Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens
Afbeelding van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levensToon afbeelding van titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.36 MB)

ebook (15.97 MB)

XML (4.50 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.B. Sleper



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

liederen/liedjes
gebed(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

(1951)–Cornelis Adrianus Bouman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina *1]
[p. *1]

De psalmen der lauden op zondagen en feesten

Onze Vader - Wees gegroet.

 

GOD, kom mij te hulp; Heer, haast U mij te helpen.

Eer aan den Vader en den Zoon en den Heiligen Geest.

Zoals het was in het begin, en nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Alleluja of Lof zij U, Heer, Koning der eeuwige heerlijkheid.

1 Psalm 92.

De Heer regeert, met heerlijkheid is Hij bekleed; * de Heer heeft Zich bekleed met sterkte en Zich omgord.

Waarlijk, de aarde heeft Hij gegrondvest, * zij zal niet wankelen.

Van oudsher staat uw troon gevestigd; * Gij zijt van eeuwigheid.

De stromen verheffen zich, Heer, * de stromen verheffen hun stem;

De stromen verheffen hun kolken, * met gedruis van vele wateren.

Heerlijker dan de baren der zee * zijt heerlijk Gij, Heer, in den hoge.

Getrouw zijn uw woorden ten zeerste; * uw huis past heiligheid, o Heer, in lengte van dagen.

Eer aan den Vader.

2 Psalm 99.

Juicht voor God, geheel de aarde; * dient den Heer met blijdschap.

Treedt nader voor zijn aangezicht * met jubelzang.

Weet, dat de Heer God is; * Hij heeft ons gemaakt, en niet wij onszelven.

Zijn volk zijn wij, de schapen zijner weide; gaat zijn poorten binnen met een loflied, * zijn voorhoven met lofgezang: prijst Hem,

Brengt eer aan zijn Naam: want de Heer is vol goedheid, in eeuwigheid blijft zijn ontferming, * en zijn trouw van geslacht tot geslacht.

Eer aan den Vader.

3 Psalm 62.

God, mijn God, * tot U waak ik vanaf het morgenlicht. Naar U dorst mijn ziel, * naar U smacht mijn lichaam

Als een dor en onbegaanbaar en dorstig land; zo wil ik voor U treden in uw heiligdom * om uw macht te aanschouwen en uw heerlijkheid.

Want beter dan het leven is uw goedheid; * mijn lippen zullen U prijzen.

Zo zal ik U lofzingen geheel mijn leven, * mijn handen heffen in uw Naam.

Als met merg en vet wordt mijn ziel verzadigd, * en met lippen vol lofzang prijst U mijn mond, Wanneer ik, Uwer gedachtig op mijn sponde, in nachtwaken over U peins, * hoe Gij mijn helper waart.

Ik verheug mij in de schaduw uwer vleugelen; mijn ziel is

[pagina *2]
[p. *2]

hecht aan U gebonden, * uw rechterhand is mij tot steun.

Zij echter die mijn ziel zoeken ten ondergang, zullen komen in de diepten der aarde, * worden overgeleverd aan de macht van het zwaard, een prooi worden der vossen.

Maar de koning zal zich in God verheugen, en roemen zullen allen die zweren bij Hem; * want de mond der leugensprekers zal worden gestopt.

Eer aan den Vader.

4 Lofzang der Drie Jongelingen.

Looft den Heer, alle werken des Heren; * prijst en verheft Hem in eeuwigheid.

Engelen des Heren, looft den Heer; * hemelen, looft den Heer.

Alle wateren boven de hemel, looft den Heer; * alle krachten des Heren, looft den Heer.

Zon en maan, looft den Heer; * sterren des hemels, looft den Heer.

Regen en dauw, looft den Heer; * gij winden die Gods adem zijt, looft den Heer.

Vuur en hitte, looft den Heer; * koude en gloed, looft den Heer.

Dauw en ijzel, looft den Heer; * vorst en koude, looft den Heer.

IJs en sneeuw, looft den Heer; * nachten en dagen, looft den Heer.

Licht en donker, looft den Heer; * bliksem en wolken, looft den Heer.

Loof, gij aarde, den Heer; * prijs en verhef Hem in eeuwigheid.

Bergen en heuvels, looft den Heer; * alle gewassen op aarde, looft den Heer.

Waterbronnen, looft den Heer; * zeeën en stromen, looft den Heer.

Zeegedrochten en al wat beweegt in het water, looft den Heer; * alle vogelen des hemels, looft den Heer.

Alle wilde dieren en vee, looft den Heer; * kinderen der mensen, looft den Heer.

Loof, Israël, den Heer; * prijs en verhef Hem in eeuwigheid. Priesters des Heren, looft den Heer; * dienaren des Heren, looft den Heer.

Geesten en zielen der rechtvaardigen, looft den Heer; * heiligen en nederigen van hart, looft den Heer.

Looft, Ananias, Azarias, Misaël, den Heer; * prijst en verheft Hem in eeuwigheid.

Loven wij den Vader en den Zoon met den Heiligen Geest; * laat ons Hem prijzen en verheffen in eeuwigheid.

Gezegend zijt Gij, Heer, in het uitspansel des hemels; * en prijzenswaardig en roemrijk en hoogverheven in eeuwigheid.

 

(Eer aan den Vader blijft achterwege.)

5 Psalm 148.

Looft den Heer in de hemelen; * looft Hem in den hoge. Looft Hem, al zijn engelen; * looft Hem, al zijn heerscharen.

Looft Hem, zon en maan;

[pagina *3]
[p. *3]

* looft Hem, alle sterren en hemellicht.

Looft Hem, hemelen der hemelen, * en alle wateren die boven de hemel zijt, mogen zij loven de Naam des Heren.

Want Hij sprak, en zij zijn gemaakt; * Hij beval en zij zijn geschapen.

Hij heeft de hemelen bevestigd voor immer en tot in eeuwigheid; * hun een regel gesteld, welke zij niet overtreden. -

Looft den Heer op de aarde, * zeegedrochten en alle waterdiepten;

Gij, vuur en hagel, sneeuw, ijs en geweld van stormen, * die zijn woord volbrengt;

Bergen en alle heuvelen, * vruchtbomen en alle ceders;

Wilde dieren en alle vee, * slangen en gevleugelde vogels;

Koningen der aarde en alle volken, * vorsten en alle rechters der aarde.

Jongelingen en maagden, ouders en kinderen mogen loven de Naam des Heren; * want zijn Naam alleen is verheven. Zijn heerlijkheid gaat hemel en aarde te boven; * Hij heeft de kracht van zijn volk verheven. Hierom prijzen Hem al zijn heiligen, * de kinderen van Israël, het volk dat bij Hem mag verwijlen.

Eer aan den Vader.

 

Volgen Kapittel, Lofzang en vers.

Lofzang Benedictus

GEZEGEND ✠ de Heer, de God van Israël, * want Hij heeft zijn volk bezocht en het redding gebracht;

En ons de hoorn des heils verwekt * in het huis van David, zijn dienaar.

Zoals Hij van oudsher had beloofd * door de mond van zijn heilige profeten:

De redding uit de macht onzer vijanden, * en uit de hand van allen die ons haten,

Om Zich te ontfermen over onze vaderen, * en zijn heilig verbond te gedenken:

De eed welke Hij gezworen heeft aan Abraham, onzen vader, * dat Hij ons zou verlenen

Om, uit de hand van onze vijanden verlost, * Hem zonder vrees te dienen,

In heiligheid en gerechtigheid voor zijn aangezicht * al onze dagen. -

En gij, kind, zult profeet van den Allerhoogste worden genoemd; * want gij zult uitgaan voor het aanschijn des Heren om zijn weg te bereiden,

Om zijn heil te doen kennen aan zijn volk, * tot vergeving van hun zonden;

Door de tedere ontferming van onzen God, * waarmede Hij ons heeft bezocht, de opgaande zon uit den hoge,

Om te verlichten wie in de duisternis en de schaduw des doods zijn gezeten, * om onze schreden te richten op de weg des vredes.

Eer aan den Vader.

 

Na herhaling van de antifoon:

 

V. Heer, verhoor mijn gebed. R. En mijn geroep kome tot U.

[pagina *4]
[p. *4]

Hier volgt het gebed van Zondag of feest.

 

V. Heer, verhoor mijn gebed.

R. En mijn geroep kome tot U.

V. Zegenen wij den Heer.

R. Gode zij dank.

V. Dat de zielen der overleden gelovigen door de barmhartigheid Gods rusten in vrede.

R. Amen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken