Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens
Afbeelding van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levensToon afbeelding van titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.36 MB)

ebook (15.97 MB)

XML (4.50 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.B. Sleper



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

liederen/liedjes
gebed(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

(1951)–Cornelis Adrianus Bouman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Zondag na pinksteren
Feest van de allerheiligste drievuldigheid

Op het Pinksterfeest hebben wij de volledige openbaring betreffende de Allerheiligste Drievuldigheid ontvangen. Terecht vieren wij daarom op de volgende Zondag een feest om deze openbaring te eren; niet alsof wij voornamelijk deze dag God in zijn Drievuldigheid zouden aanbidden - want de lof van Vader, Zoon en Geest is de eerste taak van ieder christelijk gebed -, maar opdat wij God zouden danken dat Hij ons in zijn goedheid dit meest wezenlijke mysterie van zijn Wezen wilde doen kennen.

Drie Personen in één Godheid; dit is de God dien de Heer ons verkondigd heeft. Niet tot den God der wijsgeren leert Hij ons bidden, tot den onbewogen Albeweger of de enig-onveroorzaakte

[pagina 846]
[p. 846]

Oorzaak of het Wezen dat bestaat uit Zichzelf. Wij buigen de knieën voor den Vader, den Zoon en den Heiligen Geest. Want de biddende christen nadert niet tot God in menselijke wijsheid, maar hem is gegeven God te aanbidden in het onpeilbare mysterie van zijn Drievuldigheid, een niet door mensen uit te spreken rijkdom en eeuwigheid van almacht, waarheid en liefde. En de glans der Godheid, welke zich weerspiegelt in de Kerk der verlosten, is de afstraling van juist dit binnengoddelijke leven, dat op mystieke wijze wordt herhaald in iederen herboren mens, die gedoopt werd in het huiveringwekkend mysterie van den Vader, den Zoon en den Heiligen Geest.

Dwaalleraren hebben de Kerk gedwongen dit onzegbare geheim uit te drukken in mensen-woorden. En dit was goed, omdat juist in dit centrale punt van de heilsprediking de rechtgelovigheid geen onzekerheid of weifeling mocht dulden. Maar ook voor deze allesbeheersende waarheid van de christelijke leer geldt, dat de theoloog die alle bespiegelingen en conciliebesluiten bestudeerde, daarom nog niet vromer is dan de ongeleerde die door de woorden van het kruisteken zijn geloof in Gods Drievuldigheid belijdt. Ook de grootste theoloog heeft in dit geheim niet kunnen binnendringen; maar wij allen kunnen, zoals de heilige Hilarius van Poitiers schreef, ‘door een eenvoudig geloof vinden wat wij moeten doen: den Vader te aanbidden, en tezamen met Hem den Zoon te eren, en vol te zijn van den Heiligen Geest’.

 

Overweging over de eenheid der Kerk, welke de vrucht is van de werking der Heilige Drievuldigheid (van den heiligen Fulgentius van Ruspe) - Om de geestelijke eenheid der Kerk, welke zich voltrekt door de liefde, bidden wij nimmer op gepaster tijd en wijze dan wanneer door het lichaam van Christus (dit is: door de Kerk) in het sacrament van brood en kelk het Lichaam en Bloed zelf van Christus wordt geofferd; ‘want wij zijn één brood en, hoewel velen, één lichaam, omdat wij allen deel hebben aan het éne brood’ (1 Cor. 10, 16). En daarom bidden wij, dat door dezelfde genade waardoor de Kerk het lichaam van Christus is geworden, alle ledematen, in het ongeschonden organisme der liefde, in de eenheid van dit lichaam volharden.

Terecht vragen wij, dat dit in ons moge geschieden door de gave van den Geest, die de enige Geest is van den Vader en den Zoon; want de heilige en natuurlijke eenheid, gelijkheid en liefde van de Drievuldigheid, die alleen de enige en ware God is, heiligt wie zij tot kinderen aanneemt door hun eensgezind te maken. In deze éne zelfstandigheid der Drievuldigheid immers is de eenheid in de oorsprong (de Vader), de gelijkheid in de voortkomst van den Zoon, en de vereniging van deze eenheid en gelijkheid in de liefde (van den Heiligen Geest). Geen verdeeldheid kent deze eenheid, geen verscheidenheid kent deze gelijkheid, geen verveling is in deze liefde. Niet de minste onenigheid of wrijving is hier mogelijk; want de gelijkheid is vol liefde en eenheid, de eenheid is vol gelijkheid en liefde, en de liefde is vol eenheid en gelijkheid. Zo is de Drievuldigheid naar haar wezen en zonder ver-

[pagina 847]
[p. 847]

andering in volmaakte rust. Door de gemeenschap van den Heiligen Geest - als wij ons aldus mogen uitdrukken - wordt de éne liefde getoond van Vader en Zoon. Want waarlijk, de éne Geest van Vader en Zoon bewerkt in hen aan wie Hij de genade van het goddelijke kindschap verleent, wat Hij reeds heeft bewerkt in hen van wie in de Handelingen der Apostelen geschreven staat dat zij dien Geest hadden ontvangen: ‘De menigte der gelovigen had slechts één hart en één ziel’ (Hand. 4, 32). En de Apostel zegt, dat deze geestelijke eenheid met zorg moet worden bewaard door de band des vredes: ‘Ik, de gevangene voor de zaak des Heren, ik bid u dat gij u gedraagt overeenkomstig uw roeping; dat gij elkander in liefde verdraagt met alle ootmoedigheid, zachtheid en geduld; dat gij u beijvert de eenheid des geestes te bewaren door de band des vredes; één lichaam en één Geest’ (Eph. 4, 1-4).

God heeft slechts behagen in de offers der Kerk, in de offers welke Hem in geestelijke eenheid worden gebracht; door die eenheid namelijk, waar de waarheid des geloofs geen enkele verdeeldheid in de Drievuldigheid belijdt, en waar de ongeschokte vrede een broederlijke eensgezindheid verzekert in de liefde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken