweet zich, dat zij zich het geluk had laten ontnemen - Koen had gehoorzaamd waar hij niet wist, wat hij verwierp - doorleefde zij uitputtend in voortdurenden terugkeer, alle gebeurtenissen in zijn huis, zag zij iedere kleinigheid buiten proportie.

Op een dag kwam een brief van Lize. Zij schreef:

‘Overmorgen komen we allemaal tegelijk thuis - ik heb geen zin alleen daar te blijven nu Koen niet iederen dag kan overkomen. Dus om vijf uur kan je den heelen glorieusen intocht met pak en zak komen aanschouwen.’

‘Lies is weer echt beter,’ zei Jeanne blij zacht.

Uit de donkere achterkamer sloop Marianne weg, en in de gang leunde ze een oogenblik tegen den muur. ‘Zij daar allemaal - en ik - ik...’ En opeens wist zij: dit zou erger zijn dan het besef van den afstand dat haar ontzenuwd had - nu het zoo open en onverschillig binnen haar bereik gesteld werd als voor iederen vreemde, en tegelijk juist in die gelijkheid het paradijs voor haar sluiten zou met onverbreekbare sloten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken