Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens
Afbeelding van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levensToon afbeelding van titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.36 MB)

ebook (15.97 MB)

XML (4.50 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.B. Sleper



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

liederen/liedjes
gebed(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

(1951)–Cornelis Adrianus Bouman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Overwegingen voor het paasfeest en voor de paastijd

Eerste overweging: Over de vreugde van het Paasfeest (toegeschreven aan den heiligen Joannes Chrysostomus) - Wie vroom en Godminnend is, laat hij genieten van deze schone en stralende plechtigheid. Wie een toegewijde dienaar is, laat hij vol vreugde binnengaan in de vreugde van zijn Heer. Wie zich heeft afgetobd in vasten, laat hij nu zijn beloning in ontvangst nemen. Wie vanaf het eerste uur heeft gearbeid, hij ontvange vandaag het hem toekomende loon. Wie na het derde uur is gekomen, ook hij viere feest vol dankbaarheid. Wie na het zesde uur kwam, laat hij niet aarzelen, want hij zal geen schade lijden. Wie eerst op het negende uur is genaderd, laat hij toetreden zonder weifeling. Ja zelfs, wie eerst ter elfder ure is gekomen, laat hij niet bang zijn wegens zijn traagheid, want in zijn mildheid aanvaardt de Meester den laatste zowel als den eerste: Hij geeft rust zowel aan hem die op het elfde uur is gekomen, als aan hem die vanaf het eerste uur heeft gearbeid. Aan den trage betoont Hij zijn ontferming. en aan den eerstgekomene wijdt Hij zijn zorgen. Den een geeft Hij diens loon, den ander schenkt Hij om niet. Hij aanvaardt de werken, en verheugt zich over de goede wil. Hij eert de daad, en het goede voornemen prijst Hij.

Zijt gij allen nog niet ingegaan tot de vreugde van onzen Heer? Eersten en laatsten, neemt uw loon in ontvangst. Rijken en armen, verheugt u met elkander. Strengen en lichtzinnigen, viert deze dag. Gij die gevast hebt en gij die niet gevast hebt, verblijdt u vandaag. De tafel is zwaar van spijzen, komt allen er van genieten. Er is offervlees in overvloed, laat niemand hongerig heengaan. Komt allen genieten van het feestmaal des geloofs; komt allen genieten van de rijkdom der goedertierenheid. Niemand klage over zijn armoede, want voor allen is het koninkrijk verschenen. Niemand jammere over zijn fouten, want vergeving is opgebloeid uit het graf. Niemand zij bevreesd voor de dood, want vrijgemaakt heeft ons de dood van den Verlosser. Hij heeft hem vernietigd, toen Hij door hem werd vastgehouden. Hij heeft de Hades geplunderd, toen Hij in de Hades is afge-

[pagina 772]
[p. 772]

daald. Hij heeft hem verbitterd toen hij proefde van zijn vlees. Isaias heeft dit voorspeld en uitgeroepen: De Hades werd verbitterd, toen hij in de onderwereld met U samentrof. Hij werd verbitterd, want hij werd krachteloos gemaakt. Hij werd verbitterd, want hij werd bespot. Hij werd verbitterd, want hij werd ter dood gebracht. Hij werd verbitterd, want hij werd teniet gedaan. Hij werd verbitterd, want hij werd met boeien gekluisterd. Hij kreeg een lichaam in handen, en bevond zich tegenover God. Hij kreeg aarde, en bevond zich tegenover de hemel.

Waar is, dood, uw prikkel? Waar, o Hades, uw prooi? Christus is opgestaan, en gij zijt terneer geworpen. Christus is opgestaan, en de demonen zijn gevallen. Christus is opgestaan, en de engelen verheugen zich. Christus is opgestaan, en leven heerst alom. Christus is opgestaan, en geen dode is meer in het graf. Want Christus, toen Hij opstond uit de doden, is de eersteling geworden van wie ontslapen zijn. Hem zij heerlijkheid en kracht in de eeuwen der eeuwen. Amen.

 

Tweede overweging: Over Christus, den tweeden Adam (bewaard bij de geschriften van den heiligen Epiphanius) - Toen Christus in de onderwereld was afgedaald, nam Hij Adam bij de hand, richtte hem op en zeide: ‘Word wakker, gij die daar slaapt, sta op uit de doden, en de Christus zal over u lichten. Ik ben uw God, die om uwentwil uw zoon ben geworden; om uwentwil en om wille van allen die uit u worden geboren. Sta op uit de doden, want Ik ben het leven van wie gestorven zijn. Sta op, werk van mijn handen; sta op, mijn beeltenis die naar mijn aanschijn zijt geschapen. Sta op en laat ons van hier gaan, want gij zijt in Mij en Ik ben in u. Om uwentwil ben Ik, uw God, uw zoon geworden. Om uwentwil heb Ik, de Heer, de gedaante van uw dienstbaarheid aangenomen. Om uwentwil ben Ik, die in het hoogst der hemelen woon, op de aarde en zelfs onder de aarde afgedaald. Om wille van u, die uit de hof werd verdreven, ben Ik in de hof aan de Joden overgeleverd en gekruisigd. Zie op mijn gelaat het speeksel, dat Ik om uwentwil heb ontvangen om u de adem der onschuld te hergeven. Zie de slagen op mijn wangen, die Ik verduurde om uw geschonden gelaat te herstellen naar mijn gelijkenis. Zie de geselstriemen op mijn rug, die Ik ontving om de lasten uwer zonden van uw rug af te nemen. Zie de wonden van de nagelen waarmede Ik werd gehecht aan het hout, waarnaar gij eenmaal de hand hebt uitgestrekt.

Sta op, en laat ons van hier gaan, van de droefheid naar de vreugde, uit de slavernij naar de vrijheid, uit de kerker naar het hemelse Jerusalem, uit de boeien naar de bevrijding, uit de gevangenschap naar de geneugten van het paradijs, van de aarde naar de hemel. Want daartoe ben Ik gestorven, daartoe ben Ik opgestaan, om als Koning te heersen over levenden en doden. Mijn hemelse Vader ziet verlangend uit naar het schaap dat verloren ging. De negen en negentig engelen - want dezen worden door de schapen verbeeld - zien uit

[pagina 773]
[p. 773]

naar hun énen mededienaar Adam: wanneer hij zal opstaan en tot God zal wederkeren. De eeuwige tenten zijn versierd, de schatten van alle goed staan open. Het goed, dat geen oog gezien heeft en geen oor gehoord, dat in geen mensenhart is opgekomen, verbeidt den mens.’

 

Derde overweging: Over het offer dat wij den Heer moeten brengen (van den heiligen Gregorius van Nazianze) - Gisteren werd het Lam geslacht en werden de deurposten bestreken. Egypte beweende zijn eerstgeborenen, maar aan ons is de verderfengel voorbijgegaan; want het teken bracht hem schrik zowel als eerbied; door het kostbaar bloed zijn wij beschermd geworden. Vandaag zijn wij geheel en al aan Egypte, aan den despoot Pharao en de lastige opzieners ontkomen; van leem en tegelbakken zijn wij bevrijd. Niemand kan ons meer hinderen voor onzen Heer en God het feest van de uittocht te vieren, niet langer met het oude zuurdeeg van zonde en boosheid, maar met de ongezuurde broden van oprechtheid en waarheid, vrij van het zuurdeeg van Egypte en goddeloosheid.

 

Gisteren werd ik met Christus gekruisigd, vandaag word ik met Hem verheerlijkt. Gisteren werd ik met Hem ter dood gebracht, vandaag word ik met Hem ten leven gewekt. Gisteren werd ik met Hem begraven, vandaag verrijs ik met Hem. Komt, laat ons offers brengen voor Hem, die voor ons geleden heeft en is opgestaan. Laten wij onszelf offeren, Gods kostbaarste en eigenste bezit. Laat ons den afgebeelde zijn beeltenis reiken; laten wij onze waardigheid erkennen, eer brengen aan ons Oerbeeld; laat ons de betekenis van deze geheimnisvolle viering beseffen, en begrijpen waarvoor Christus gestorven is. Laat ons gelijk worden aan Christus, zoals Christus aan ons gelijk is geworden. Laat ons goden worden om zijnentwil, daar Hij mens is geworden om wille van ons. Hij heeft aangenomen wat gering was om het betere te geven; Hij is arm geworden om ons door zijn armoede rijk te maken. Hij heeft de gestalte van een slaaf aangenomen, opdat wij de vrijheid zouden verkrijgen. Hij daalde op aarde neder, opdat wij verheven zouden worwen. Hij duldde de bekoring, opdat wij zouden zegevieren. Hij liet Zich onteren om ons te verheerlijken. Hij is gestorven om te redden, ten hemel gevaren om hen die door val van zonde nederlagen, tot Zich te trekken. Alles moet men geven, alles offeren aan Hem die Zichzelf als losgeld voor ons heeft weggeschonken. Geen gave echter is waardevoller dan als iemand zichzelf geeft, dit is: als hij inzicht zoekt te winnen in het geheim, en om wille van Christus alles geworden is wat Hij geworden is om wille van ons.

 

Vierde overweging: Dat Pasen ‘voorbijgang’ betekent (naar den H. Bernardus) - Het is niet zo, dat de Heer door zijn verrijzenis is teruggekeerd tot het leven zoals Hij dat vóór zijn kruisdood had geleid. Zijn opstanding is een geheel andere dan die van Lazarus. Want van de verrijzenis des Heren geldt in de eerste plaats, wat geschreven staat over de nieuwe orde

[pagina 774]
[p. 774]

van het heil: ‘Zie, alles is nieuw geworden’ (2 Cor. 5, 17; vgl. Openb. 21, 5). De verblijfplaats van Jesus, niet alleen van zijn Godheid maar ook van zijn verheerlijkte mensheid, welke onafscheidelijk met zijn Godheid verbonden blijft, is niet langer de aarde, maar de hemel. Daarheen is Hij ons voorgegaan, dat is de verblijfplaats welke Hem in zijn heerlijkheid past. En daarom, omdat Hij niet in zijn oude staat naar de aarde is teruggekeerd, maar met zijn verheerlijkt lichaam heeft bezit genomen van de hemel, noemen wij zijn verrijzenis niet een terugkomst, maar een Pasen, een voorbijgang of doortocht.

Toen de Heer zeide dat Hij na zijn verrijzenis de zijnen zou voorgaan naar Galilea, bedoelde Hij daarmede de nieuwe verblijfplaats van zijn verheerlijkte mensheid: de hemel. Want door het Pascha is de hemel ook onze verblijfplaats geworden. Zij die de genade Gods hebben ontvangen, zijn niet alleen rechtens, maar reeds in beginsel burgers van het hemelrijk. Wij leven echter nog op deze aarde. Weliswaar zijn wij verlost; onze verheerlijking wacht echter nog op de jongste dag, als de Heer de toepassing van het verlossingswerk zal afsluiten. Daarom is het Paasfeest dat wij hier op aarde vieren, hoe werkelijk ook, nog ten dele een voorafbeelding van het eeuwige Pasen van de verheerlijking aller verlosten, als de nieuwheid van Christus' heerlijkheid zich zal uitstrekken tot geheel de schepping en er een nieuwe hemel zal zijn en een nieuwe aarde.

Nu wij het Paasfeest nog in onze ballingschap vieren, moeten wij daarom trachten volgens de heerlijkheid van dit Paasfeest te leven. Wij zijn nog op aarde, maar reeds moeten wij met ons hart in het Galilea des hemels verwijlen, waar Christus ons in voorgegaan. Ook wij moeten het Pasen in ons verwerkelijken: de voorbijgang tot een beter leven, dat ons reeds in beginsel geschonken is en dat met Gods genade steeds meer bezit van ons kan nemen. Hiertoe vermaant ons de Apostel, als hij zegt: ‘Daar gij met Christus verrezen zijt, zoekt de dingen van boven waar Christus zetelt aan Gods rechterhand; weest bedacht op de dingen van boven, niet op de dingen van deze aarde. Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God. Als Christus, uw leven, zal verschijnen, dan zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid’ (Col. 3, 1-4).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken