Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens
Afbeelding van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levensToon afbeelding van titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.36 MB)

ebook (15.97 MB)

XML (4.50 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.B. Sleper



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

liederen/liedjes
gebed(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

(1951)–Cornelis Adrianus Bouman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Zegening van de eerste steen ener kerk

Naast de uitgebreide plechtigheden, die het Pontificale geeft voor de zegening van de eerste steen ener kerk en de steenlegging door den bisschop, vinden we in het Rituale voor deze gelegenheid een meer eenvoudige zegening, welke wordt uitgesproken door een priester, hiertoe door den bisschop gemachtigd.

Daags voordat de eerste steen gelegd zal worden, plaatst de priester een houten kruis op de plaats waar het altaar zal verrijzen. Op de dag der eerste-steenlegging zegent de priester, gekleed in witte koorkap, de plaats waar dit kruis staat. Intussen wordt gezongen:

Ant. Plaats een teken des heils, Heer Jesus Christus, op deze plaats; en laat niet toe dat de verderfengel er binnentrede.

En men zingt psalm 83: Quam dilecta tabernacula tua, bladz. 255.

Vervolgens bidt de priester (bij N. noemt hij de naam van den heilige tot wiens eer de kerk zal worden gebouwd):

Laat ons bidden. - Heer God, die, hoewel hemel en aarde U niet omvatten, nochtans een woning wilt hebben op aarde, opdat daar uw Naam voortdurend worde aangeroepen; wij vragen U, op voorspraak van de verdiensten van de zalige Maria altijd Maagd, van den heiligen N. en van alle heiligen: bezoek deze plaats met de milde blik uwer goedheid, zuiver haar door de instorting uwer genade van alle besmetting, en bewaar haar in reinheid. En gelijk Gij de godsvrucht van uw beminden David in het werk van zijn zoon Salomon hebt bekroond, wil zo ook ons verlangen in dit werk in vervulling doen gaan, opdat alle boze geesten van deze plaats mogen wijken. Door onzen Heer Jesus Christus uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van den Heiligen Geest, God, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

De zegening van de steen

℣. Onze hulp is in de Naam des Heren.

℟. Die hemel en aarde gemaakt heeft.

℣. De Naam des Heren zij gezegend.

℟. Van nu af tot in eeuwigheid.

℣. De steen welke de bouwlieden hebben verworpen.

℟. Deze is tot hoeksteen geworden.

[pagina 467]
[p. 467]

℣. Gij zijt Petrus.

℟. En op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen.

℣. Eer aan den Vader en den Zoon en den Heiligen Geest.

℟. Zoals het was in het begin, en nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

 

Laat ons bidden. - Heer Jesus Christus, Zoon van den levenden God, die de waarachtige, almachtige God zijt, de glans en het beeld van den eeuwigen Vader, en het eeuwige leven; Gij die de hoeksteen zijt, niet door mensenhanden uit de berg gehouwen, en de onveranderlijke grondslag; bevestig in uw Naam deze steen die hier gelegd wordt. En Gij, die het begin en einde zijt, het beginsel waarin God de Vader van den beginne alles heeft geschapen, wees, vragen wij, het beginsel, de groei en de voltooiing van dit werk, dat tot lof en heerlijkheid van uw Naam begonnen moet worden. Die met den Vader en den Heiligen Geest leeft en heerst, God, door alle eeuwen der eeuwen. ℟. Amen.

 

De priester besprenkelt de steen met wijwater en tekent met een scherp voorwerp een kruis op de zes vlakken van de steen; hij zegt daarbij:

In de Naam van den Vader ✠ en den Zoon ✠ en den Heiligen ✠ Geest. ℟. Amen.

Hierna bidt hij:

Laat ons bidden. - Ze✠gen, Heer, deze steen, uw schepsel, en verleen door de aanroeping van uw heilige Naam: dat allen die met oprechte bedoeling aan de bouw van deze kerk medewerken, gezondheid van lichaam en een geneesmiddel voor hun ziel ontvangen. Door Christus onzen Heer. ℟. Amen.

De steenlegging

Men bidt nu de grote Litanie (bladz. 1411), echter zonder de slotgebeden. Vervolgens heft de priester de volgende antifoon aan:

Ant. Jacob, in de vroegte opgestaan, * richtte een gedenksteen op; hij goot er olie over en sprak tot God: Waarlijk, deze plaats is heilig, en ik wist het niet.

 

Hierna zingt men psalm 126: Nisi Dominus, bladz. 1107. De priester plaatst vervolgens - eventueel met hulp van anderen - de steen op het fundament, en zegt daarbij:

 

Gelovend in Jesus Christus, plaatsen wij deze eerste steen op dit fundament, in de Naam van den ✠ Vader en den ✠ Zoon en den Heiligen ✠ Geest, opdat hier oprecht geloof bloeie, vreze Gods en broederlijke liefde; en opdat deze plaats bestemd zij voor gebed en om aan te roepen en te loven de Naam van denzelfden Jesus Christus onzen Heer, die met den Vader en den Heiligen Geest leeft en heerst, God, door alle eeuwen der eeuwen. ℟. Amen.

 

Een der werklieden metselt de steen verder vast. Intussen besprenkelt de priester de steen met wijwater, terwijl hij zegt:

Besprenkel mij, Heer, met hysop, en ik zal gereinigd worden; was mij, en ik zal witter worden dan sneeuw.

[pagina 468]
[p. 468]

En men zegt psalm 50: Miserere mei, Deus (bladz. 107) in zijn geheel. Hierna heft de priester de volgende antifoon aan en gaat rond om de fundamenten te zegenen of de grond waarop de kerk zal worden gebouwd.

 

Hoe vreeswekkend is deze plaats; * waarlijk, niet anders is hier dan het huis van God en de poort des hemels.

 

En men zingt psalm 86: Fundamenta ejus, bladz. 1069.

 

Tot slot zegt de priester de volgende gebeden:

 

Laat ons bidden. - Buigen wij de knieën. ℟. Staat op.

 

Almachtige en barmhartige God, die uw priesters met zulk een genade boven de anderen hebt bedeeld, dat alles wat door hen op waardige en volmaakte wijze in uw Naam wordt verricht, als door U zelf verricht wordt beschouwd; wij vragen uw onmetelijke goedertierenheid, dat Gij al wat wij thans gaan bezoeken, ook zelf bezoekt, en al wat wij zullen zegenen, ook zelf ze✠gent; en mogen, bij het binnengaan van onze nietswaardigheid, door de verdiensten van uw heiligen, de duivelen vluchten en de engel des vredes binnentreden. Door Christus onzen Heer. ℟. Amen.

 

God, die U uit de samenwoning van alle heiligen een eeuwige woonplaats voor uw Majesteit sticht; geef hemelse groei aan uw bouwwerk, opdat wat op uw bevel is begonnen, door uw rijke gunst worde voltooid. Door Christus onzen Heer. ℟. Amen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken