Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens
Afbeelding van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levensToon afbeelding van titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.36 MB)

ebook (15.97 MB)

XML (4.50 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.B. Sleper



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

liederen/liedjes
gebed(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

(1951)–Cornelis Adrianus Bouman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 801]
[p. 801]


illustratie

De hemelvaart des Heren

Door het feest van de hemelvaart van Christus, veertig dagen na het feest van zijn verrijzenis, vieren wij andermaal de heerlijkheid van de verheffing des Heren. Aanvankelijk was dit feest niet van het Paasfeest onderscheiden en vierde men op Paaszondag eveneens het opklimmen van Christus in heerlijkheid. Ook heeft men de viering van dit geheim doen samenvallen met die van het Pinksterfeest. Reeds de heilige Augustinus echter spreekt over de dag van Hemelvaart als over een algemeen verspreide viering. En het is terecht, dat wij ook dit heilsgeheim afzonderlijk herdenken; niet zozeer om wille van de berekening dat de Heer veertig dagen na zijn verrijzenis uit het graf ten hemel is gestegen, maar wel omdat het geheim van Pasen en dus van onze verlossing vandaag een nieuwe volheid draagt.

 

De grens tussen dood en leven is weggevallen. Deze waarheid werd ons reeds door het Paasmysterie openbaar; vandaag echter, nu de Heer des levens blijvend bezit neemt van zijn troon aan Gods rechterhand, worden wij er nog dieper van doordrongen. We weten het: voor wie in Christus zijn, is er geen dood meer in de eigenlijke zin. Ook al sterven zij, zij zijn in vrede, en hun lichaam zal in de heerlijkheid van Christus' verheven mensheid opstaan op de jongste dag.

Vandaag overwegen wij bovendien, hoe ook de grenzen tussen hemel en aarde zijn vervaagd. Met de volledige mensheid van zijn aardse lichaam en zijn mensenziel treedt de Zoon van God tot verbazing der engelen de hemel binnen. Eens zullen de verlosten Hem daar, eveneens met hun verheerlijkte lichamen, volgen. Vandaag reeds wordt de hemel voor deze verheerlijkte mensheid van Gods kinderen in gereedheid gebracht. De Zoon van God heeft hen bij Zich ingelijfd en in de persoon van den Mensenzoon zetelen zij reeds bij de troon des Vaders.

Wij overwegen nog, hoe de Heer ons vóór zijn hemelvaart beloofd heeft ons niet als wezen te zullen achterlaten. En wij weten dat Hij daarbij doelde op de Moeder welke Hij ons in de Kerk heeft geschonken. Op het Pinksterfeest zullen wij haar grootheid overwegen: hoe Hij door den Geest in de Kerk onder ons is gebleven. Geen droefheid wil het afscheid van 's Heren

[pagina 802]
[p. 802]

hemelvaart daarom in ons wekken. Want reeds is de Kerk, verholen nog, aanwezig; zij werd geboren uit Christus' zijdewonde op het kruis. De oude voorstellingen van het feestgeheim van deze dag doen ons dit begrijpen, als zij te midden van de leerlingen op de Olijfberg de Moeder Gods afbeelden. De Moeder des Heren, het symbool immers en de volheid der Kerk, houdt de armen biddend uitgestrekt en kijkt rustig voor zich uit, als wordt zij niet gedeerd door de verwondering der apostelen, die naar de hemel wijzen.

Een laatste geheim leren ons de engelen, die tot de apostelen spreken: ‘Zo zal Hij wederkomen’. De wake der Kerk, welke begon met de verwondering der leerlingen op de Olijfberg, zal worden afgesloten door de wederkomst des Heren, evenals vandaag vergezeld door de koren der engelen en zetelend op de wolken des hemels.

 

Eerste overweging - De aardse zending van Christus eindigt zoals zij begonnen is: met kreten van vreugde in de hemel en op aarde (Ps. 95, 11). Op deze dag, evenals in de heilige nacht toen de Verlosser onder ons nederdaalde, bezingen de hemelse machten de glorie van God in den hoge, en geheel de aarde verheerlijkt Hem die, uit liefde voor de mensen, zowel onze natuur heeft willen delen als ons deelgenoot heeft willen maken van zijn heerlijkheid.

Vandaag is het geheim van de menswording voltooid, het mysterie van God die afdaalde tot de mensen en van den mens die opstijgt tot God. Want zie hoe de mens - vervolgd door de boosheid van zijn vijand, vervallen tot de laagste trap van slavernij en een pelgrim op alle wegen gedurende duizendtallen van jaren - op deze dag zijn oorspronkelijke woning, het paradijs, weer binnentreedt en wederkeert in het hemelse vaderland. Hij dien de verleider had doen vallen, wordt door den Verlosser weder opgericht; hij dien de boze had geketend in zonde, wordt door Christus in genade bevrijd, zoals de Apostel zegt: ‘Waar de zonde overvloedig is geweest, daar is de genade in nog groter overvloed’ (Rom. 5, 20). En welk een overvloed is het: de dood is veranderd in leven, straf in beloning, beproeving in rust, vernedering in verheffing. (Maximus van Turijn) Hoe zouden wij niet juichen van vreugde: onze Heer is ten hemel ingegaan, maar heeft de aarde niet verlaten. Wij, mensen op aarde, zijn in het vervolg onafscheidelijk verenigd met de hemel; want de menselijke natuur, die reeds geheiligd was door den Heiligen Geest toen deze in de Maagd Maria nederdaalde, is vandaag gebracht tot in het hoogst van de hemelen. De nederdaling van den Heiligen Geest op het Pinksterfeest zal deze uitwisseling tussen hemel en aarde bevestigen; en deze zal duren tot op de dag, dat het Lam zal wederkomen om te oordelen over levenden en doden, en om alles wat er heilig is op aarde voor eeuwig te bestendigen in het hemelse Jerusalem. En dit zal de tweede en laatste hemelvaart zijn.

 

Tweede overweging - Steeds opnieuw overwegen wij in de liturgie van 's Heren hemel-

[pagina 803]
[p. 803]

vaart, dat Christus, toen Hij ten hemel steeg, onze gevangenschap gevankelijk met Zich heeft gevoerd (Ps. 67, 19; Eph. 4, 8). Deze gevangenschap is onze zondigheid, de onderhorigheid aan den boze en de vijandschap met God; deze gevangenschap is ook de dood. welke immers het loon der zonde is.

Zo zwak en onstandvastig zijn wij echter en zo weinig geven wij acht op Gods genade, dat wij telkens opnieuw vrijwillig tot onze gevangenschap terugkeren. Daarom laat de Kerk ons vandaag bidden, dat wij door de genade van dit feest zouden leren hoe wij met onze geest in de hemel moeten verwijlen, waarheen de Heer ons reeds is voorgegaan. Laat ons ook luisteren naar den heiligen Augustinus die ons hetzelfde vermaant.

Nu onze Heer vandaag ten hemel is opgestegen, laat met Hem ook ons hart daarheen opstijgen. Want gelijk Hij, hoewel opgestegen, niet van ons is heengegaan, zo ook zijn wij reeds rechtens bij Hem in den hoge, ofschoon nog niet aan ons lichaam werd voltrokken wat ons werd beloofd. Hij die om wille van ons uit de hemel is nedergedaald, misgunt ons de hemel niet, maar schijnt ons veeleer toe te roepen: weest mijn ledematen, als gij wilt opgaan ten hemel. Laat ons daarom naar het hart met Christus opstijgen, opdat wij, als de dag der belofte zal zijn aangebroken, Hem ook met het lichaam mogen volgen. Hoe zullen wij nu naar het hart met Christus opstijgen? Laten wij Hem klimmend volgen, en wel door middel van onze ondeugden en hartstochten. Als wij ons immers beijveren deze te overwinnen en ons er aan gewennen ze onder de voet te houden, vervaardigen wij een trede waarlangs wij hoger kunnen stijgen. Als zij onder ons blijven, zullen zij ons helpen hogerop te gaan. Zo maken wij ons uit onze misslagen een trap, zodra wij ze overwinnen. Zo zullen wij leren de dingen van boven te smaken, waar onze Heer in heerlijkheid is gezeten (Col. 3, 1).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken