Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens
Afbeelding van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levensToon afbeelding van titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.36 MB)

ebook (15.97 MB)

XML (4.50 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.B. Sleper



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

liederen/liedjes
gebed(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

(1951)–Cornelis Adrianus Bouman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Over de vreugde waarmee wij Christus' komst verwachten
Voor de derde week van de advent

Overweging - De gedachten van de Advent zijn niet beperkt tot deze enkele weken. Want altijd moeten wij bereid zijn den Heer tegemoet te gaan, als Hij bij onze dood of bij het algemene oordeel tot ons komt. Altijd moeten wij verlangen meer deelachtig te worden aan de genade welke Christus ons verdiende door zijn menswording en heilswerk, en door welke wij dagelijks meer en meer met Hem kunnen worden verenigd. Dit verlangen is een werkelijk heimwee; want steeds meer worden wij overtuigd, dat het volledig bezit van Christus onbereikbaar voor ons is, zolang wij ons steeds weer van Hem afwenden in de zonde. Ondanks de droefheid van dit onvervulde verlangen, nodigt de Apostel ons uit blijmoedig te zijn in den Heer; en hij voegt er aanstonds de reden aan toe: omdat Hij nabij is (Phil. 4, 4). Hiermede nu bedoelt hij niet alleen, dat de Heer Zich aan ons na kortere of langere tijd zal openbaren, maar ook en vooral, dat wij - hoewel onzichtbaar - den Heer in zijn Geest reeds bezitten, dat het rijk Gods reeds onder ons is. Wij bezitten niet slechts de belofte, dat het kindschap Gods van de verlosten eenmaal zal worden geopenbaard maar wij geloven ook, dat de verlosten reeds hier op aarde Gods kinderen zijn. Al leven zij in deze ballingschap nog te midden der zonde, zij zijn reeds opgenomen in God. Wij kunnen ons verheugen om het geheim van het Kerstfeest, omdat wij de genade van dit geheim reeds hebben ontvangen, dit is: omdat wij geloven dat de verlosten Gods kinderen zijn, nu de Zoon van God mens is geworden. Wij zien met verlangen uit naar de tweede komst des Heren, omdat Hij dezelfde is die het heil der verlosten reeds heeft bewerkt, hun Verlosser, hun broeder, hun enige Middelaar. Deze zekerheid des geloofs brengt ons de ware vreugde waarvan de Apostel spreekt, deze innerlijke ‘vrede van God, welke alle begrip te boven gaat’. In het licht van deze vreugde moeten wij de teksten van Isaias overwegen, welke de Kerk ons in de Advent voorhoudt: ‘Spreekt Jerusalem moed in het hart, en roept het hem toe dat zijn ellende voorbij is’ (40, 2). ‘Zie, God de Heer komt met kracht, en zijn arm voert de macht. Zijn vergelding vergezelt Hem en zijn beloning gaat voor Hem uit. Als een herder weidt Hij zijn kudde, neemt de schaapjes op in zijn arm’ (40, 10-11). Of de woorden van Zacharias: ‘Verheug en verblijd

[pagina 535]
[p. 535]

u, dochter van Sion, want zie, Ik kom om in uw midden te wonen’ (Zach. 2, 10).

Gebeden

Nu verheugt zich de aarde, Heer, en springt zij op van vreugde, want het vleesgeworden Woord woont in de schoot van de heilige Maagd. Door zijn komst voltrekt zich de verlossing van geheel de wereld, die door de overtreding van Adam zo lang reeds was gevangen in een duister dodendal. Nu kome de zee in beroering met al wat zij bevat; nu springe het gebergte op van vreugde en jubelen alle bomen der wouden; want God wordt mens en wil door de schoot van de zalige Maagd Maria uit de hemel naar de aarde komen. Wij smeken U dan, almachtige God, dat Gij door zijn komst de zwakheid van ons vlees ontslaat van de boeien der zonden en dat Gij uw volk, hier voor U vergaderd, vol ontferming tegemoet snelt.

 

Versmaad ons bidden niet, o Heer, maar luister en verhoor het genadig, opdat wij, in beroering en terneergeslagen door de stem des vijands, getroost worden door de komst van uw Eniggeborene, en met de vleugels van het geloof als duiven opwaarts vliegen. Houd ons ver van de list der wereld, Heer, en bewaar ons voor de strik van den vijand.

Doe ons, vragen wij, Heer onze God, de komst van Christus uw Zoon onzen Heer zeer waakzaam en vol zorg verwachten; opdat Hij, als Hij komt en klopt, ons niet in slaap van zonden vinde, maar wakend, ons verheugend in zijn lof.

Haast U, vragen wij, en talm niet, Heer, en geef ons de hulp van uw liefde; opdat wij, bouwend op uw medelijden, ter rechter tijd opbeuring vinden en troost.

Dankgebed

Waarlijk goed en recht, billijk en heilzaam is het dat wij U altijd en overal dank zeggen, heilige Heer, almachtige Vader, eeuwige God, door Christus onzen Heer; dien Gij in uw barmhartigheid en trouw het verloren mensdom als Heiland hebt toegezegd; wiens waarheid lering is voor wie onwetend zijn, wiens heiligheid gerechtigheid brengt aan de bozen, wiens kracht te hulp komt aan de zwakken. Daarom willen wij, nu Hij nabij is, nu komen gaat Dien Gij zult zenden en de dag der bevrijding reeds begint te lichten, ons in vertrouwen op uw beloften in vrome blijdschap verheugen.

Beurtzang uit het Romeinse brevier

Ik schouw in de verte en zie, daar nadert de macht Gods, als een nevel, die geheel de aarde bedekt. Gaat Hem tegemoet en zegt Hem: Boodschap ons of Gij het zijt, die heersen zal over het volk Israël.

Gij, kinderen der aarde en zonen der mensen, rijken en armen tezamen, gaat Hem tegemoet en zegt Hem: Her-

[pagina 536]
[p. 536]

der van Israël, hoor, Gij die Joseph leidt als een schaap; boodschap ons of Gij het zijt. Heft uw kroonlijsten, poorten; rijst omhoog, eeuwige poorten, en de Koning der glorie treedt binnen, die heersen zal over het volk Israël. Eer aan den Vader en den Zoon en den Heiligen Geest. Ik schouw in de verte en zie, daar nadert de macht Gods, als een nevel, die geheel de aarde bedekt. Gaat Hem tegemoet en zegt Hem: Boodschap ons of Gij het zijt, die heersen zal over het volk Israël.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken