Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens
Afbeelding van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levensToon afbeelding van titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.36 MB)

ebook (15.97 MB)

XML (4.50 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.B. Sleper



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

liederen/liedjes
gebed(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

(1951)–Cornelis Adrianus Bouman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Lofzangen en gebeden uit de liturgie

De lofzang ‘te decet laus’

Deze uiterst korte, oorspronkelijk Griekse lofzang was reeds in de eerste eeuwen der Kerk bekend. De heilige Benedictus schreef in zijn regel voor, dat hij gezongen moet worden aan het eind van de nachtwaken op Zon- en feestdagen. In alle kloosters, waar het officie volgens deze regel wordt gezongen, worden de Metten dan ook met deze lofzang besloten.

U komt lof toe, Te decet laus,
U onze lofzang, te decet hymnus,
U zij heerlijkheid, tibi gloria,
God den Vader Deo Patri
en den Zoon et Filio
met den Heiligen Geest, cum Sancto Spiritu,
in de eeuwen der eeuwen. in saecula saeculorum.
Amen. Amen.

De grote lofprijzing

De grote doxologie bij uitstek was en is de oude Griekse hymne ‘Ere zij God in den hoge’, een lofzang ter ere van den Vader en den Zoon. In het Oosten kreeg deze hymne reeds vroegtijdig een plaats in het morgenofficie. In de Latijnse Kerk werd hij in de voormis ingelast, aanvankelijk in enkele
[pagina 497]
[p. 497]
plechtige pauselijke diensten, op den duur ook in de missen, welke door bisschoppen en priesters worden opgedragen.
Het eerste deel is een uitvoerige lofprijzing en dankzegging van den Vader. De lofprijzing van den Zoon in het tweede deel is vol toespelingen op de Evangeliën en de oudste geloofsbelijdenissen. Onder de dageliikse gebeden der christenen behoort deze oeroude lofzang der Kerk een eerste plaats in te nemen.

Gloria in excelsis Deo. Et in terra pax hominibus bonae voluntatis. Eer aan God in den hoge. En op aarde vrede aan de mensen van goede wil.
Laudamus te. Wij loven U.
Benedicimus te. Wij zegenen U.
Adoramus te. Wij aanbidden U.
Glorificamus te. Wij verheerlijken U.
Gratias agimus tibi propter magnam gloriam tuam. Wij zeggen U dank om uw grote heerlijkheid.
Domine Deus, Rex caelestis, Deus Pater omnipotens. Heer God, hemelse Koning, God Vader almachtig.
Domine Fili unigenite, Jesu Christe. Heer eniggeboren Zoon, Jesus Christus.
Domine Deus, Agnus Dei, Filius Patris. Heer God, Lam Gods, Zoon des Vaders.
Qui tollis peccata mundi, miserere nobis. Die wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer.
Qui tollis peccata mundi, suscipe deprecationem nostram. Die wegneemt de zonden der wereld, neem ons smeekgebed aan.
Qui sedes ad dexteram Patris, miserere nobis. Die zit aan de rechterhand des Vaders, ontferm U onzer.
Quoniam tu solus Sanctus. Want Gij alleen zijt heilig.
Tu solus Dominus. Gij alleen de Heer.
Tu solus Altissimus, Jesu Christe. Gij alleen de Allerhoogste, Jesus Christus.
Cum Sancto Spiritu in gloria Dei Patris. Met den Heiligen Geest in de heerlijkheid van God den Vader.
Amen. Amen.

De lofzang ‘te deum’

Ook deze lofzang vinden wij reeds, althans ten dele, in de oude Kerk. Het is niet zeker, of hij van Oosterse of Westerse oorsprong is. In de middeleeuwen is de oorsprong wel aan de heilige Ambrosius en Augustinus toegeschreven. Zeker is, dat het Te Deum uit verschillende gedeelten is samengesteld en eerst langzamerhand de bekende vorm heeft aangenomen.
Het eerste deel wordt gevormd door een reeks liturgische teksten en wordt besloten door een uitvoerige lofprijzing van de heilige Drievuldigheid. Het tweede deel, dat begint met ‘Tu Rex gloriae, Christe’, is een oude (Latijnse) lofzang tot Christus. Tot slot werden enkele psalmverzen toegevoegd (van ‘Salvum fac populum’ af; het vers ‘Dignare, Domine’ is een oude liturgische bede, welke niet aan de heilige Schrift is ontleend).
[pagina 498]
[p. 498]

Tekst met melodie vindt men op bladz. 1570.

U, God, loven wij; U, Heer, prijzen wij.

U, eeuwige Vader, eert de gehele aarde.

U roepen alle engelen, U roepen de hemelen en alle machten,

U roepen de cherubim en de seraphim onophoudelijk toe: Heilig, heilig, heilig, de Heer, God Sabaoth;

Vol zijn hemelen en aarde van de luister uwer heerlijkheid.

U prijst het roemrijke koor der apostelen;

U verheerlijkt het lofwaardig getal der profeten;

U looft het schitterend leger der martelaren;

U belijdt de heilige Kerk over geheel het aardrijk:

Den Vader van onmetelijke majesteit,

Uw aanbiddelijken, waren en enigen Zoon,

Alsmede den Heiligen Geest, den Vertrooster.

 

Gij, Koning der heerlijkheid, Christus,

Gij zijt de eeuwige Zoon des Vaders.

Gij, mens geworden om ons te verlossen, zijt niet teruggeschrikt voor de schoot van de Maagd.

Gij hebt de angel des doods overwonnen, en hebt den gelovigen het hemelrijk geopend.

Gij zetelt aan de rechterhand van God, in de heerlijkheid des Vaders.

Wij geloven dat Gij als Rechter zult komen.

 

U bidden wij dan, kom uw dienaren te hulp, die Gij met uw kostbaar bloed hebt vrijgekocht.

Geef dat zij bij het getal der heiligen worden gerekend in de heerlijkheid.

Maak uw volk zalig, Heer, en zegen uw erfdeel.

En bestuur hen, en verhef hen tot in eeuwigheid.

Dag aan dag loven wij U.

En wij prijzen uw Naam in eeuwigheid, voor altijd en eeuwig.

Gewaardig U, Heer, ons heden zonder zonde te bewaren. Ontferm U onzer, Heer, ontferm U onzer.

Uw ontferming kome over ons, o Heer, gelijk wij op U hebben gehoopt.

Op U, Heer, heb ik gehoopt; in eeuwigheid zal ik niet beschaamd worden.

℣. Loven wij den Vader en den Zoon met den Heiligen Geest.

℟. Laat ons Hem prijzen en verheffen in eeuwigheid.

℣. Geloofd zijt Gij, Heer, in het uitspansel des hemels.

℟. En prijzenswaardig en roemrijk en hoog verheven in eeuwigheid.

℣. Heer, verhoor mijn gebed.

℟. En mijn geroep kome tot U.

 

Laat ons bidden. - God, wiens ontferming zonder tal en wiens schat van goedheid oneindig is; wij danken uw goedertieren Majesteit voor de geschonken weldaden, en bidden voortdurend uw barmhartigheid af: dat Gij, die het verlangde verleent aan wie U vragen, hen niet ver-

[pagina 499]
[p. 499]

laat, maar wilt voorbereiden op het toekomstige loon. Door Christus onzen Heer. ℟. Amen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken