Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het spiegeltje (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het spiegeltje
Afbeelding van Het spiegeltjeToon afbeelding van titelpagina van Het spiegeltje

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.40 MB)

Scans (12.51 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het spiegeltje

(1921)–Ina Boudier-Bakker–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoofdstuk XXXVIII

SINDS MARIANNE THUIS WAS. KWAMEN DE oude vrienden van vroeger haar weer bezoeken, en het huis werd vol van drukte en vroolijkheid als in geen jaren, nu ook Van Wege er de geregelde gast was. De oude heer leefde er van op; Van Wege had hij aanvaard als remplaçant van Gerard, en nu de leege plaats maar was aangevuld, scheen daarmede ook zijn verwijt tegen Marianne vergeten.

Marianne leefde het alles mee als een droomende. Zij had de oude kennissen ontvangen met den weerzin, dien iedere man in dezen tijd in haar wekte; zij kon haast geen aanraking velen, en een keer stoof zij bijna op in drift, toen Bremer, een vriend uit haar conservatoriumtijd nog, plagend haar hand even vastgreep.

Lize kwam aanloopen als vroeger. De ontmoeting tusschen

[pagina 230]
[p. 230]

de zusters was koel geweest, en het scheen van zelf te spreken, dat Marianne op de Prinsengracht niet kwam. Maar als een pijn boorden zich in Marianne's geest de voorstellingen, die Lize opriep met haar fleurige verhalen over het verblijf buiten, hoe zij genoten hadden de week dat Koen met hen daar was - en achteloos, doch àlles opmerkend, gleed haar blik over Marianne heen, die zat roerloos in haar stoel, in haar gezicht een uitdrukking van gevangen dier.

Maar als de kinderen kwamen, trok Marianne deze om zich heen, en gierig op ieder woord, wist zij met honderd listen hen te doen praten, en altijd weer, over vader. En terwijl zij Jeannetje op haar schoot nam, keek zij met hongerende oogen naar het kindergezicht, dat zóó het hare geleek...

Dan, uit die verhalen, gedaan met al het vuur, de luchtige, onverschillige openhartigheid der kinder-herinnering - als door geen enkel woord bleek, dat Koen anders was dan vroeger - kwam de argwaan haar kwellen dat hij niet leed. En wanneer de kinderen roezig weer waren weggedraafd, zij overhield als eenig voos bezit die losse vertelsels, moest zij zich naar boven sleepen - en de ellende kromp in haar:

‘Het gaat alles daar in huis of ik er nooit geweest ben.’

In dat opperste lijden, in die totale eenzaamheid - nu zij ook den eenigen troost voor later, die haar toch immer nog was gebleven, had moeten missen, - kwam de herinnering aan Gerard's groote, innige toewijding, aan het thuis dat zij verworpen had, haar in nieuwe marteling besluipen. Eenmaal losgelaten door Koen, vertroebelde zich alles in haar - voelde zij niet meer de drijfveeren, die haar onafwendbaar en zuiver tot de daden hadden bewogen. Zij werd zich alleen bewust, dat nog een laatste hoop haar had staande gehouden nu zij weer vrij was, en zij wist zelfs niet meer in de verwarrende doffe verbijstering van heel haar innerlijk, of dàt niet de eenige drijfveer was geweest bij het verbreken van haar engagement.

En deze grondelooze leegte, waarin zij zich zonder houvast voelde verzinken, deed haar een wreed spelletje spelen met Bremer - alleen om den smaad, daar door Koen aangedaan. Hij, die haar van zich had kunnen laten gaan met zijn gevoelens van eer, plicht en wat nog! Hoe had zij eenmaal zoo onnoozel kunnen zijn om daar eerbied voor te hebben!

Eerbied - zij kon nooit meer voor iets eerbied hebben, dat had hij in haar uitgeroeid. Hij, die al wat zacht en warm in haar leefde, vertrapt had met zijn dorre ziel. Hij, die

[pagina 231]
[p. 231]

nooit geweten had wat liefde is, hoe 't folteren kon en zalig maken - bah, zijn liefde, die hij zóó makkelijk had kunnen beheerschen en overwinnen - dat wàs geen liefde. Zij had haar leven voor hem willen geven, zij had wàt haar nog aan kans op geluk was overgebleven, weggestooten - zij had een ander, wiens liefde duizendmaal dieper ging dan de zijne, het ergste aangedaan. En in dezen abnormalen zielstoestand, waarin alles uit het evenwicht hing, zij niets meer zuiver kon zien noch beoordeelen, pijnigden haar duizend herinneringen aan Gerard - zag zij haar eigen harteloosheid tegenover zijn immer verlangende toewijding zóó vergroot, dat het berouw om wat zij hem had aangedaan, het lijden om zijn smart, een marteling apart werd, die in abnormale verhoudingen haast al 't andere overheerschte. En wild tegen al die kwelling in, verzette, stramde zich alles in haar: ‘Zij - zij was gek geweest! En nù kon niets haar meer schelen; nu was er niets meer. Vroeger - als een herinnering uit een ander leven was de gedachte - had zij haar kunst gehad; dat ook had hij in haar vermoord. Nu had zij alleen nog maar den wil zichzelf weg te gooien, tot zij zóó diep in den modder lag, dat ze 't oprapen niet meer waard was - en dan tegen hem te zeggen: ‘Dat is jouw werk. Jij hadt alles van me kunnen maken, en jij hebt niet gewild - dit is 't nu, wat jij met al je prachtige gevoelens van eer en plicht hebt gedaan.’

De heer Roske fleurde op, als onder de vrienden Marianne's lach onophoudelijk klonk, haar mond nimmer het vlugge weerwoord miste. Alleen zingen wilde zij nooit... Want - daar was de Pinksteravond, toen zij voor Koen gezongen had...

Het eenige wat zij zong, waren enkele regels, fragmenten, die haar als zij alleen was, vanzelf naar de lippen drongen - niet meer dan geneurie, brekend in tranen. Het waren de enkele zachtere momenten, als zij niet zichzelf en iedereen haatte, omdat zij hèm haten moest.

Voor anderen scheen Marianne vroolijk. Zij beheerschte zich nu zóó zeer, dat zij volkomen haar innerlijk kon verbergen onder oppervlakkigen praat en scherts. En alleen Jeanne kon haar aanzien met smartelijke verbazing als zij Marianne een heelen avond hoorde dwaasheden zeggen, lachen en coquetteeren in telkens een ander mondain toilet, zonder ooit een vinger uit te steken om haar te helpen.

Doch zij sprak tegen Marianne niet meer over het leed, dat naar zij meende om Gerard haar kwelde, sinds Marianne

[pagina 232]
[p. 232]

opgestoven was in drift, toen zij eenmaal waagde: ‘of toch het niet herstelbaar was tusschen Gerard en haar?’

‘Denk jij, dat ik goed genoeg ben voor iedereen?’

‘Ik dacht, dat je te goed was om zóó te doen met een jongen als Bremer,’ had Jeanne gezegd.

Marianne, hoewel haar mond wrong, had gezwegen in zoo afwerende hoogheid, dat Jeanne bedroefd afliet. En dien avond flirtte zij met Bremer onbarmhartig.

‘Waarvoor - voor wien zou ze nog iets laten, nu het Koen niet schelen kon wat er van haar werd!’ Zij voelde zich vergiftigd tot in de wortels van haar ziel, zij had een afkeer, een walging van alles - van àlles - haar heele vroegere leven viel achter haar weg - en als iemand haar sprak van haar zang, lachte zij:

‘Dat is geweest,’ zonder een spoor van betreuren.

Het eenige wat zij wilde was behagen. Hij, Koen, had voor 't eerst dien wil ot behagen in haar gewekt - nu exploiteerde zij de kunst als een probleem waarbij haar hart koud bleef, alleen haar tot in zijn diepsten kern gewonde ijdelheid bevrediging vond.

Op een dag kwam een brief van den pianist Van Rossem, of zij genegen was met hem een tournée door Amerika te maken. Ellena Roger met wien hij gaan zou, was ernstig ziek geworden en in den eersten tijd niet tot reizen in staat. Zij zouden eind October vertrekken.

Zij antwoordde niet eens.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken